Het effect van tijdelijke onthouding versus tijdelijke vermindering op het gewoontegebruik van de
smartphone
Naam: ,,,
Studentnummer: ,,,,
Cursus: Onderzoekspracticum Experimenteel Onderzoek (PB0422)
Examinatoren:
Inleverdatum: 16-02-2024
, Samenvatting
Ondanks de positieve aspecten van smartphones is er een groeiende groep mensen die hun
smartphonegebruik als problematisch ervaren. Ze willen handvatten hebben om het
smartphonegebruik in balans te brengen. Uit eerder onderzoek is bekend dat zogenaamde sweet-
spot interventies effectief kunnen zijn. Het huidige onderzoek borduurt daar op voort met de
onderzoeksvraag: “Wat is het effect van de interventies vermindering of onthouding van
smartphonegebruik in vergelijking tot een controlegroep op het gemiddelde aantal ontgrendelingen
en is dit effect sterker indien de alternatieve digitale apparaten ook onthouden worden?”
Dit is onderzocht met een experimenteel post-test only design waarbij 540 deelnemers (18 -
49 jaar) zijn opgedeeld in 3x2 condities. Hierbij werden twee interventies (onthouding en
vermindering smartphone) vergeleken met een controlegroep. De interventies duurden een week. De
helft van de deelnemers kreeg daarnaast een aanvullende instructie om zich te onthouden van het
gebruik van alternatieve digitale apparatuur. Het smartphone-gebruik na de interventie is gemeten
met een SDU Device Tracker. Resultaten zijn geanalyseerd met een factoriële ANCOVA met de
karaktereigenschap zelfcontrole als covariaat.
Uit de resultaten kan geconcludeerd worden dat de tijdelijke verminderinginterventie
effectiever is in het verminderen van de het gemiddelde aantal ontgrendelingen dan interventie die
zich richten op het onthouden van smartphonegebruik. Het effect van de interventie vermindering
wordt versterkt als deze wordt gecombineerd met onthouding van alternatieve apparatuur.
Deze inzichten helpen de hulpverlener bij het ontwikkelen van een gerichte Sweet-Spot
interventie voor het verminderen van gewoontegebruik van de smartphonegebruik als dat
problematisch wordt ervaren.
, Het effect van tijdelijke onthouding versus tijdelijke vermindering op het gewoontegebruik van de
smartphone
Smartphones zijn tegenwoordig voor veel mensen een essentieel onderdeel van het dagelijks leven.
In 2019 gebruikte 82,5% van de Nederlanders van 12 jaar en ouder een smartphone om te
internetten en in 2022 verstuurde meer dan 88% van diezelfde bevolkingsgroep berichten via
Whatsapp (CBS, 2019, 2022). De toegang tot mobiel internet heeft geleid tot de ontwikkeling van
verschillende applicaties en functies voor mobiele telefoons. Naast bellen, kun je met smartphones
foto’s en video’s maken, e-mails verzenden, bankzaken regelen en het nieuws bekijken. Mensen
hebben via hun smartphone toegang tot sociale media en kunnen er spellen op spelen. Ondanks de
positieve aspecten van smartphones is er een groeiende groep gebruikers die hun eigen gebruik als
storend, ongezond, overmatig en/of problematisch ervaart (Radtke et al., 2022). Om een gezonde
balans te vinden tussen smartphonegebruik en het offline leven, zoeken sommige gebruikers naar
strategieën en hulpmiddelen om hun smartphonegebruik te minderen. Deze strategieën variëren van
het gebruik van mobiele applicaties die helpen bij het controleren van gebruik en zelfhulpboeken tot
de jaarlijkse ‘National Day of Unplugging’ en zelfs digitale detoxreizen (Radtke et al., 2022; Syvertsen,
2017).
De vraag naar initiatieven om smartphonegebruik te minderen, suggereert dat het gedrag moeilijk te
veranderen is. Dit is in lijn met de bevinding dat overmatig gebruik zichzelf lijkt te versterken (Montag
et al., 2015). Een ander, gerelateerd perspectief op overmatig smartphonegebruik stelt dat het een
vorm van gewoontegedrag is dat vrijwel automatisch en onbewust wordt uitgevoerd (Shaw et al.,
2018). Dit wordt verder ondersteund door de observatie dat bepaalde gedragingen, zoals
automatisch naar de telefoon grijpen of meldingen controleren, deels onbewust van aard lijken te zijn
(Billieux et al., 2008; Brailovskaia et al., 2023). Als smartphonegebruik inderdaad voornamelijk
gewoontegedrag is, dan ondersteunt de wetenschappelijke literatuur indirect de stelling dat het niet
gemakkelijk te veranderen is. Het is algemeen aanvaard dat onbewuste gedragspatronen die
voortkomen uit gewoonte niet eenvoudig te doorbreken zijn (Montag et al., 2015).