Samenvatting van de verplichte tentamen stof voor kwalitatief onderzoek communicatiewetenschap UvA jaar
Bevat alle verplichte stof voor het aankomende tentamen in het Nederlands.
H1, H2, H3, H4, H5, H7, H8, H9, H10 van het boek Succesful Qualitative Research van Braun en Clarke
De hoorcolleges
Het...
Kwalitatief onderzoek Samenvatting
Communicatiewetenschap - Universiteit van Amsterdam
Jaar 2018 -2019
Week 1
H1
De meest basis beschrijving van kwalitatief onderzoek is dat het woorden als data
gebruikt.
Paradigma → beliefs, assumpties, waarden en practices die gedeeld worden door
een onderzoeksgemeenschap. Het biedt een raamwerk voor onderzoek doen.
Big Q → het hele kwalitatieve paradigma toepassen → onderzoek geheel volgens
principes doen van kwalitatief onderzoek
Small Q → maar een aantal principes / technieken gebruiken uit kwalitatief
onderzoek
Verschillen kwalitatief en
kwantitatief onderzoek
Voorbeelden Small Q research:
- Een KO project mag worden gehouden in een realistische positieve manier
waar de waarden en assumpties van Big Q worden verworpen
- KO mag een voorganger zijn van kwantitatief → beginnen met interviews om
dingen te inventariseren en daarna daarop focussen in survey bijv.
- KO mag naast Kwantitatief worden gedaan → mixed method
- Kwalitatieve data mag worden genummerd en mag kwantiatief worden
geanalyseerd. Dit wordt vaak gedaan bij inhoudsanalyse.
1
,Fundament in kwalitatief onderzoek is dat er niet maar 1 correcte versie van de
realiteit of waarheid bestaat; het hangt vooral van de context af waarin iets zich
afspeelt. Dit geldt niet alleen voor de contect van data verzameling maar zoals de
setting tijdens een interview, maar ook de sociaal-economische / politieke setting
speelt een rol.
Andere factoren in het kwalitatief onderzoeksparadigma zijn:
- Het gebruik van kwalitatieve data, de analyse van woorden die niet te
reduceren zijn naar nummers
- Het gebruik van meer natuurlijke data verzamelingsmethodes die dichterbij
het echte leven liggen zodat ook de context kan worden meegenomen
- Interesse in meningen in plaats van reports en metingen van gedragingen of
interne cognities
- Inductief, theorie-genererende methode
- Een verwerping van natuurlijke wetenschap als een research model. Inclusief
het verwerpen van objectieve wetenschap.
- Erkenning dat onderzoekers hun subjectiviteit (referentiekader, meningen,
waarden etc.) meenemen in het onderzoek. Dit wordt gezien als een sterkte
ipv zwakte.
Geschiedenis
Vanaf 1980 heeft kwalitatief onderzoek een basisplek gekregen in onderzoek doen.
Het begon in het werkveld van Psychologie. Vanaf toen werden mensen gezien als
wezens die leven in een subjectieve, geïnterpreteerde wereld in hun eigen versie
van de realiteit. De relatie tussen persoon en context werd gezien als meer vloeiend
en wederkerig. Mensen maken hun eigen realiteit maar worden ook geconstrueerd
door de realiteit om hen heen.
Kwaliteiten die je nodig hebt om een goede kwalitatieve onderzoeker te worden. Je
moet:
- Een interesse hebben in processen en meningen
- Een kritische en nieuwsgierige benadering tot leven en kennis. Stel hoe en
waarom vragen over dingen
- De mogelijkheid hebben om te reflecteren op en buiten je culturele kader
stappen. Je moet je eigen gedeelde waarden en assumpties naast je neer
kunnen leggen om er open in te gaan.
- Goed kunnen luisteren naar wat er wordt gezegd en kritisch nadenken wat
dat betekent
- Kunnen reflecteren op je eigen rol als onderzoeker → ben je een insider (deel
je waarden met de onderzoeksgroep) of een outsider (heb je geen gedeelde
dingen met je groep)
- Interactie skills hebben die warmte en vertrouwen uitstralen zodat mensen
zich snel bij je op hun gemak voelen
2
,H2
10 fundamenten van kwalitatief onderzoek:
1. Kwantitatief onderzoek gaat over meningen en niet over nummers
a. Om te begrijpen wat iets is, is het ook handig om te weten wat het niet
is.
2. Kwalitatief onderzoek biedt niet “one single answer”
a. Er is meer dan 1 manier om betekenis te geven aan de data die we
analyseren → niet maar 1 juist antwoord
b. Anything goes
c. Data analyses die je doet zijn als verhalen, ze vertellen een deel van
wat er is gebeurd, maar elk vanuit een ander perspectief en subjectief
3. KO behandelt context als belangrijk
a. Informatie en kennis komen altijd ergens vandaan → ze worden
gecreëerd in bepaalde contexten
b. Context is subjectief en wordt niet gezien als bias die moet worden
verwijderd van het onderzoek
4. KO kan experiental of kritisch zijn
a. Het is open, onderzoekend en produceert diepe en rijke data. Er zijn 2
groepen te onderscheiden
i. Experiental research → valideert meningen, views,
perspectieven, ervaringen in data. Het gaat om de
interpretaties van deelnemers die worden gerangschikt,
geaccepteerd en op gefocust in plaats van gebruiken voor het
analyseren van iets anders.
1. Je vertelt het zoals het is.
2. Kijken in het hoofd van een persoon
ii. Kritische research → je gebruikt de data om iets anders te
onderzoeken. Je onderzoekt bepaalde representaties.
1. Je zoekt je eigen interpretatie van data
2. Meer diepgang → je stelt een vraag en je kijkt of dat
gegrond is in de cultuur.
5. KO is gegrond in ontologische assumpties
a. Ontologie → bepaald of we wel of niet denken dat de realiteit binnen
of buiten ons hoofd bestaat.
b. Realisme → mind independent truth → de realiteit bestaat geheel los
van ons hoofd → wat je ziet spiegelt de werkelijkheid af. Je kijkt door
doorzichte ramen uit je huis. Je kan naar buiten lopen en beleven wat
je hebt gezien bijv rozen ruiken in je tuin.
c. Relativisme → de realiteit bestaat alleen in je hoofd en door je eigen
interpretatie → meerdere geconstrueerde realiteiten waar je nooit
buitenom kunnen gaan. Je kijkt door de tralies vanuit de gevangenis.
Gevangen zien allemaal een deel van de buitenwereld, maar een
deel is niet meer waar dan een ander deel.
3
, d. Kritisch realisme → meest toegepast in KO. Kennis wordt sociaal
beïnvloedt maar ook gezien. De realiteit reflecteert een aparte realiteit
waar we maar deels bij kunnen. Bijv. Mensen die dik zijn kunnen zich
schamen voor vliegtuig stoelen (externe realiteit). Deze externe realiteit
kan ervoor zorgen dat vliegtuig maatschappijen hun stoel maten
aanpassen. Het maakt een fundament voor kennis. Kijken door een
prisma. Wat je ziet wordt altijd gereflecteerd door het prisma (cultuur,
geschiedenis). Haal je het prima weg dan zie je de waarheid.
6. Kwalitatief onderzoek is gefundeerd in epistemologische assumpties
a. Epistemologie → wat telt als echte kennis en wat niet.
b. Positivisme (realistisch) → realiteit wordt ontdekt in de wereld. Je ziet
iets en hebt het ontdekt. (postpositivisme → je ziet iets en ontdekt het
maar is ook context afhankelijk)
c. Constructionisme (relativistisch) → kennis wordt geproduceerd en
geconstrueerd. Het is een product van hoe we tot de kennis zijn
gekomen. Sociale, culturele, morele, ideologische en politieke factoren
spelen een rol. Het verschilt van positivisme doordat het niet uitgaat
van 1 ware realiteit die getheoriseerd wordt als waarheid.
Constructionisme is een ongefundeerde kijk op kennis.
d. Contextualisme → Er is niet 1 ware realiteit. Realiteit komt uit contexten.
Kennis is waar in bepaalde contexten (iets wat constructionsme
ontkent)
7. KO gaat uit van een kwalitatieve onderzoeksmethologie
a. Method → techniek om data te analyseren / verzamelen → bijv survey
of interview
b. Methodologie → raamwerk waarin het onderzoek is gehouden → wat
telt als kennis en hoe kan je het beste onderzoek doen
c. Er is niet 1 manier om het goed te doen → slechts richtlijnen
8. KO gebruikt allerlei soorten data
a. Data is naturalistisch omdat het open is en niet van te voren al in opties
is gestopt.
b. Methoden: interviews en group discussions ofwel f2f of via telefoon of
mail. Maar ook uit dagboeken, dinergesprekken, parlementaire
discussies etc.
c. Wat telt als data → het is of zelf geproduceerd (interviews) of het
bestaat al (inhoudsanalyse)
d. Data moet rijk zijn en een doel hebben in het onderzoek
9. Kwalitatief onderzoek vereist kwalitatief denken
a. Niet dingen bewijzen maar open kijken naar meningen. Kwalitatief
onderzoek heeft geen hypothesen.
b. Probeer kwanitatieve dingen los te laten en er open in te gaan
10. Kwalitatief onderzoek hecht waarde aan subjectiviteit en reflexiviteit
a. Bias → onderzoeker heeft de resultaten beïnvloed daarom kunnen de
resultaten niet worden vertrouwd → in KO maakt dit niet uit →
onderzoeker is part of the process → subjectiviteit.
b. Als we kritisch reflecteren op welke manier we subjectief zijn en hoe we
hebben gehandeld op de procedure van kennis vergaring, zijn de
resultaten alsnog betrouwbaar.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper laurasimoes. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.