Basisboek Huiselijk geweld
Hoofdstuk 1 Definitie en begripsafbakening
Inconvenient truth: veel mensen weten dat het er is, maar hebben het er liever niet
over.
Volgens recent onderzoeken doen zich in ons land elk jaar 200.000 ernstige
incidenten van huiselijk geweld voor. Met minder ernstige incidenten erbij zelfs
meer dan een miljoen.
1 op de 5 vrouwen wordt binnen haar relatie ooit mishandeld.
Volgens schatting vallen er elk jaar zeker 150 dodelijke slachtoffers; 75
vrouwen, 25 mannen en 50 kinderen.
Kenmerken van geweld in gezinnen
Een belangrijk kenmerk is de onzichtbaarheid, het in stand houden door
geheimhouding (als gevolg van schaamte). Daarnaast wordt dit geweld gekenmerkt
door zijn omvang, namelijk jaarlijks meer dan 60.000 meldingen van huiselijk geweld.
Meestal doet geweld in de privésfeer zich met grote regelmaat voor, wekelijks of
dagelijks. Dat noemen we structureel geweld. Wanneer we het hebben over
eenmalig geweld of hooguit enkele incidenten, spreken we van incidenteel geweld.
De verschillende vormen van geweld;
- Fysieke mishandeling
- Seksuele mishandeling
- Psychische of emotionele mishandeling
- Fysieke verwaarlozing
- Psychische of emotionele verwaarlozing
- Financiele uitbuiting.
Cyclisch verloop huiselijk geweld
Fase 1: Oplopende spanningen
Slachtoffer en pleger bouwen een patroon van woordenwisselingen, schelden,
uitdagen en dreigen op. Er is sprake van onenigheid zonder oplossing.
Fase 2: Aanloop naar (nieuw) geweld
De spanningen leiden tot angst, onderwerpingen en aanstekelijke word. Beide
partners verliezen controle.
Fase 3: De geweldsuitbarsting
De spanningen escaleren in fysiek, seksueel of psychisch geweld. Het geweld kan
eenzijdig zijn (pleger mishandelt slachtoffer), het kan ook wederzijds geweld zijn.
Fase 4: Wittebroodsweken
Shock, ontkenning, ongeloof en schaamte. De pleger voelt zich schuldig en tracht de
relatie weer goed te krijgen: ‘het gebeurt nooit meer …’.
De ernst van de gevolgen hangt af van allerlei factoren, zoals de ernst en de duur
van het geweld, de mate van macht en dwang van de pleger, de mate van opgelegde
geheimhouding, de leeftijd van het slachtoffer, de relatie van het slachtoffer en de
pleger en de opvang na het geweld. Factoren die de ernst kunnen verzwakken zijn
onder meer de overlevingskracht en draagkracht van het slachtoffer en de steun
vanuit de omgeving.
De verschillende gevolgen van geweld;
, - Fysieke gevolgen
- Psychische gevolgen
- Psychosociale gevolgen
- Transgenerationele overdracht
- Maatschappelijke gevolgen.
Kindermishandeling
Fysieke kindermishandeling leidt volgens Rensen tot psychisch isolement en een
verstoorde sociale en intellectuele ontwikkeling.
Psychische mishandeling, zoals afwijzing, kan tot gevogl hebbend at kinderen zich
ontwikklen tot ‘klampers’ of tot angstige, vermijdende mensen.
Psychische verwaarlozing kan leiden tot ‘een onstilbare honger naar affectie’.
Seksueel misbruik kan, afhankelijk van de aard, de duur en de context, leiden tot
schaamte- en schuldgevoelens, verminderd gevoel van eigenwaarde, angstreacties,
psychosomatische klachen, relatieproblemen, twijfels over de seskuele identiteit,
‘verseksualiseerd gedrag’ en exhibitionisme.
Daarnaast kan kindermishandeling volgens Rensen leiden tot psychiatische
stoornissen. Bijvoorbeeld depressies, posttraumatische stressstoornissen en
persoonlijkheidsstoornissen.
Huiselijk geweld vanuit verschillende perspectieven
Psychopathologie: een deel van de plegers is ronduit psychopatisch.
Lange tijd werd gedacht dat huiselijk geweld volledig te verklaren was vanuit de
psychopathologie of psychiatrie.
Volgens wetenschappers wordt in principe elk gedrag aangeleerd en kan het, onder
bepaalde voorwaarden, ook weer worden afgeleerd. Het kan dus zo zijn dat in de
opvoeding van kinderen iets gebeurt dat hen ertoe brengt om op latere leeftijd in
intieme relaties geweld te gebruiken. Mogelijk belonen de ouders (bewust of
onbewust) hun kind als het geweld gebruikt of geven ouders het voorbeeld. Ook kan
het zijn dat het gebruik van geweld zelf iets uitgaat dat de plegers net zo bevredigend
of belonend ervaren als een compliment, aandacht of aanmoediging.
Machtsverschillen: na de jaren zeventig ontstond er een andere kijk op huiselijk
geweld. Tijdens de tweede emancipatie golf kwam er meer aandacht voor de
machtsverschillen tussen mannen en vrouwen. In deze tijd ontstonden de eerste blijf-
van-mijn-lijfhuizen. Geweld in gezinnen werd in deze jaren vooral gezien als gevolg
van de machtsverschillen. Kinderen zijn voro hun ontwikkeling afhankelijk van de
zorg en aandacht van hun ouders. maar er kan ook machtsverschil voorkomen
tussen volwassen kinderen en hun oude ouders, die misschien afhankelijk zijn van
de zorg van hun kinderen.
Strafrecht: sinds begin deze eeuw zijn we ons er meer bewust van geworden dat
huiselijk geweld niet een priveprobleem is dat binnen de beschutting van het
gezinsleven achter de voordeur ontstaat en opgelost moet worden. Gewelddadig
gedrag is delictgedrag. Het Wetboek van Strafrecht maakt een onderscheid tussen:
a) Mishandeling en andere vormen van fysiek geweld
b) Psychisch geweld
c) Belaging (of stalking)
Bij belaging wordt iemand opzettelijk en herhaaldelijk lastiggevallen.
Systeemtheorie: de systeemtheorie ziet het geweld niet als de daad van één
gezinslid tegen een ander, maar als een verschijnsel dat zich in de wisselwerking
, tussen beiden voordoet. Een gezin wordt gezien als een samenhangend geheel dat
funcioneert in een maatschappelijke context en dat probeert de interne balans te
bewaren. Uitgangspunt is dat in geweldstituaties doorgaans sprake is van interactie –
en gedragspatronen tussen betrokkenen in een systeem die het geweld opwekken
en in stand houden. De systeembenadering contextualiseert huiselijk geweld, dat wil
zeggen: huiselijk geweld wordt gezien als iets wat ontstaat en kan blijven bestaan in
een specifieke context. Zo kan huiselijk geweld banderd en verklaard worden vanuit
het niveau van de cultuur, de maatschappij, het netwerk om het gezin heen, de
omstandigheden in en rond het gezin, en het individu met zijn biologische context.
Wie huiselijk geweld bestudeert vanuit dit perspectief zal zich in de aanpak dus niet
uitsluitend concentreren op het straffen van de pleger en het bieden van hulp aan
slachtoffers of getuigen, maar op de onderlinge relatie tussen de gezinsleden en op
de omstandigheden waarin het gezin functioneert.
Ontwikkelingen in volgelvlucht
Van privegeweld tot publieke zaak: tot eind van de vorige eeuw bemoeide de
overheid zich het liefst zo min mogelijk met huiselijk geweld. Pas als de kinderen zich
in het openbaar misdroegen of als er sprake was van aantoonbare, zichtbare
mishandeling of verwaarlozing, greep de overheid in. De overheid heeft met de
kabinetsnota Prive geweld – Publieke zaak (ministerie van justitie, 2002) een andere
toon gezet. Huiselijk geweld wordt omschreven als delictgedrag. Daarmee is de
overheid gerechtvaardigd, amar zelfs verplicht om in te grijpen.
Van zorgzaak naar veiligheidszaak: toen in de jaren negentig de eerste grootschalige
onderzoeken naar huiselijk geweld werden uitgevoerd en er politiek meer aandacht
voor ontstond, kreeg de politie een steeds belangrijkere rol. In 2002 gaf de Raad van
Hoofdcommissarissen opdracht tot een groot, landelijk project dat tot doel had de
deskundigheid van politiemensen te bevordefren en de samenwerking tussen de
politie en de zorgsector op gang te brengen. In 2003 vaardigde de top van het
Openbaar Ministerie richtlijnen uit in de vorm van een Aanwijzing huiselijk geweld.
Daarin staat beschreven hoe het OM, de politie en de reclassering bij opsporing en
vervolging van huiselijk geweld moet handelen.
Decentralisatie, aanpak op maat: vanaf 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk
geworden voor tal van taken die tot die tijd onder verantwoordelijk van rijk of
provincies vielen. Gemeenten ontwikkelen in principe een eigen beleid voor de
aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Leidende gedachte achter de
decentralisatie van onder meer de jeugdzorg is dat mensen zelf verantwoordelijk zijn
voor hun eigen zelfredzaamheid en participatie en dat ze eerst hun eigen
mogelijkheden en sociale netwerk moeten aanspreken, voordat ze beroep doen op
voorzieningen die met publiekgeld worden gefinancierd.
Elke gemeenten voert dus vanaf 2015 een eigen beleid voor de aanpak van huiselijk
geweld en kindermishandeling. Dat beleid wordt gekenmerkt door een aanpak op
wijkniveau.
Huiselijk geweld is geweld dat geraadpleegd wordt door iemand uit de huiselijke
kring van het slachtoffer.
In de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling wordt huiselijk geweld
omschreven als; fysiek, psychisch of seksueel geweld of bedreiging daarmee dat
gepleegd wordt door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer. Daaronder
kunnen tevens worden verstaand: eergerelateerd geweld en oudermishandeling.