Privaatrecht 2
Vragen week 2 m.b.t. lesstof les 1
Introductie goederenrecht, overdracht, bezit, houderschap en eigendom
Bestudeer de in het literatuuroverzicht aangegeven pagina’s van de opgegeven literatuur
behorende bij week 1: Van Buchem: H3, H5.1 en het artikel op Blackboard (bij week 1) “De
gevolgen van grensoverschrijdend bouwen” van Mr. J. Kampherbeek uit Vastgoed & Overheid
Dit is onder meer noodzakelijk om onderstaande vragen te kunnen beantwoorden.
Opdracht 1b: Geef antwoord op de onderstaande vragen, motiveer je antwoord en
verwijs zo mogelijk naar de van toepassing zijnde wettelijke bepaling(en).
Onderdeel A: dit zijn parate kennisvragen en deze zullen niet in het werkcollege worden
behandeld, uitzonderingen daargelaten.
1. Wat is een goed?
Art. 3: 1 Goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten.
2. Wat is een zaak?
Art. 3:2 BW: zaken zijn voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten.
Eigendom, burenrecht, mandeligheid, erfdienstbaarheden, erfpacht, opstal en het recht
van appartement.
3. Wat is een vermogensrecht?
Art. 3:6 BW: Rechten die, hetzij afzonderlijk hetzij tezamen met een ander recht,
overdraagbaar zijn, of er toe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te
verschaffen, ofwel verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld
stoffelijk voordeel, zijn vermogensrechten.
Rechten met een waarde die in geld is uit te drukken.
4. Wat is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben?
Het eigendomsrecht.
Art. 5: 1 BW jo art. 3: 81 (verkrijging van goederen) en 3: 83 BW (overdracht van
goederen)..
Feitelijk bestaat dit recht uit 3 aspecten:
• Gebruiksrecht art. 5:11id 2 BW
Zeer ruim opvatten. De eigenaar heeft alle denkbare bevoegdheden ten aanzien van zijn
zaak. Niet alleen het gewone gebruik. Ook het beheer en het overige genot van de zaak.
Je mag alles doen. Ook kapot maken.
• Eigenaar van de vruchten art. 5: 1 lid 3 BW
Denk aan landbouwopbrengsten, de oogst. Maar ook aan de waardestijging van de
grond
1
,Privaatrecht 2
• Beschikkingsrecht art. 3: 81/id 1 en art. 3: 83 lid 1 BW
Bevoegdheid om zijn eigendomsrecht op de zaak te bezwaren met een beperkt recht
zoals erfpacht, opstal en hypotheek plus de bevoegdheid om zijn recht te vervreemden.
5. Is dit recht onbeperkt?
Art. 5:11id 1BW
Nee, grens: strijd met rechten van anderen, wettelijke voorschriften en ongeschreven
recht. Zie ook schema hoorcollege: inbreuk eigendomsrecht.
6. Van wie kan de eigenaar de zaak opeisen, en welk juridisch begrip hoort hierbij?
Art. 5:2 BW Revindicatie
De exclusiviteit van het eigendomsrecht blijkt onder meer uit het feit dat de eigenaar
bevoegd is de zaak op te eisen van ieder die haar zonder recht houdt.
7. Wat is toe-eigening of occupatie?
Art. 5: 4 BW jo. Art. 3: 113 BW
Toe-eigening of occupatie wil zeggen dat iemand eigenaar wordt van een zaak die aan
niemand toebehoord door die zaak in bezit te nemen. Bv. Occupatie van een res
nullius, een weggeworpen krant in de trein.
8. Welke zaken zijn roerend, welke onroerend en welke registergoed?
Motiveer je antwoord door middel van relevante wetsartikelen.
a. boek
b. vrachtauto
c. zeeschip
d. flatcoated retreiver (hond) met stamboom
e. vakantiehuisje op vakantiepark
f. vliegtuig
a. boek: roerend, art. 3:3 lid 2 BW
b. vrachtauto: roerend, art. 3:3 lid 2 BW
c. zeeschip: roerend en registergoed, art. 3:3 lid 2 jo art. 3:10 BW
d. flatcoated retreiver (hond) met stamboom: een dier is geen zaak, art. 3:2a BW
e. vakantiehuisje op vakantiepark, onroerend en registergoed, art. 3:3 lid 1 jo art. 3:10
BW
f. vliegtuig: roerend en registergoed, art. 3:3 lid 2 jo art. 3:10 BW.
9. Geef aan welk van de volgende zaken hoofdzaak of bestanddeel zijn. Motiveer je
antwoord door middel van relevante wetsartikelen.
a. een losse dakpan
b. een dakpan die op een dak is geplaatst
c. een tafel
d. een spaak in een wiel
e. een ingebouwde autoradio
f. een op maat gemaakte lijst om een schilderij
g. een auto
2
,Privaatrecht 2
a. Hoofdzaak: een losse dakpan maakt geen onderdeel uit van een andere zaak (art.
3:4 lid 1BW) en is evenmin zodanig met een hoofdzaak verbonden dat deze daarvan
niet zonder schade kan worden afgescheiden (art. 3:4 lid 2 BW).
b. Bestanddeel: een dakpan die op een dak is geplaatst, maakt volgens
verkeersopvatting onderdeel uit van een andere zaak, te weten het gebouw waar
het dak op rust (art. 3:4 lid 1BW).
h. Hoofdzaak: een tafel maakt geen onderdeel uit van een andere zaak (art. 3:4 lid
1BW) en is evenmin zodanig met een hoofdzaak verbonden dat deze daarvan niet
kan worden afgescheiden (art. 3:4 lid 2 BW).
c. Bestanddeel: een spaak in een wiel is zodanig met een hoofdzaak (het wiel)
verbonden dat deze daarvan niet zonder schade kan worden afgescheiden (art. 3:4
lid 2 BW).
d. Bestanddeel: een ingebouwde autoradio is zodanig met een hoofdzaak (de auto)
verbonden dat deze daarvan niet zonder schade kan worden afgescheiden (art. 3:4
lid 2 BW).
e. Bestanddeel: een op maat gemaakte lijst om een schilderij maakt volgens
verkeersopvatting onderdeel uit van een andere zaak, te weten het schilderij dat het
omvat (art. 3:4 lid 1BW).
f. Hoofdzaak: een auto maakt geen onderdeel uit van een andere zaak (art. 3:4 lid 1
i. BW) en is evenmin zodanig met een hoofdzaak verbonden dat deze daarvan niet
kan worden afgescheiden (art. 3:4 lid 2 BW).
10. Kan een onroerende zaak geen eigenaar hebben?
Art. 5: 24 BW Occupatie van terra nullius
Onroerende zaken behoren toe aan een eigenaar en is er geen andere eigenaar, dan
behoren die zaken toe aan de Nederlandse Staat. Occupatie of toe-eigening is alleen
mogelijk bij roerende zaken. Je kunt officieel nooit door in bezitneming eigenaar
worden, alleen bezitter.
11. Wat is natrekking?
Art. 5:3 BW en 5:14 BW
Natrekking wil zeggen dat een roerende zaak bestanddeel wordt van een hoofdzaak.
Het wordt opgeslokt door de hoofdzaak.
12. Wat omvat de eigendom van de grond? Wetsartikel.
Art. 5: 20BW
De eigendom van de grond omvat:
• de bovengrond
• de zich daaronder bevindende aardlagen
• het grondwater, dat door een bron, put of pomp aan de opp. is gekomen.
• Het water dat zich op de grond bevindt en niet in open gemeenschap met
water op eens anders erf staat
3
, Privaatrecht 2
• De gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij
rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen en werken, voor
zover ze geen bestanddeelzijn van eens ander onroerende zaak
• De met de grond verenigde beplantingen
13. In welk wetsartikel worden de juridische begrippen natuurlijke vruchten en burgerlijke
vruchten geregeld? Geef een voorbeeld van elk van deze begrippen.
natuurlijke vruchten: art. 3:9 lid 1BW, bijvoorbeeld: een appel, een puppy, een
kalf
burgerlijke vruchten: art. 3:9 lid 2 BW, bijvoorbeeld: rente van een
spaarrekening, de huuropbrengst van een woning.
Onderdeel B
Casus 1
Casus “Grensoverschrijdende garage” (Kuipers – de Jongh arrest); zie ook het artikel:
De gevolgen van grensoverschrijdend bouwen van Mr. J. Kampherbeek.
Kuipers wilde een garage op zijn erf laten bouwen. Nu blijkt dat dit technisch alleen
mogelijk is als de garage over de volle lengte enige centimeters over de erfafscheiding
en dus in de tuin van buurvrouw De Jongh komt te staan. De Jongh, aan wie de zaak
wordt voorgelegd, heeft daartegen geen bezwaar. De garage wordt dan ook volgens
plan gebouwd. Een paar jaar later krijgen De Jongh en Kuipers ruzie en hun verhouding
wordt steeds slechter. Op den duur wordt het een sport om elkaar zoveel mogelijk het
leven zuur te maken. In die sfeer zoekt de Jongh op het kadaster uit hoe het nu precies
met haar erfafscheiding zit. Daar blijkt de garage niet met enkele centimeters maar ruim
een halve meter, namelijk 70 cm op het terrein van buurvrouw De Jongh te staan.
Kuipers stelde volledig te goede trouw te hebben gehandeld. Hij bood aan De Jongh een
redelijke schadevergoeding te betalen, maar De Jongh volhardde in haar eis dat het deel
van de garage dat zich op haar erf bevond, zou worden afgebroken.
Vragen: (Wetsartikelen vermelden).
a. Welk recht wendt de buurvrouw aan? En wordt dat recht geschonden?
b. Welk vorderingsrecht komt de buurvrouw toe? En wat houdt dit recht in?
c. Wat zal Kuipers tegen dit vorderingsrecht van de buurvrouw kunnen inbrengen?
d. Op welke wijze kan de hierboven beschreven situatie gelegaliseerd worden? (wordt
in week 4 behandeld).
a. Haar eigendomsrecht. Ze is immers eigenaar van de grond -7 natrekking. Art. 5:
1BW Onrechtmatig gehandeld?
Ja, inbreuk/ schending van haar eigendomsrecht om precies te zijn aantasting in
het genot en gebruiksrecht van haar grond. Ze heeft toestemming gegeven voor
((enkele cm", dus 70 cm is een inbreuk (aantasting van het gebruiksrecht) art. 5:
20 BW.
4