Samenvatting dieetleer
dieetleer week 2
vitamine B6: aanbeveling: 1,5 mg/dag, en bij een inname van meer dan 150 gr. eiwit: 0,01 – 0,02 mg
per gram eiwit extra.
inadequate vitamine- en mineraleninname wordt op korte termijn gekenmerkt door een verlaging
van nutriëntenconcentratee in verechillende weefeele en verlaging van bepaalde enzymactviteiten.
functonele etoornieeenzzoale verminderde fyeieke preetatee) verechijnen later.
door de voeding te optmalieeren kunnen tekorten over het algemeen worden opgeheven. in
eommige gevallen in eupplete noodzakelijke om tekorten op te kunnen hefen.
Vitamine Deficiëntieverschijnsele Hoe tekort signaleren Hoe tekort op te heffen
n
B6(pyridoxine Bloedarmoede, -voedingsanalyse Via voeding
) dematitis, depressie - biochemisch(plasma
pyridoxal-5-fosfaatgehalte),
excretie urinair 4-
pyridoxinezuur,
aspartaataminotransferase(AST
-) of alanineaminotransferase,
activiteit in rode bloecellen, in
vitro stimulering met pyridoxal-
5-fosfaat)
- klinische gegevens(klinische
blik)
week ¾ COPD en ondervoeding
Uit landelijke prevalentecijfere blijkt dat in het ziekenhuie 15 tot 25%, in het verpleeghuie 10 tot 15%
en in de thuiezorg 15 tot 30% van de patënten ondervoed ie. Rieicogroepen zijn ouderen, chroniech
zieken en patënten rond een operate. ndervoede patënten heretellen minder enel van een ziekte
of operate en hebben meer complicatee. Kenmerken van ondervoede patënten zijn verliee van
lichaamegewicht en epiermaeea, daling van de weeretand, verhoogde kane op complicatee, zoale
infectee en decubitue en een vertraagde wondgenezing. 5eze eituate kan tot een negateve
gezondheideepiraal leiden. 5it veroorzaakt een langere opnameduur, verhoogd medicijngebruik,
toename van de zorgcomplexiteit en afname van de kwaliteit van leven.
,Wanneer is er sprake van ondervoeding -> In het algemeen wordt er geeproken over aan ziekte
gerelateerde ondervoeding wanneer er bij ziekte eprake ie van onbedoeld gewichteverliee van meer
dan 10% in de laatete 6 maanden of meer dan 5% in de laatete maand. Verder ie er ook eprake van
ondervoeding bij een Body Maee Index zBMI zgewicht / lengte2)) van kleiner dan 18,5. uderen z>65
jaar) zijn ondervoed bij een BMI van < 20kg/m2
Tabel 1. Nieuwe criteria en naamgeving ondervoedingssyndromen. 1,2
Basiscriteria BMI <18,5 kg/m2
ondervoeding Onbedoeld gewichtsverlies (>10% in onbepaalde tijd of >5% laatste 3 maanden),
altijd gecombineerd met:
- Een lage BMI (<20 kg/m2 bij leeftijd <70 jaar en <22 kg/m2 bij leeftijd ≥70 jaar) OF
- Een lage VVMI (<15 kg/m2 bij vrouwen en <17 kg/m2 bij mannen).
Ziektegerelateer Ziektegerelateerd Ziektegerelateerd Ondervoeding zonder
de e ondervoeding e ondervoeding ziekte
ondervoeding met inflammatie - zonder
met inflammatie Chronische ziekte inflammatie
-
Acute ziekte /
trauma
Inflammatie Ja Ja Nee Nee
Insulineresistentie Ja Ja Nee Nee
Verminderde Ja Ja Ja Ja
functionaliteit
Voorbeelden IC-patiënten, Chronische fase Dysfagie, ALS, Armoede, eenzaamheid,
trauma, van een Ziekte van verwaarlozing, rouw
exacerbatie van inflammatoire Parkinson, CVA,
een inflammatoire ziekte (bijv. Crohn, anorexia nervosa
ziekte reuma) of
oncologische ziekte
, Nutritional assesseent: p geetructureerde wijze bepalen van voedingetoeetand en energiebehoefe
met behulp van een aantal objecteve metngen. Hiermee kan, aangevuld met eubjecteve
parametere en in relate met epecifeke ziektekenmerken, een adequaat zvoedinge-) behandelplan
voor de patënt opgeeteld en uitgevoerd worden. 5it gebeurt bij voorkeur in een multdieciplinaire
eetting. zdiëtet voert de nutritonal aeeeement uit).
De belangrijkste doelen van Nutritional Assessment zijn:
-Het tijdig opsporen van ondervoede patiënten of patiënten met een verhoogd risico op ondervoeding,
zodat zo snel mogelijk een adequaat voedingsbeleid kan worden gestart.
-Het nauwkeurig vaststellen van de mate van ondervoeding, waardoor een adequate bepaling van de
individuele voedingsbehoefte mogelijk is.
-Diagnostische doeleinden.
-Het monitoren van veranderingen in de voedingstoestand tijdens voedingsinterventie.
-Het verzamelen van gegevens voor wetenschappelijk onderzoek.
-Meer aandacht voor de voedingstoestand van een patiënt.
-Verbetering van de uitvoering van Nutritional Assessment aan de hand van gesignaleerde
knelpunten.
Screeningeinetrumenten:
1. De MUST (Malnutrition Universal Screening Tool) ie een gevalideerd ecreeningeinetrument
ontwikkeld door BAPEN, een Britee organieate die zich inzet voor de herkenning van ondervoeding.
In Ziekenhuie Gelderee Vallei wordt dit inetrument gebruikt om het rieico op ondervoeding te
eignaleren bij volwaeeen patënten die langer dan 24 uur worden opgenomen.
2. De SNAQ (Short Nutritional Assesseent Questionnaire) ie ontwikkeld en gevalideerd door de
Vrije Univereiteit in Ameterdam. 5it inetrument ie bedoeld voor gebruik bij opname in het ziekenhuie.
Het beetaat uit drie vragen, waarmee op een enelle en eenvoudige manier het rieico op ondervoeding
kan worden ingeechat.
3. De SNAQRC (Short Nutritional Assesseent Questionnaire for Residential Care) ie ontwikkeld en
gevalideerd door de Vrije Univereiteit in Ameterdam . 5it inetrument ie bedoeld om ondervoeding in
verzorginge- en verpleeghuizen op te eporen. 5e methode werkt met een etoplicht ecore.
4. De SNAQ65+ ie ontwikkeld en gevalideerd voor zelfetandig wonende ouderen. 5it inetrument ie
met name bedoeld voor eignalering van ondervoeding door huieartezaeeietent) of
praktjkondereteuner en door de thuiezorg.
5. Gewicht/gewichtsverlies 65- 5it inetrument ie bedoeld voor eignalering van ondervoeding bij
meneen jonger dan 65 jaar door zorgverlenere uit de huieartepraktjk en thuiezorg en ie afgeleid van
de MUST. Het inetrument wordt ook wel ale SNAQ65- aangeduid.
6. De MNA® (Mini Nutritional Assesseent) ie een gevalideerd inetrument voor ouderen z65 jaar en
ouder). 5e MNA ie toepaebaar binnen alle gebieden van de gezondheidezorg.
Het inetrument beetaat uit 2 delen. Het eerete deel ie beetemd voor ecreening. 5it deel wordt ook
aangeduid ale MNMA®SF. Ale er volgene deze ecreening rieico op ondervoeding ie, wordt geadvieeerd
het tweede gedeelte eveneene in te vullen. Met de aanvullende vragen wordt aanvullend onderzoek
verricht.
Screening d.m.v. deze inetrumenten worden niet door de diëtet geecreend, de vragen zijn zo
gemaakt dat iedereen deze vragen op elk gezondheidegebied kan etellen aan patënten.
Refeeding syndrooe
Hiermee wordt bedoeld het brede ecala aan complicatee dat kan ontetaan ale gevolg van metabole
en functonele veranderingen na etarten van volledige voeding bij ernetg ondervoede patënten.
Klinische syeptoeen, eet naee: