Communicatie van de hond
Oriëntatie
Honden praten met lichaamstaal, geluid en geuren. Als deze taal begrepen is kan er beter
met honden gecommuniceerd worden. Het begint allemaal met het zien van kleine nuance
(kleine verschillen in de lichaamstaal van een hond).
Lichaamstaal
Bij een hond kan je een hoge, lage of ambivalente houding zien.
• Bij een hoge houding staat de hond hoog op zijn poten. De kop
van de hond word omhoog gehouden en zijn staart en oren
staan overeind. Hij ziet er zo zelfverzekerd uit.
• Bij een lage houding staat de hond door de poten gezakt. Zijn
kop oren en staart houdt hij laag. De hond ziet er onzeker uit.
• Bij een ambivalente houding wisselt de hond tussen een hoge en
een lage houding. De hond is niet zelfverzekerd, maar ook niet
onzeker.
De houding van de hond kan wel verschillen per ras de neutrale houding is per hond
verschillend en dit beïnvloed ook het zicht op een lage en hoge houding.
Ook het uiterlijk van de hond heeft er mee te maken. Zo hebben sommige honden hangoren
en een lange vacht. Hierdoor kunnen soms de kleine verschillen in lichaamstaal moeilijk te
zien zijn maar ze zijn wel zichtbaar.
De hond van top tot teen
De stand van de oren kan verschillen van naar voren, opzij gedraaid en naar achter.
• Oren naar voren betekend interesse en/of zelfverzekerdheid.
• Oren naar achter betekend onzeker en/of onderdanig.
• Oren opzij gedraaid betekent spelmotivatie.
De oren kunnen ook verschillend van elkaar staan. Dit word vaak gezien als een hond naast
de eigenaar loopt.
Ogen spelen een grote rol in de communicatie. De hond kan een ontspannen/rustige blik
hebben of een gespannen/doordringende blik hebben. Wanneer een hond bang is zijn de
oren groot en is het wit van het oog zichtbaar. Als honden uit het ooghoek kijken willen ze
opdringerig overkomen, maar het kan ook spelgedrag zijn. Welk gedrag het dier bedoelt is
zichtbaar met verhouding van lichaamstaal.
Oriëntatie
Honden praten met lichaamstaal, geluid en geuren. Als deze taal begrepen is kan er beter
met honden gecommuniceerd worden. Het begint allemaal met het zien van kleine nuance
(kleine verschillen in de lichaamstaal van een hond).
Lichaamstaal
Bij een hond kan je een hoge, lage of ambivalente houding zien.
• Bij een hoge houding staat de hond hoog op zijn poten. De kop
van de hond word omhoog gehouden en zijn staart en oren
staan overeind. Hij ziet er zo zelfverzekerd uit.
• Bij een lage houding staat de hond door de poten gezakt. Zijn
kop oren en staart houdt hij laag. De hond ziet er onzeker uit.
• Bij een ambivalente houding wisselt de hond tussen een hoge en
een lage houding. De hond is niet zelfverzekerd, maar ook niet
onzeker.
De houding van de hond kan wel verschillen per ras de neutrale houding is per hond
verschillend en dit beïnvloed ook het zicht op een lage en hoge houding.
Ook het uiterlijk van de hond heeft er mee te maken. Zo hebben sommige honden hangoren
en een lange vacht. Hierdoor kunnen soms de kleine verschillen in lichaamstaal moeilijk te
zien zijn maar ze zijn wel zichtbaar.
De hond van top tot teen
De stand van de oren kan verschillen van naar voren, opzij gedraaid en naar achter.
• Oren naar voren betekend interesse en/of zelfverzekerdheid.
• Oren naar achter betekend onzeker en/of onderdanig.
• Oren opzij gedraaid betekent spelmotivatie.
De oren kunnen ook verschillend van elkaar staan. Dit word vaak gezien als een hond naast
de eigenaar loopt.
Ogen spelen een grote rol in de communicatie. De hond kan een ontspannen/rustige blik
hebben of een gespannen/doordringende blik hebben. Wanneer een hond bang is zijn de
oren groot en is het wit van het oog zichtbaar. Als honden uit het ooghoek kijken willen ze
opdringerig overkomen, maar het kan ook spelgedrag zijn. Welk gedrag het dier bedoelt is
zichtbaar met verhouding van lichaamstaal.