Samenvatting Immunologie:
Aangeboren immuniteit I
Afweer:
-3 linies
1. Eerste lijn van afweer
-Intacte huid, niet doordringbaar
-Slijmerig membraan
-Lage pH en antimicrobiële stoffen
2. Tweede lijn van afweer à complementsysteem
-Aangeboren afweer: van nature aanwezig na de geboorte
-Natuurlijke dodende cellen en fagocytose witte bloedcellen
-Snelle en krachtige respons
-A-specifiek
-Ontsteking
-Koorts
-Antimicrobiële stoffen
3. Derde lijn van afweer àcomplementsysteem
-Verworven immuniteit: ontwikkelt zich gedurende het leven à specifieke respons
tegen een bepaalde binnendringer
-Tragere respons
-Gespecialiseerde lymfocyten : T en B cellen
-Antilichamen
3 linies:
1.Voorkomen van binnendringende pathogenen
2.Grof geschut om indringers snel op te ruimen
3.Specifieke reactie met geheugen
Scheiding aangeboren en verworven immuniteit:
-Evolutionair:
-Lagere diersoorten hebben simpeler afweer
-Vergelijkbaar met aangeboren immuunsysteem
-Functie:
-Aangeboren: reactie verandert niet tijdens leven
-Verworven: verandert en heeft geheugen
-Celtypen: lymfocyten
Immuniteit:
-Witte bloedcellen (lymfocyten) zijn betrokken bij de 2e en 3e linie
-2e linie is de aspecifieke afweer
-Aangeboren immuniteit
,-3e linie is de specifieke afweer
-Verworven immuniteit
-Indeling is gemaakt op rijping van bloedcellen
Verdeling van de bloedcellen naar functie en immuniteit:
Eerste lijn verdediging:
A-specifieke afweer:
1.Fysische factoren
-Huid
-Ondoordringbaar
-Droog
-Zouten zijn antibacterieel
-Mucosa ( slijmvlies )
-Bevat antimicrobiële eiwitten
-Voorkomt aanhechting van micro-organismen
2.Chemische factoren
-Talg: vetzuren hieruit zijn groei remmend voor micro-organismen
-Lage pH (3-5) van de huid
-Maagzuur : pH (1,2-3)
-Zweet, tranen, slijm en andere weefselvloeistoffen bevatten antimicrobiële stoffen
-Transferrine in bloed competitie met bacteriën om binding met ijzer
3.Normale flora
-Op en in lichaam
-Microbieel antagonisme door competitie tussen microben
-Normale microbiota beschermen gastheer door op plekken te zitten waar
pathogenen kunnen komen
-Productie van zuren
-Productie van bacteriocinen
, Tweede lijn verdediging:
-A-specifiek
-Snelle respons
-Granulocyten en macrofagen
-Doden pathogenen met grof geschut
-Productie antimicrobiële stoffen
-Productie zuurstof radicalen
-Opeten van deeltjes/pathogenen
à fagocytose:
1.Chemotaxis
2.Opname door cel
3.Vorming fagosoom
4.Fusie phagosoom met lysosoom (fagolysoom)
5.Vertering
6.Onverteerbaar materiaal
7.Exocytose
Differentiatie:
-Scheiding aangeboren en verworven immuunsysteem is ook terug te vinden in de
differentiatie van bloedcellen
Myeloïde cellen (2e lijn verdediging):
-Macrofagen
-Fagocytose
-Weefsel herstel
-Granulocyten
-Neutrofielen
-Sterk fagocyterend
-Accumulatie (ophoping) in beginfase ontsteking
-Basofielen
-Reactief bij sommige allergieën door vrijlating van histamines
-Eosinofielen
-Productie van stoffen tegen parasieten
-Beetje fagocyterend
Lymfoïde cellen (voornamelijk 3e lijn verdediging):
-Natuurlijk dodende cellen
-Geen specifieke herkenning
-Afwijkingen in plasma membraan eiwitten worden herkend
-Na binding aan doelwitcel (bv. Tumorcel), afgifte van granzyme en perforine
à cytotoxisch
Aangeboren immuniteit I
Afweer:
-3 linies
1. Eerste lijn van afweer
-Intacte huid, niet doordringbaar
-Slijmerig membraan
-Lage pH en antimicrobiële stoffen
2. Tweede lijn van afweer à complementsysteem
-Aangeboren afweer: van nature aanwezig na de geboorte
-Natuurlijke dodende cellen en fagocytose witte bloedcellen
-Snelle en krachtige respons
-A-specifiek
-Ontsteking
-Koorts
-Antimicrobiële stoffen
3. Derde lijn van afweer àcomplementsysteem
-Verworven immuniteit: ontwikkelt zich gedurende het leven à specifieke respons
tegen een bepaalde binnendringer
-Tragere respons
-Gespecialiseerde lymfocyten : T en B cellen
-Antilichamen
3 linies:
1.Voorkomen van binnendringende pathogenen
2.Grof geschut om indringers snel op te ruimen
3.Specifieke reactie met geheugen
Scheiding aangeboren en verworven immuniteit:
-Evolutionair:
-Lagere diersoorten hebben simpeler afweer
-Vergelijkbaar met aangeboren immuunsysteem
-Functie:
-Aangeboren: reactie verandert niet tijdens leven
-Verworven: verandert en heeft geheugen
-Celtypen: lymfocyten
Immuniteit:
-Witte bloedcellen (lymfocyten) zijn betrokken bij de 2e en 3e linie
-2e linie is de aspecifieke afweer
-Aangeboren immuniteit
,-3e linie is de specifieke afweer
-Verworven immuniteit
-Indeling is gemaakt op rijping van bloedcellen
Verdeling van de bloedcellen naar functie en immuniteit:
Eerste lijn verdediging:
A-specifieke afweer:
1.Fysische factoren
-Huid
-Ondoordringbaar
-Droog
-Zouten zijn antibacterieel
-Mucosa ( slijmvlies )
-Bevat antimicrobiële eiwitten
-Voorkomt aanhechting van micro-organismen
2.Chemische factoren
-Talg: vetzuren hieruit zijn groei remmend voor micro-organismen
-Lage pH (3-5) van de huid
-Maagzuur : pH (1,2-3)
-Zweet, tranen, slijm en andere weefselvloeistoffen bevatten antimicrobiële stoffen
-Transferrine in bloed competitie met bacteriën om binding met ijzer
3.Normale flora
-Op en in lichaam
-Microbieel antagonisme door competitie tussen microben
-Normale microbiota beschermen gastheer door op plekken te zitten waar
pathogenen kunnen komen
-Productie van zuren
-Productie van bacteriocinen
, Tweede lijn verdediging:
-A-specifiek
-Snelle respons
-Granulocyten en macrofagen
-Doden pathogenen met grof geschut
-Productie antimicrobiële stoffen
-Productie zuurstof radicalen
-Opeten van deeltjes/pathogenen
à fagocytose:
1.Chemotaxis
2.Opname door cel
3.Vorming fagosoom
4.Fusie phagosoom met lysosoom (fagolysoom)
5.Vertering
6.Onverteerbaar materiaal
7.Exocytose
Differentiatie:
-Scheiding aangeboren en verworven immuunsysteem is ook terug te vinden in de
differentiatie van bloedcellen
Myeloïde cellen (2e lijn verdediging):
-Macrofagen
-Fagocytose
-Weefsel herstel
-Granulocyten
-Neutrofielen
-Sterk fagocyterend
-Accumulatie (ophoping) in beginfase ontsteking
-Basofielen
-Reactief bij sommige allergieën door vrijlating van histamines
-Eosinofielen
-Productie van stoffen tegen parasieten
-Beetje fagocyterend
Lymfoïde cellen (voornamelijk 3e lijn verdediging):
-Natuurlijk dodende cellen
-Geen specifieke herkenning
-Afwijkingen in plasma membraan eiwitten worden herkend
-Na binding aan doelwitcel (bv. Tumorcel), afgifte van granzyme en perforine
à cytotoxisch