Filosofi van Mins in Maatschaappij
Hoorcollege 1
Er zijn 4 soorten vragen:
1. Bedrijfseconomische vragen
2. Fundamenteel economische vragen. Bv. wat houdt eigenbelang in?
3. Normatieve vragen. Bv. wanneer is het marktmechanisme niet wenselijk?
4. Wetenschapsflosofsche vragen. Is economie, als wetenschap, waardevrij?
Filosofsche instelling en vaardigheid kan (bedrijfs)economen helpen bij verhelderen en
kritisch bevragen van de veronderstellingen in hun modellen en theorieën, hoe deze zich
verhouden tot de realiteit, of de bedrijfsstrategieën en beleidsaanbevelingen die eruit
voortvloeien wenselijk zijn.
Hoorcollege 2
Homo ichonomichus
Homo economicus is het rationale individu dat in alle omstandigheden de toekomstige
gevolgen en alternatieven zo goed mogelijk berekent en vervolgens het beste alternatief
kiest.
1. Hij is perfect rationeel, hij vervult de hoogst gerangschikte preferentie tegen een zo
laag mogelijke kost.
2. Zijn overtuigingen, en handelingen, zijn consistent en coherent. Preferenties zullen
niet zomaar veranderen (transiviteit). Ook is hij altijd bereid tot compromissen. Er is
niets dat hij principieel niet bereid is om te doen.
3. Wat wordt bedoeld met het verwachte nut? Dat kan worden gedreven door egoïsme;
ons gedrag wordt volledig bepaald door eigenbelang. Kan ook door altruïsme; we
houden rekening met de belangen van anderen.
Hier zijn een drietal stromingen over;
a. John Stuart Mill, Milliaanse model; economie is de wetenschap die het menselijk
handelen bestudeert voor zover het gericht is op het vermeerderen van rijkdom.
Materieel rijkdom en eigenbelang in enge materiele zin van het woord.
b. De mens doet datgenen wat voor hem de meest aangename prestatie oplevert,
zoveel mogelijk plezier hebben.
- Sympathie: eigenbelang en andermans belang gaan samen. Geld geven aan
een bedelaar omdat je jezelf er beter bij voelt.
- Betrokkenheid: je geef geld aan een goed doel, maar geef niks om
minderbedeelden. Het is een soort morele verplichting, het strookt niet met
je persoonlijke nut.
c. Eigenbelang wordt losgemaakt van de calculus van pijn en plezier, en wordt
geabstraheerd tot datgene wat wordt geprefereerd in een bepaalde situatie. Er
wordt gemaximeerd wat hij ‘goed’ vindt.
,Kritiek op de homo economicus:
1. Mensen hebben een beperkte rekencapaciteit. Er zijn ontelbare alternatieven.
Mensen hebben daarom vuistregels, dit geef geen optimale keuze, maar wel een
bevredigend gevoel. Mensen hebben een beperkte rationaliteit. Ze proberen de
complexiteit van de beslissing te reduceren.
2. Mensen zijn vaak inconsistent. Dit kan komen door interne ambivalenties, je wilt
stoppen met roken maar hebt toch zin in een peuk. Ook wilszwakte (akrasia) is hier
van belang, een lange termijn doel met grote beloning wordt opzijgeschoven voor
een kleine beloning op korte termijn. Ook baseren mensen hun keuzes aan de manier
waarop het is gepresenteerd (framing efects).
3. Te enge en te brede invulling eigenbelang. Veel mensen zijn vaak egoïstisch, maar dat
betekent niet dat iedereen altijd egoïstisch is. De homo economicus faalt als
descriptieve theorie voor normale mensen in hun alledaagse interacties met elkaar.
Eigenbelang wordt een tautologie, het verklaart alles en daarom ook niets.
Hominis ichonomichi
Instituties zijn relatief stabiele patronen van min of meer formele regels, gewoontes,
praktijken en tradities die de sociale interacties tussen leden van een samenleving mee
helpen organiseren. Ze belichamen de verwachtingen die mensen van elkaar hebben, en
leggen rechten en plichten naar elkaar vast. Op deze manier wordt het sociale leven niet
door volledige onzekerheid gekenmerkt.
De focus op wederzijdse voordelen van voordelig ruilen is het belangrijkste aspect van de
economische wetenschap. De homines economici hebben baat bij sociale interacties.
De onzichtbare hand
Mandeville vergelijkt de samenleving met een bijenkorf. Als de moralisten (priesters) de
macht grijpen, dan zou die ongetwijfeld gemoraliseerd worden. Egoisme, ijdelheid en
luxezucht zouden worden uitgebannen. Het zou in de bijenkorf sober en ernstig worden,
maar ook arm en treurig. Hij is daarom ook van mening, private ondeugden zorgen voor
publieke voordelen. Voor een goed functionerende samenleving maakt het niet uit of
mensen ondeugden uithalen. Voor een goede samenleving hoeven mensen niet per se goed
te zijn.
Adam Smith zegt dat het nastreven van het eigenbelang leidt tot het algemene belang. Als
iedereen handelt vanuit eigen belang dat is er als het ware een onzichtbare hand die achter
de rug van mensen om hun handelingen richt op het algemene belang. Je gaat niet naar de
bakker om zijn kinderen naar school te kunnen sturen, dat doe je om je honger te stillen. We
worden hier niet alleen beter van, er komen wederzijdse voordelen bij. Het geloof in de
onzichtbare hand is nog steeds de kern van de verdediging van de vrije markt.
Hoe de markt faalt; collecteee acte roblemen
Een voorbeeld; je zit op het strand en je denkt bij jezelf ‘laat ik mijn afval hier achter?’ Als
iedereen economisch rationeel is en enkel aan eigenbelang denkt, dan zijn er situaties
waarin het voor iedereen slecht is, want niemand zal hier opruimen. Het mechanisme van de
onzichtbare hand werkt dan niet. Het leidt onvermijdelijk tot een situatie die niemand
prefereert.
,Zo hoopt elk individu dat anderen een staking zullen opzeten, maar willen ze zelf niet
meedoen. Het individueel en maatschappelijke belang lopen uiteen, wat goed is voor een
individu is dat niet voor de maatschappij.
- Pareto-verbetering; een verbetering waarbij minstens 1 partij wint, zonder
dat een partij verliest.
- Nash-evenwicht; elk economisch rationeel individu heef geen belang bij om
van hun keuze af te wijken (bij de keuze-matrix). Bij wederzijdse niet-
coöperatie heef geen partij enkele reden om van strategie te veranderen.
Als er ook maar de geringste onzekerheid bestaat over de (economische) rationaliteit van de
ander, dan wordt het rationeel om te proberen om de ander te verleiden tot wederzijdse
coöperatie.
Hoe homines economici s ontaan samenwerken
Met een goed imago kom je vaker in een optimale situatie waarin iedereen samenwerkt. Op
termijn dus groter persoonlijk nut dan voortdurend in een situatie van wederzijdse niet-
coöperatie. Als interactie verloopt tussen actoren die van elkaar weten dat ze in de toekomst
nog met elkaar te maken hebben, dan weten ze dat ze bij niet-coöperatie bij de
eerstvolgende gelegenheid wordt afgestraf. Maar als je weet dat de interactie op een
bepaald moment zal ophouden, weet ik dat de tegenstander zal proberen van mijn
coöperatieve gesteldheid te profteren. Je hebt dan belang om zelf niet-coöperatief te
spelen. De ander weet dat ook weer en zal daar bij de voorlaatste interactie ook niet-
coöperatief opereren, dit heet het roll-backefect, het resultaat is dat beide spelers vanaf het
begin niet-coöperatief spelen. Uit empirische studies blijkt dat partijen in realiteit meestal
cooperatief blijven tot enkele zeten voor het einde.
Hoe de staat werkt, de onzichtbare euist
Om tot een sociaal optimale uitkomst te komen, sluiten partijen onderling contracten af en
roepen ze een instantie in het leven die bestrafend kan optreden wanneer een van de
partijen contractbreuk pleegt. Hiermee kan de overheid coöperatief gedrag belonen en niet-
coöperatief bestrafen.
Hobbes
In de natuurtoestand zijn mensen bezig met eigen belangen. Hier bestaan geen rechten
plichten en zijn mensen gelijk aan elkaar, er is een continue dreiging van geweld. Deze
natuurtoestand is een theoretische fctie. Uiteindelijk zien mensen in dat het in hun
eigenbelang is wanneer mensen afspraken met elkaar maken. Mensen staan hun macht af
aan een externe arbiter; de Leviathan. Dat noemt hij een sociaal verdrag, waarin mensen
hun eigen macht afstaan waarbij iedereen partij is, behalve de staat zelf. Staatsdwang wordt
hier gelegitimeerd door hypothetische instemming van burgers. Zonder overheid kunnen
mensen niet samenleven.
Homo economicus naar homo sa iens
Echte mensen, homo sapiens, leven mee met anderen, internaliseren sociale en morele
normen en kennen plichtsbesef, waardoor ze spontaan en zonder dreiging met elkaar
omgaan zonder dreiging van controles en sancties. Het mensbeeld van de HE is te eng en
materieel.
, Hoorcollege 3
Jean Jacques Rousseau (1712-1778)
Adam Smith en Thomas Hobbes stellen het individu centraal en legitimeren
maatschappelijke instituties vanuit een specifek mensbeeld.
Als je homo economicus bent dan is vrije markt het meest wenselijke.
Taomas Hobbi:
- Als ieder voor eigenbelang gaat dan kom je op verschrikkelijk toestand wat de
natuurtoestand wordt. Vanuit een pessimistisch mensbeeld (wolf voor mensbeeld)
schetst hobbes het samenleven als een gigantische collectieve actie probleem.
- Net zoals bij vrijbuitersgedrag en marktalingen, ontstaan door egoïsme en
wederzijds wantrouwen een sociaal suboptimale situatie (oorlog van allen tegen
allen) de onzichtbare hand werkt dus niet! Krijgt oorlog als je vrije markt doet want
iedereen is egoïstisch. --> natuurtoistand. Collectieve actie probleem.
- Mensen zijn best slim en zien dat eigenbelang niet werkt in die wereld. Mensen
hebben rede en zien in dat het beter is als ze zich vrijwilliger onderwerpen aan regels
en instanties. Door die hoge instanties ontstaat orde en samenwerken. --> zou niet
kunnen zonder staat. Door zich te verenigen en een deel van de eigen macht af te
staan richten mensen een staat op die legitiem is omwillen van de vrijwillige
instemming en de wenselijke resultaten die ze boekt.
Toipassing bidrijfslivin
- Vrijbuitersgedrag bedreigt samenwerking binnen bedrijven, waardoor competitiviteit
en levensvatbaarheid onder druk komt te staan.
- In functie van wenselijke resultaten (voor het bedrijf in zijn geheel en dus ook voor
de werknemers; faillissementen zijn voor niemand wenselijk) leggen bedrijven
afspraken vast waarin werknemers tot wenselijk gedrag en samenwerking worden
gedwongen. Alle werknemers onderwerpen zich vrijwillig hieraan, omdat ze inzien
dat een bedrijf zonder afspraken, machtsuitoefeningen en sancties zou verzanden in
chaos en wanorde.
- Machtsuitoefeningen maakt wederzijds voordelige marktinteracties mogelijk.
"Covenants without the swords are but words'' Leviathan, Hobbes 1651.
Jian-Jachquis Roussiau:
Is een flosoof in de tijd van de verlichting, maar was in strijd met wat in die tijd gezegd werd.
Rousseau zegt dat cultuur zorgt voor verval. Is in tegenstelling in die tijd waar ze zeggen dat
groei in rationaliteit en wetenschap zorgt voor sociale culturele morele politiek vooruitgang.
- ''De mens wordt vrij geboren en overal ligt hij in de keten''.
- "De natuur heef me gelukkig en goed gemaakt en als ik dat niet ben is het de schuld
van de samenleving."
De maatschappij maakt ons ongelukkig. Tegenovergestelde van Hobbes, want die ziet
natuurtoestand als heel slecht.