Inleiding communicatie
Sem 1, Hoofdstukken: 1 ,2 ,5 ,7 ,12 ,13 ,15 ,16 en 17
Hoofdstuk 1, Communicatie.
1.1) Communicatie als vak
Communicatie richt zich op het communiceren met, door en in organisaties.
1.2) Trends en ontwikkelingen
Globaal kan je ontwikkelingen en trends in het vakgebied onderscheiden:
, Data-driven en real-time > bedrijven gebruiken big data om
persoonlijker te communiceren naar ieder individu en ook betere
voorspellingen te kunnen doen over het gedrag van mensen. ook willen
we snel reactie op vraag.
Emotie en de sociale context > als de communicatie de emotie niet
raakt, komt er niets in beweging. Ook blijkt dat wat wij doen afhankelijk
is van wat de sociale omgeving doet.
Van tekst naar beeld > beeld staat nu centraal. (radio vervangen door
tv, blogs vervangen door vlogs etc.)
Transparantie en open communicatie > een organisatie moet oprecht
en transparant zijn in wat ze doen en zeggen, lukt dit niet word de
geloofwaardigheid en het vertrouwen in de organisatie aangetast.
Duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen >
duurzamer zijn is 1 ding, een bedrijf moet ook kunnen aantonen dat ze dit
daadwerkelijk doen.
Accountability en meetbaar maken > (accountability =
verantwoording nemen/afleggen) het meetbaar maken van het
rendement(= winst/verlies) van de communicatie.
Leven er werken in een netwerkmaatschappij > verbindingen tussen
individuen en organisaties heeft netwerk vormen.
1.3) Visie op communicatie
Baken je eigen takenveld af door te kijken naar de organisatievraag, de centrale
vraag is altijd: in hoeverre kan communicatie een bijdrage leveren aan de
oplossing van de organisatievraag.
1.4) Werk van een communicatieprofessional
Het team communicatie is vooral bezig met de organisatie communicatiever te
maken en de communicatie te faciliteren
Vragen die voor elk communicatieteam relevant zijn:
Wat is de meerwaarde van communicatie voor de organisatie?
Hoe kunnen we die meerwaarde realiseren?
Wat is er nodig om dat te kunnen doen?
Hoe doen we dat in de praktijk?
3 hoofdtaken voor communicatie:
Reputatie > (= het imago door de jaren heen bij verschillende
stakeholders) het bouwen en beschermen van de reputatie, versterken
van interne/externe vertrouwen in de organisatie.
Regie > ( het afstemmen van alle interne en externe communicatie op
elkaar) toon en timing, het communicatiever maken van de organisatie,
bedenken van een heldere kernboodschap.
Realisatie > de uitvoering, onderscheidende en creatieve concepten die
verwoorden, verbeelden en het verschil maken.
Beroepsniveauprofielen beschrijven de kerntaken van de
communicatieprofessional in deze punten:
Analyseren
o Vraagstukken in kaart brengen
o Vastellen organisatieprobleem & communicatievraag
o Opzetten en uitvoeren van onderzoek
PAGINA 1
, o Onderzoeken van issues en trends in de maatschappij en markt
Adviseren
o Organisaties communicatiever maken
o Bepalen van de communicatieaanpak en inzet van middelen
o Adviseren op identiteit, reputatie en merk
o Adviseren over de interne communicatie
Integreren
o Communicatieprocessen plannen, afstemmen en implementeren
o Afstemmen van interne, marketing en corporate communicatie
o Aansturen van en samenwerken met andere professionals
Creëren
o Communicatiemiddelen realiseren
o Bedenken van concepten en campagnes
o Maken van content in tekst en beeld
Begeleiden
o Management en medewerkers communicatiever maken
o Coachen en ondersteunen van communicatie van anderen
o Communicatief ondersteunen van projecten
Organiseren
o Verzorgen van events en bijeenkomsten
Verschil taken tussen Communicatie en Marketing:
Human resources management = afdeling die actief is met personeelszaken,
HR zorgt voor het creëren van een cultuur van betrokken medewerkers die
gestimuleerd worden zich te ontwikkelen.
Marketingcommunicatie = alle communicatie waarmee een organisatie probeert
het imago van het merk te behouden en te verbeteren, + afzet van
producten/diensten te bevorderen.
Hoofdstuk 2, basics over communicatie.
2.1) basisbegrippen
Communicatie is een proces dat begint bij een zender (Z) die heeft een
boodschap (B) die hij via een medium (M) naar een ontvanger (O) stuurt. ZBMO.
*ontvanger is nooit passief in het ZBMO-model.
PAGINA 2