HOORCOLLEGEAANTEKENINGEN METHODEN EN
TECHNIEKEN II: KWALITATIEVE
ONDERZOEKSMETHODEN
HOORCOLLEGE 3 SEPTEMBER 2018: KWALITATIEF, KWANTITATIEF EN MIXED METHODS
ONDERZOEK
CURSUSINFORMATIE
Kenmerken criminologische onderzoeksvragen:
Verborgen karakter van criminaliteit in het algemeen (dark number)
Selectiviteit van wat wel bekend is geworden, deel blijft onbekend
Praktische moeilijkheden experimenteel onderzoek, crimineel gedrag brengt ethische problemen met
zich mee als je wil experimenteren
Verschijnselen zijn vaak niet normaal verdeeld, veel statistische toetsen kan je dus niet gebruiken
In het vak M&T II krijg je ten opzichte van M&T I vorig jaar kwantitatief én kwalitatief onderzoek. Herhaling
toetsen van toetsen die je vorig jaar hebt gezien, en er worden nieuwe toetsen (bivariaat en multivariaat)
geïntroduceerd, en meer er ligt dit jaar meer nadruk op welke toets je moet gebruiken bij welke vraag.
Leerdoelen:
• De verschillende vormen en kwaliteit van zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek beoordelen;
• Aan de hand van een casus beoordelen welke onderzoeksopzet en vorm van dataverzameling
geschikt zijn voor het beantwoorden van een onderzoeksvraag;
• Bepalen welke kwalitatieve analysestrategie het beste kan worden toegepast bij uiteenlopende
onderzoeksvragen;
• Voor uiteenlopende criminologische onderzoekssituaties bepalen welke statistische toets geschikt is
om de onderzoeksvraag te beantwoorden;
• Het verschil beschrijven en interpreteren van verschillende statistische toetsen (bijvoorbeeld van
parametrische en non-parametrische toetsen; en logistische en lineaire regressieanalyse);
• Verschillende statistische maten berekenen en de betekenis ervan interpreteren;
• Verschillende statistische toetsen uitvoeren in SPSS en de resultaten (output) van deze toetsen
interpreteren.
VERSCHILLEN EN OVEREENKOMSTEN KWALITATIEF/KWANTITATIEF
Onderzoek wordt opgedeeld in enerzijds kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Het onderscheid tussen
kwantitatief en kwalitatief onderzoek is niet het enige onderscheid dat kan worden gemaakt op het gebied van
onderzoek. Je kan ook een onderscheid maken tussen enerzijds verklarend onderzoek en anderzijds
beschrijvend onderzoek.
Kwantitatief onderzoek houdt het beschrijven, vergelijken of toetsen van cijfermatige gegevens over een
bepaald fenomeen in. Je kijkt naar het kwantificeren van gedrag. De N is hier groot, er zijn veel respondenten
die je met elkaar vergelijkt, want je wil weten voor in hoeverre bepaalde aspecten voor een grotere groep
gelden. Surveyonderzoek, secundaire analyse, experimenteel, longitudinaal etc. zijn verschillende vormen van
kwantitatief onderzoek. Voor het uitvoeren van kwantitatief onderzoek kunnen datasets zoals
slachtofferenquêtes, politiegegevens, gegevens van het CBS en WODC worden gebruikt.
1
,Kwalitatief onderzoek gaat daarentegen meer de diepte in, het gaat om inhoudelijke informatie. Men houdt
zich bezig met het beschrijven van subjectieve data. De N is hier klein aangezien het verzamelen van data vaak
erg arbeidsintensief is en je ook vaak onderzoek doet naar specifiekere en dus kleinere groepen. Dit onderzoek
wordt gedaan door middel van interviews, observaties en dergelijke. Onderzoekseenheden in het kwalitatief
onderzoek zijn praktijken, episodes, interacties, rollen, groepen, organisaties en levensstijlen/subculturen. “In
kwalitatief onderzoek richt de vraagstelling zich op onderwerpen die te maken hebben met de wijze waarop
mensen betekenis geven aan hun sociale omgeving en hoe ze zich op basis daarvan gedragen. Er worden
onderzoeksmethoden gebruikt die het mogelijk maken om het onderwerp vanuit het perspectief van de
onderzochte te leren kennen met het doel om het te beschrijven en waar mogelijk te verklaren” (Boeije, 2012:
27).
Verschillen tussen kwantitatief en kwalitatief onderzoek:
Kwantitatief Kwalitatief
Onderwerp dat wordt De mate van optreden van sociale De aard van sociale verschijnselen
onderzocht verschijnselen
Of je kwantitatief of kwalitatief onderzoek uitvoert hangt af van de onderzoeksvraag die men kiest!
Waarom is kwalitatief onderzoek extra belangrijk binnen de criminologie? Onder andere speelt het dark
number een rol, ook kan de populatie onbekend zijn wat tot een slecht steekproefkader leidt, er kan een
verschil zijn tussen attituden en sociale praktijken (men geeft andere antwoorden die sociaal gewenst zijn) en
experimenten zijn moeilijk (maar wel mogelijk!). Kwalitatief onderzoek binnen de criminologie zorgt voor een
unieke bijdrage. ‘Als je wil weten hoe een leeuw jaagt, ga dan niet naar de dierentuin, maar trek de jungle in.’
(Kevin Roberts van Saatchi & Saatchi).
KENNISTHEORETISCHE VERSCHILLEN
Wetenschapsfilosofische kwesties beïnvloeden de veronderstellingen, methoden en resultaten van onderzoek:
Ontologische kwesties (zijn)
Epistemologische kwesties (kennis)
Methodologische kwesties (mening)
De antwoorden op deze vragen die kwalitatief en kwantitatief onderzoek geven zijn compleet andere
antwoorden. Je ziet hier tegenovergestelde stromingen in terug. Dit hoe je niet tot in detail te weten maar het
is goed om begrip voor de achtergronden van typen onderzoek te hebben. In de tabel hieronder zijn de
verschillen te zien. Er zijn verschillende stromingen die verschillende en tegenovergestelde ideeën over de
ontologische, epistemologische en de methodologische kwesties hebben. De positivisten en de post-
positivisten stellen dat er een objectieve werkelijkheid bestaat, die kunnen we ook bestuderen door middel
van objectieve onderzoeksmethoden. Bij methodologie zie je dan ook staan dat er vooral op basis van
kwantitatieve methoden meer geleerd kan worden over die objectieve werkelijkheid. Met waarneembare
feiten kan je namelijk ook analyses uitvoeren.
Wanneer we meer naar de kritische theorieën kijken en naar het constructivisme kijken, zien we dat deze
stellen dat er geen sprake is van een objectieve werkelijkheid. De werkelijkheid die mensen zien worden erg
gevormd door de sociale, politieke en culturele context. Daarom zeggen de constructivisten ook dat er geen
manier is om een subjectieve werkelijkheid te bestuderen, door middel van kwalitatieve methoden moet je
begrepen wat voor een betekenis mensen geven aan de werkelijkheid. Dit kan je niet alleen doen met
objectieve meetmethoden.
2
, Het kwantitatief onderzoek hoort meer dus bij het positivisme en het kwalitatief onderzoek hoort meer bij het
constructivisme. Kort samengevat gaat het positivisme uit van:
Objectieve werkelijkheid
Empirische wetenschappen
Waarneembare feiten
Daar staat het constructivisme tegenover:
De echte werkelijkheid (voor zover die bestaat) is niet objectief waarneembaar
Door middel van cultuur, symbolen en taal geven mensen actief betekenis aan de werkelijkheid
Die betekenissen zijn gebonden aan context (tijd, plaats)
Die betekenissen zijn collectief
Die betekenissen zijn empirisch te bestuderen
KENNISTHEORETISCHE VERSCHILLEN TUSSEN KWANTITATIEF EN KWALITATIEF ONDERZOEK
Wat is nou het doel van het type onderzoek? Bij het kwantitatief onderzoek is dit het verklaren van
verschillende aspecten en fenomenen, je gaat aan de hand van variabelen analyseren hoe gedrag bijvoorbeeld
verklaard kan worden aan de hand van leeftijd, geslacht, e.d. Hierbij heb je echt een etic perspectief, je eigen
perspectief is hetgeen wat leidend is. Dit staat tegenover kwalitatieve onderzoekers, die meer vanuit het emic
perspectief willen werken, die kijken echt naar het perspectief van de onderzochten zelf, je wil begrijpen
waarom mensen op een bepaalde manier handelen.
Kwantitatief Kwalitatief
Verklaren opvattingen/gedrag aan Verstehen, begrijpen van
de hand van handelen
achtergrondvariabelen
Verklaren vs. Begrijpen Niet perse face-to-face In contact met onderzochten
3