Gedragsleer
1.1 Inleiding in de menswetenschappen 1
Metafysica = kennis van het wezenlijke van alles wat bestaat
Normateve flosofe = waardeleer met ethiek als kern
Logica = onderzoeken of iets werkelijk zo is
Antropologie = bestudeert herkomst, wezen en toekomst van de mens.
- Variabiliteit = verscheidenheid
- Populate = bevolkingsgroepen niet over individuele zoals bij psychologie
Psychologie = wetenschap over menselijk gedrag en de achtergrond hiervan.
- Bekijkt wat het gedrag van mensen beïnvloed
- Individueel niveau
- Begrijpen van gedrag
Psychologische stromingen
- Behaviorisme;
o Watson, skinner
o observeren van waarneembaar gedrag
o Blackbox: wat in de mens gebeurt is niet belangrijk
o De mens in onbeschreven blad, alles wat je doet aan aangeleerd.
- Psychoanalyse;
o Sigmund freud
o Psychische lagen: bewust, voorbewust en onbewust
o Een persoonlijkheid bestaat uit id, ego en superego
o Persoonlijkheid vormt zich in de kinderjaren
o Overdracht en tegenoverdracht, hoe mensen op elkaar reageren.
o Afweermechanismen. Id, superego en ego
o Mens is een drifwezen, angst en seksualiteit sturen de mens
- Humanistsche psychologie
o Maslow, rogers
o De mens moet je in totaliteit bekijken
o De mens is van nature goed, slecht gedrag komt door bepaalde omstandigheden
o Ieder mens is uniek
o Piramide van maslow
o De mens is voortdurend in ontwikkeling
- Cogniteve psychologie;
o Piaget, chomsky
o Gedrag is ook aangeboren, wel is er omgeving voor nodig
o Innerlijke processen bestuderen
o Hoe jij denk over je eigen gedrag
o Als een keer iets niet goed gaat hoef het niet altjd fout te gaan. Dont believe everything you
think
- Biologische psychologie
o Hippocrates
o Gedrag ontstaat door biologische processen in ons lichaam
o Hersenen bepalen het gedrag
o Natuurlijke selecte
o Gedrag is aanboren, erfelijk materiaal is bepalend voor ontwikkeling van gedrag.
o De mens is een optelsom van biologische processen die uiteindelijk leiden tot een bepaald
gedrag
Mult causale model
- Iets van alle stromingen
1
, - Verschillende aandoeningen hebben verschillende oorzaken bijv. Sociaal of biologisch
Sociologie = hoe worden mensen in hun gedrag beïnvloed door het gegeven dat ze deel uitmaken van grotere
sociale eenheden.
Sociologie in de verpleegkunde;
- Hoe gaat iemand om het ziekzijn?
- Wat voorn invloed heef de samenleving, samenlevingsverband, rollen en verhoudingen, gebruik van
medische voorzieningen.
Pedagogiek = praktjk van het opvoeden.
- De studie van de manier waarop volwassenen jeugdigen grootbrengen met een bepaald doel.
- Autoratef; regel is regel
- Permissief; laat maar vrij gaan
1.2 Inleiding in de menswetenschappen 2
Psychoanalyse
- Persoonlijkheid
o Id; verlangen, als je je id z’n gang laat gaan doe je alles wat je zou willen doen. Onbewust
o Superego; geweten, informate over wat wel en niet mag. Onbewust
o Ego; wat je uiteindelijk doet. Scheidsrechter tussen regels en wensen. Bewust/onbewust
- Fasen van ontwikkeling
- Bewust, voorbewust en onbewust
Cogniteve psychologie = al je gedrag wordt bepaald door je gedachten
Humanistsche psychologie
piramide van Maslow
Biologische benadering
- Gedrag ontstaat in de hersenen en ontstaat door verschillende
- Biologische processen
- 5 g-schema; om gedrag te analyseren en om te buigen
o Gebeurtenis
o Gedachten
o Gevoel
o Gedrag
o Gevolg
2