Dit document bevat alle collegestof (PowerPoints, uitleg van de docent en responsiecollege) van het vak cognitieve en taalontwikkeling. Het document is ongeveer 90 pagina's, dus zeer uitgebreid!
De belangrijkste eigenschappen van taal benoemen en beschrijven.
De eigenschappen en verschillende standpunten t.a.v. de kritische/sensitieve periode voor
taalontwikkeling beschrijven.
Wat is taal?
“Een systeem waarmee een relatie kan worden gelegd tussen signalen en concepten” (Fitch, 2011).
Pragmatiek: Betekenis in de context. VB: je
praat anders tegen je oma dan tegen je
klasgenoot.
Semantiek: Letterlijke betekenis van
frasen/zinnen. Sterk verwant aan
woordenschatkennis.
Syntaxis: Frasen en zinnen. Onderliggende
structuur van zinnen/zinsdelen. Wordt ook
wel grammatica (op school) genoemd.
Morfologie: Woorden. De structuur/de
opbouw van woorden
Fonologie: Fonemen. Regels over hoe wij
woorden/klanken/intonatie uitspreken.
Fonetiek: Spraakklanken. Niet taal specifiek,
maar algemener. Gehoor- en spraakorganen.
Clark,
Herbert
(1996).
Using
language.
2
,Hockett’s kenmerken van mensentaal (4 van de 16):
Let op! We bespreken slechts 4 kenmerken, maar ALLE kenmerken maken onderdeel uit van de
tentamenstof.
Creativiteit (creativity): mensen (vooral kinderen) zijn goed in het bedenken van nieuwe
woorden. Deze woorden zijn ook herleidbaar (intuïtief weten wat het betekent).
Semanticiteit (semanticity): woorden kunnen verwijzen naar objecten, acties en ideeën. De
gibbon (aap) kan in zijn schreeuw onderscheid maken in wat voor roofdier er aan komt.
Arbitrariteit (arbitrariness): een willekeurige relatie tussen de betekenis van woorden en hoe
het woord klinkt. Vaak kun je niet weten van een woord hoe het klinkt weten wat de
betekenis is. Er zijn uitzonderingen: onomatopeeën (zoals ‘kwaken’, ’sissen’, ’pats’)
Verplaatsing (displacement): mensentaal kan gebruikt worden om te verwijzen naar iets dat
niet bestaat (fictie) of naar iets buiten het hier en nu (verleden). De bijen hebben hier
kenmerken van (ze “wagglen” een patroon, waaruit informatie te herleiden is over de locatie
waar de bij naar verwijst).
Dierentaal: kunnen dieren taal leren?
Dieren leren syntaxis:
Apen: Washoe (chimpanzee), Koko (gorilla), Nim (chimpanzee), Kanzi (bonobo).
Koko de gorilla leerde door Penny (verzorger) gebarentaal waardoor ze een gezamenlijke taal
deelden. Gebarentaal is gekozen omdat het spraakorgaan van apen te veel verschilt met dat van
mensen. Daarnaast is gebarentaal ook een even complexe taal als mensentaal.
Vogels: De vogels krijgen een beloning als ze op de juiste grammaticale patronen tikten. Vogels zijn
niet in staat om de onderliggende grammatica (patronen) te doorgronden.
Betekenis: “r” klank dat je weet dat al die vormen van r klanken
horen bij de “r” (klankcontrasten).
Chinchilla, grasparkiet en de Makaak aap kunnen
(mensen)klanken categorisch waar te nemen. Ze hebben hier wel
veel meer moeite mee. Er moest veel blootstelling hieraan
plaatsvinden voordat deze dieren het gedrag lieten zien. Ook was
dit op een andere manier dan dat mensen dat doen.
Samenvatting: hebben dieren taal of kunnen ze taal (of delen ervan) leren?
3
, Communicatiesystemen van andere dieren delen veel van de kenmerken van de menselijke
taal, maar:
o De overlap is zeer selectief
o Mensen maken veel sterker gebruik van alle mogelijkheden die de kenmerken bieden
Er is overlap in de manier waarop mensen en dieren spraakklanken verwerken, maar mensen
doen dit met een veel groter gemak
o Categorische perceptie
o Statistisch leren (zie Saxton, blz. 44-46)
Wat is taal?
Onze gedeelde capaciteit voor het leren
van taal (hetgeen wat we delen met de
dierenwereld) noemen we taalvermogen
– breed. Maar het deel wat we als
mensen hebben en wat dieren niet
hebben, noemen we taalvermogen –
smal.
Recursie: Onze kennis staat oneindig veel structuren toe, en in principe oneindig lange zinnen.
Mensentaal heeft deze eigenschap van taal wel, dierentaal heeft deze niet.
‘Jan slaapt’, ‘Ik denk dat Jan slaapt.’, ‘Piet hoorde dat Jan slaapt’
‘De oom van een bijzonder intelligente en succesvolle student van een bevriende professor
van mij hoorde dat Jan de auto die ik van de broer van de buurman van mijn tandarts
gekregen heb niet wilde wassen.’
“Dit spel heeft maar één regel en die luidt: dit spel heeft maar één regel en die luidt: dit ..”
De kritische periode: definitie
Onderzoek Wiesel en Hubel:
Een kattenoog afgeplakt gedurende een bepaalde
periode. De vraag was: als we dit doen, en we halen het
plakkertje na een paar weken weg, kunnen de katten
dan leren om te gaan zien, of niet?
Te maken met de visuele cortex: de blobs zijn gevoelig
voor kleur (details).
Conclusie: na een aantal weken waren katten niet meer in
staat om “leren om te zien”.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AnoukLoman01. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.