Ondersteuning aan personen met een beperking
College 1 Inleiding & personen met een (verstandelijke) beperking
Voor tentamen:
Artikelen kunnen toepassen, ook de methode van onderzoek doen is belangrijk
kun je beschrijven hoe de visie op VB is veranderd door de tijd
weet je wat het belang is detectie van gezondheidsproblemen bij mensen met VB
heb je kennis over de prevalentie van gezondheidsproblemen bij personen met VB
en in het bijzonder bij mensen met ZEVMB
kun je de relatie tussen prevalentie van gezondheidsproblemen en de mate van
beperking en leeftijd beschrijven
kun je de meest voorkomende gezondheidsproblemen (bij verschillende
doelgroepen) beschrijven
weet je welke moeilijkheden er zijn in het detecteren van gezondheidsproblemen
Visie op mensen met een verstandelijke beperking
Vroeger: mensen werden patiënten genoemd, ver weggestopt op afgezonderde plekken.
Medicatie beïnvloedende veel minder het gedrag van mensen dan gedacht. Defect ligt in
de persoon zelf, werd gedacht.
Halverwege jaren 50: ontwikkelingsvisie: we moeten mensen met een beperking zien
als mensen met mogelijkheden, probleem ligt in de relatie tussen persoon en omgeving,
niet alleen in persoon. Patiënt werd leerling: persoon met leermogelijkheden.
Ontwikkelingsvisie was gericht op het aanpassen van persoon aan de omgeving:
normalisatieprincipe. Naast medisch geschoolde mensen gingen er ook SPH’ers
werken.
Halverwege jaren 80: aandacht lag te veel op dat personen zich moesten aanpassen aan
wat de norm normaal vond. Hier kwam kritiek op. Deze reactie heette het
burgerschapsparadigma: volwaardig burger zijn, gelijke rechten en plichten, iedereen
mag zelf bepalen hoe leven eruit ziet. Intersubjectiviteit: iedereen is afhankelijk in
meer of mindere mate. Inclusie: sociale integratie, met beperkingen volwaardig burger.
Ondersteuningsvisie: omgeving moet zo ingericht worden dat beperkten ook kunnen
aarden. Ze moeten gebruik kunnen maken van regulieren diensten.
Beperkt: ontstaan voor 18e levensjaar. Beperkingen in adaptief gedrag. Adaptieve
vaardigheden: conceptueel, communicatief, sociaal emotioneel, praktisch.
Instrumenten voor iq meting zijn gericht op normale mensen, daarom zegt meting heel
weinig. Iq onder de 25 is niet meetbaar. Er is sprake van verstandelijke beperking bij een
iq van 70 of lager. Zwakbegaafd: 70 – 85. Wellicht wel 2,2 miljoen in Nederland. 40.000
hebben ook echt problemen met adaptieve vaardigheden.
AAIDD: club die zich bezighoud met rechten van beperkten en doen onderzoek. Er is veel
samenhang tussen verschillende domeinen. Als er binnen domein probleem is, dan vaak
ook binnen ander domein.
Gezondheidsproblemen bij beperkten
Gezondheid is de basis, eerst hier naar kijken zodat je weet wat er mogelijk is. Risico op
onder-diagnostiek. Beperkten hebben moeite met zeggen wat er aan de hand is. Vooral
belangrijk bij eerste 4 stappen orthopedagogische handelingscyclus. Vroege detectie is
van belang – voorkomen van ernstigere ziekten.
Meer gebruik van reguliere huisartsen: nadeel is dat die specialistische kennis missen.
Verschillen in prevalentie cijfers: dingen hangen samen met ziektebeelden,
omgevingsfactoren, onder-diagnostiek. Kritisch kijken naar de onderzoeken kijken. Hoe
zwaar weegt de conclusie, hoe ziet onderzoeksgroep eruit, hoe worden begrippen
gedefinieerd. Psychische klachten komen ook veel voor, behandeling staat nog in
kinderschoenen.
, Comorbiditeit: soms te verklaren vanuit de aard van het probleem. Syndroom
specifeke gezondheidsproblemen: problemen die specifiek optreden bij bepaald
syndroom.
Literatuur review:
Prevalentiecijfers zijn hoger bij kinderen met beperking dan zonder beperking.
Diagnosticeren van psychische ziektebeelden is veel lastiger bij beperkten. Wat hoort bij
wat? Ze lijden 5 keer vaker dan normale populatie aan psychische stoornissen. LVB is
moeilijk te herkennen, soms laat kind gedragscompensatie zien waardoor
gedragsproblemen op de voorgrond komen te staan.
Ernstig/zeer ernstig:
Iq tot 35 met vaak een ernstige motorische beperkingen. Veel bijkomende
gezondheidsproblemen en een lagere levensverwachting. Alhoewel mensen
tegenwoordig langer leven. Polyfarmacie: te veel medicatie krijgen. Mensen hebben
gemiddeld 12 gezondheidsproblemen meer dan gezonde mensen. Visuele beperking heel
veel door problemen in hersenverwerking.
Ouderdom
Beperkten worden steeds ouder, zorg is beter. Frailty: kwetsbaarheid. Spiermassa
verliezen, sneller vermoeid, langzamer lopen enz. dementie kan soms verward worden
met doofheid bij beperkten. Hoe erger motorische beperking, hoe fragieler mensen
worden. Beperking lijd aan versnelling van ouderdom. 50+ worden snel oud. Dementie
komt veel voor bij beperkten. Syndroom van Down krijgen bijna allemaal Alzheimer.
Diabetes komt ook veel voor en obesitas. Kans op slechte oude dag is groter – sociale
netwerk is veel kleiner – meer eenzaam. Het risico op overvraging is groot, mensen zijn
afhankelijk van professionals. Implicaties praktijk: wanneer gedragsverandering is,
moet de eerste hypothese zijn: is er iets lichamelijks aan de hand?
College 2 Genetische aandoeningen en syndromen
Voor tentamen kennen:
Wat zie je bij de syndromen in gedrag en uiterlijk
Open vragen gaan alleen over wat in college besproken is
Er wordt een beeld geschetst, jij moet dan inschatten welk syndroom het is en
onderbouwen waarom je dit denkt
Je kunt veelvoorkomende oorzaken van een VB beschrijven
Je weet wat genotype en (gedrags)fenotype is
Je kent de genetische defecten (Trisomie, monosomie etc), die leiden tot een
genetische aandoening
Je kunt van de kenmerken van bovenstaande syndromen aangeven of het om
totale of partiële specificiteit gaat
Genetische aandoeningen: oorzaken, lichamelijke- en gedrags- kenmerken
Veel voorkomende oorzaken verstandelijke beperking:
1.Onbekend
2.Single gene en chromosoom afwijkingen
3.Metabole ziekten, erfelijke stofwisselingsziekte: PKU, Tay Sachs syndroom – er gaat iets
mis in de chemische processen in het lichaam
4.Oorzaken gedurende de zwangerschap: CMV, Toxoplasmose, Syfilis, Rubella virus
5.FAS en andere ‘vergiftigingen’ (uiterlijk: klein hoofd, lage oren, kleine kin, bleke huid)
6.Oorzaken rondom bevalling: zuurstoftekort
7.Congenitale aandoening van centraal zenuwstelsel: open schedel of ruggetje,
onvoldoende ontwikkeling van de hersenen.
Tay sach syndroom: erfelijke stofwisselingsziekte. Oorzaak is een verandering in het
DNA. De lysomen werken niet goed waardoor afvalstofen zich opstapelen en vetten zich
ophopen in de hersenen. Gevolg is dat ontwikkeling staakt/regressie/epilepsie.