hoorcollege week 6
Adnexen
Bijzonder structuren die uit epidermaal weefsel bestaan maar vaak tot in de subcuts zijn
weggezonken. (haren, nagels, talgklieren, zweetklieren)
Haren
Ontstaan uit instulpingen van de epidermis in de dermis en subcuts (( haarfollikel). Haren hebben
een beperkte functe voor ons lichaam, op cultureel en psychologisch gebied heef het een veel
grotere impact. Enige onbehaarde delen van een volwassenen zijn de voetzolen, handpalmen, lippen,
navel en delen van de uitwendige geslachtsorganen.
m. arrector pili (haarspier) bestaat uit glad spierweefsel. Het spiertje loopt vanaf het begin van de
haarwortel schuin omhoog naar de subcuts. rijwel elk haartje heef een eigen spier. Als het spiertje
samentrekt komt de haarfollikel iets omhoog en gaat de haar overeind staan.
Rond het onderste deel van de haarfollikel zijn zenuwtakjes gewikkeld die bij stand verandering van
de haar geprikkeld worden.
Net als de huidkleur is de kleur van het haar afankelijk van hoeveel pigment iemand heef. Rood
haar word gevormd met behulp van caroteen. Grijs haar ontstaat nadat het pigment in de
haarschacht is vervangen door kleine luchtbelletjes.
Haaronderdelen
infundibulum
Bovenste stukje van de huid waar de haar zich bevind.
Isthmus
gedeelte tussen infundibulum en het onderste deel van haarspiertje. Bevat waarschijnlijk stamcellen
die kunnen diferenttren tot talgklieren, haarfollikels en ibroblasten en kunnen bij genezing van
wonden nieuwe epidermis vormen.
Suprabulbaire regio
tussen isthmus en bulbus. Speelt rol bij het tot stand komen van de vorm van de haarschacht. In het
middelste deel vind keratnisering (terminale diferentate) plaats.
Bulbus
onderste iets uitgezete deel van de haarfollikel. Aan de onderkant is er een holte met dermale papil.
Rondom de papil bevind zich de haarmatrix. De uitwendige wortelschede bestaat hier uit een laag
epitheelcellen.
Haarmatrix
Zeer snel delende keratnocyten die rondom de dermale papil liggen. Dochtercellen van de matrix
migreren omhoog en vormen de haarschacht en de inwendige haarwortelschede.
Dermale papil
invaginate van dermis in de basis van de haarfollikel. Bevat ibroblasten gelijkende cellen. Speelt een
rol bij diferentate van follikelepitheel, bepaald het follikel type, de groote van follikel en haar en
, het primaire aangrijppunt van androgenen (die velushaarfollikels omzeten in terminale
haarfollikels.)
Hyaliene glasmembraan
bevind zich rondom onderste deel van de follikel. Bestaat uit collageen en gespecialiseerde
ibroblasten. Die kunnen de dermale papil herstellen en vorming van nieuwe haarfollikels bij
volwassenen op gang van brengen.
Inwendige wortelschede
Bestaat uit drie lagen van buiten naar binnen: de laag van henle, de laag van huxley en de cutcula.
Bevaten ilamenten en trichohyaliene granulae. Naarmate de cellen verder omhoog schuiven nemen
de aantallen toe en ondergaan de keratnisate. Beinvloed de deiniteve vorm.
uitwendige wortelschede
buitenste laag van de haarfollikel. Gaat boven over in het verhoornend epitheel van de isthmus.
de haarschacht
terminal haar bestaat uit drie lagen: in het centrum ligt het merg (medulla), daaromheen de cortex
en aan de uiteinde de cutcula.
cutcula: beschermt de haar tegen fysische en chemische beschadigingen. Bestaat uit delende matrix
cellen en vormt eerst een eencellige laag. Naarmate ze naar boven schuiven worden ze plater en
richten hun randen zich naar boven. De cellen overlappen elkaar.
medulla: variabele structuur die contnu. Discontnu of afwezig kan zijn.
fysiologie van de haargroei
Bij de geboorte heef de mens gemiddeld 5 miljoen haarfollikels. Het aantal follikels neemt naar mate
de tjd af. De dichtheid en het aantal haarfollikels verschilt per lichaamsdeel. Bij de donkere huid zijn
de aantallen van haarfollikels lager.
drie soorten haren:
- lanugohaar (ongepigmenteerde, ijne, mergloze haar die de foetus bedekt. Dit word vervangen door
vellushaar in de eerste levensweken)
- vellushaar (donsachtg, dun, klein, ongepigmenteerd, diameter < 0.03mm, 1-2 cm lang)
- terminaal haar (dikker, langer, gepigmenteerd)(bij de geboorte alleen aanwezig op het hoofd,
wenkbrauwen en wimpers. Diameter > 0.06mm)
Haarcyclus
de 4 fasen van een cyclus: anageen, katageen, telogeen, exogeen.
Anageen (groeifase), vastzotende wortelshcede (resten bij uitrekken zichtbaar), aan t einde wat
breder, duurt op het hoofd 2-6 jaar. katageen (regressie fase), knopvormige verdikking, wortelschde
los, haarfollikel word korter, pigmentvorming stopt, dit duurt 2-3 weken. Telogene fase (rustase),
verdikt uiteinde, afwezige wortelschede, pigmentloze bulbus, 3 maanden. Hierna valt de haar uit
(exogeen).