100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Mens en recht. Hoofdstuk 1,2,7,8,9,10 & 15. Social Work Deeltijd. €7,66   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Mens en recht. Hoofdstuk 1,2,7,8,9,10 & 15. Social Work Deeltijd.

2 beoordelingen
 27 keer bekeken  3 keer verkocht

Samenvatting Recht. Mens en recht. Hoofdstuk 1,2,7,8,9,10 & 15. Social Work Deeltijd. (Module 1)

Voorbeeld 3 van de 21  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 1,2,7,8,9,10 & 15
  • 4 april 2024
  • 21
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (5)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: gideonburger • 7 maanden geleden

review-writer-avatar

Door: bweideman • 7 maanden geleden

avatar-seller
alices1998
Samenvatting Recht
Hoofdstuk 1,2,7,8,9,10 & 15.



Hoofdstuk 1: Recht en regels.

Rechten en plichten: komen voort uit normen en waarden die algemeen gelden in
de maatschappij. Door dit in zogenaamde rechtsregels vast te leggen, met de wijze
waarop ze gehandhaafd worden, krijgt het recht vorm.

Recht: een stelsel van rechtsregels waaraan zowel de overheid als de burger zich
moeten houden. De rechtsregels zijn vastgelegd in één van de vier rechtsbronnen.

De vier rechtsbronnen:

1. De wet- en regelgeving
2. De jurisprudentie
3. De gewoonte
4. Verdragen

Normregels: regels die gelden in de maatschappij, maar niet wettelijk zijn
vastgelegd. (op tijd op een afspraak komen)

Functies van het recht:

 Het aanbrengen van een doelmatige ordening in de maatschappij
 Het voorkomen en oplossen van conflicten
 De mogelijkheid tot het sturen van het individuele gedrag van burgers

Waarom relevant voor SW:

 Het schept kaders -> binnen welke juridische regels werk ik
 Verhouding tot de cliënt -> wat mag ik wel en niet in verhouding tot mijn cliënt
 Zegt iets over de mogelijkheden van de cliënt -> welke juridische
mogelijkheden heeft mijn cliënt
 Het recht op privacy -> er is altijd toestemming van de cliënt nodig om
informatie uit te mogen wisselen.

De vier rechtsbronnen:

1. De wet- en regelgeving -> wetten bevatten rechtsregels die zijn vastgesteld
door de overheid. (een geschreven rechtsvorm)
 Een wet komt tot stand als de regering (koning en ministers) en de
Staten-Generaal (eerste en tweede kamer) met een wetvoorstel
instemmen.
 Bepalingen in wetten zijn genummerd en worden wetsartikelen
genoemd.

,  De hoogste wet in Nederland is de Grondwet.
 In lagere regelgeving komt het woord wet niet voor.
 Koninklijk besluit: een regeling die afkomstig is van de regering. Er
zijn besluiten die geen regels bevatten, een besluit dat wel regels bevat
wordt een algemene maatregel van bestuur genoemd.
 Ministeriële regeling: een regeling die afkomstig is van een minister.
 Verordening: een regeling van de Provinciale Staten of van de
gemeenteraad.
 Nederland is lid van de EU en heeft een deel van haar
regelbevoegdheden aan organen van de EU overgedragen. Deze
organen stellen verordeningen en richtlijnen vast die gelden in de
gehele EU. Deze zijn hoger dan de Nederlandse Grondwet.

2. Jurisprudentie/rechtersrecht -> uitspraak van de rechter in individuele
situaties waarbij algemene regels in diverse wetten en overige regelgeving
moeten worden toegepast. (een ongeschreven rechtsvorm)
 Arrest: uitspraak van de Hoge Raad der Nederlanden, dat is de
hoogste rechter in Nederland.

3. Gewoonterecht -> de regels van het gewoonterecht staan nergens
opgeschreven maar ontstaan in de loop der tijden dor het gebruik ervan in
algemene kring. (een ongeschreven rechtsvorm)
 Komt weinig voor
 Een gewoonte die in strijd is met het recht valt niet onder het
gewoonterecht

4. Verdragen -> afspraak tussen twee of meer staten/landen die op schrift zijn
gesteld en die gelden in staten/landen die partij zijn bij het verdrag. (een
geschreven rechtsvorm)
 Ratificatie: partijen moeten zich akkoord verklaren met de regels uit
het verdrag
 Verdragsregels staan, net als de regelgeving van de EU, boven de
rechtsregels die in Nederland zijn gemaakt.
 Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. (IVRK)
 Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de
fundamentele vrijheden. (EVRM)




Rangorde in regelingen: (van hoog naar laag)

 Verdragen

,  Gemeenschapvorderingen en richtlijnen
 Grondwet
 Overige wetten in formele zin
 Koninklijk besluit (KB) / algemene maatregel van bestuur (AMvB)
 Ministeriële regelingen en richtlijnen
 Provinciale verordeningen
 Gemeentelijke verordeningen

1. In de hogere regelgeving wordt niet alles tot in detail geregeld, dit wordt dan
overgelaten aan de lagere regelgevers.
2. Het recht in verdragen en in de Europese regelgeving bevat steeds vaker
concrete, algemeen verbindende regels.

Dwingend recht: regels waarvan niet mag worden afgeweken. (Termen als; moet,
verplicht en nietig)

Semidwingend recht: regels die partijen de ruimte geven om zelf dingen te regelen.
(het sluiten van een overeenkomst)

Aanvullend recht: regels die alleen gelden als er specifieke afspraken ontbreken.

Objectief recht: bevat alle geldende regels, dus alle rechten en plichten die in
rechtsbronnen zijn vastgelegd. (recht op bijstand)

Subjectief recht: moet van het objectief recht worden afgeleid, dat gebeurt als een
bepaald objectief recht wordt toegekend aan een individu. Subjectief recht bevat ook
plichten. Alleen subjectieve rechten en plichten kunnen worden afgedwongen bij de
rechter, zonder subjectief recht kan er geen sprake zijn van gelijk krijgen.

Discretionaire bevoegdheid: de eigen invulling van een wet of recht.

Grondwet: hoogste wet in Nederland. Worden de grondrechten beschreven van een
individu die door de overheid en door anderen gerespecteerd moeten worden. Voor
het maken van inbreuk op een grondrecht moet altijd een wettelijke grond bestaan.

Klassieke grondrechten: de oude rechten vanuit het liberalisme, vrijheidsrechten
die van de overheid vragen om iets niet te doen. (afdwingbaar bij de rechter)

Sociale grondrechten: modernere rechten die wel vragen om inspanning van de
overheid. (niet afdwingbaar bij de rechter)

Juridisering van de maatschappij: het in regels vastleggen van veel situaties.



Hoofdstuk 2: Indeling van het recht
Recht


Publiekrecht Privaatrecht

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper alices1998. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,66. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73216 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,66  3x  verkocht
  • (2)
  Kopen