Deze samenvatting van het vak Geschiedenis van het Politieke bevat alle gegeven colleges en is zeer uitgebreid. De samenvatting is een uiteenzetting van de colleges, wat de rode draad vormt voor het tentamen!
Veel succes met het leren voor je tentamen en hopelijk helpt deze samenvatting!
Geschiedenis van het Politieke Denken
Samenvatting colleges
JAAR: 2018-2019
DOCENT: dr. B. R. van Leeuwen
College 1: Wat is politieke filosofie?
Belangrijke vragen in de politieke filosofie zijn:
• Wat is rechtvaardigheid?
• Wat is democratie en wat is goed?
• Wat is het doel of zijn de doelen van een samenleving?
• Waarom zou ik de wet moeten gehoorzamen?
• Hoe moet een burger worden opgeleid of opgevoed?
De meest fundamentele vraag is echter: wat is het beste regime? wat is het wezen van goed of
slecht bestuur?
Een definitie van politieke theorie: Politieke theorie is het onderzoek naar het wezen, de
oorzaken en de effecten van goed en slecht bestuur. Drie ideeën staan hierbij centraal:
• Goed en slecht bestuur hebben een impact op de levenskwaliteit.
• De vorm van ons bestuur is niet voorbestemd.
• We kunnen een onderscheid maken tussen bestuur dat ‘goed’ is of ‘slecht’.
College 2: Plato
In 507 voor Christus ontstond de democratie in Athene. In 427 v.C. werd Plato geboren. Hij
richtte De Academie op in 387 v.C. Dit was zijn eigen school waar werd gesproken over
politieke filosofie en rechtvaardigheid.
In Plato’s boek ‘De Staat’ (‘Politeia’) is hij op zoek naar een antwoord op de vragen: hoe ziet
rechtvaardigheid eruit? En wat is het beste bestuur?
Rechtvaardigheid
Plato was een leerling van Socrates, en Socrates bekritiseerde drie concepten van
rechtvaardigheid. Hij is het dus niet eens met de volgende concepten van rechtvaardigheid.
• Rechtvaardigheid is: eerlijk zijn en ieder het zijne geven (Cephalus).
• Rechtvaardigheid is: goed doen aan je vrienden en schade berokkenen aan je vijanden
(Polemarchus).
• Rechtvaardigheid is: hetgeen dat in het voordeel van de sterkere is (Thrasymachus).
Later: onrechtvaardig zijn is superieur aan rechtvaardig zijn.
De stad en de ziel
Het huidige Griekenland was een land met stadstaten. Plato hield zich dus bezig met de vraag:
wat betekent rechtvaardigheid in de stad? En daarna: wat betekent rechtvaardigheid in de ziel?
Om mee te beginnen: hoe ontstaat een stad eigenlijk? In een stad kunnen mensen samenwerken
1
,om hun behoeften te bevredigen/realiseren. Die behoeften lijken iets oneindigs te hebben;
mensen zijn nooit tevreden. Vanwege die oneindige behoeften beginnen staten een gevaar te
worden voor elkaar.
In de stad heerst een sterke hiërarchie met drie klassen. Ten eerste de regeerders; zij worden
gekozen uit de beste soldaten. Dit gebeurt niet zomaar, er gaat een hele training en onderwijzing
aan vooraf. Ten tweede de soldaten. Zij kregen censuur te zien en hadden geen eigen bezit (en
dus ook geen eigen belang). Plato hield er dus rekening mee dat slaven ook soldaten of zelfs
regeerders konden worden. De soldaten hebben geen normaal gezinsleven, maar leven in een
gezamenlijke commune. Dit alles om ervoor te zorgen dat de soldaten namens de polis/de
regeerders zou leven, en niet voor hun eigen belangen. Ten slotte de werkers. Zij zorgden voor
de behoeftebevrediging van de hogere klassen. Ze mochten wel bezit en familie hebben, maar
werden strikt uit de politieke arena geweerd. Slaven zag Plato niet als een onderdeel van de
polis, ze werden gezien als instrumenten of objecten.
Rechtvaardigheid in de polis is wanneer al deze standen zich met hun eigen taken bezighouden
en hun eigen verantwoordelijkheid nemen! De regering/regeerders moeten wijsheid
belichamen, de soldaten dapperheid en iedereen moet de deugd van zelfbeheersing hanteren.
Als dit gebeurt, komt een overkoepelende deugd tot stand: rechtvaardigheid. De vier essentiële
deugden zijn dan verwezenlijkt: wijsheid (bij de regeerders), dapperheid (bij de soldaten),
zelfbeheersing (iedereen) en rechtvaardigheid (als er sprake is van de eerste drie deugden).
Rechtvaardigheid in de ziel kent ook meerdere delen en een bepaalde hiërarchie. Ten eerste de
rede (logos), ten tweede het energieke deel (thymos) en ten derde de begeerte (epithymia). Als
er sprake is van deze hiërarchieën, zowel in de stad/polis als in de ziel, de deugden worden
verwezenlijkt, dan heerst er een zekere rechtvaardigheid.
Ideeënleer
De ideeënleer/zijnsleer van Plato is gekoppeld aan een kennistheorie. De filosoof heeft namelijk
de kennis. Omdat de filosofen de kennis hebben over ideeën, moeten zij regeren (volgens Plato).
Gewone mensen hebben geen echte kennis, maar een mening (= vermoeden).
Volgens Plato mogen leugens verspreid worden in de politiek om de samenleving stabiel te
houden en om die harmonie in stand te houden. Die leugen bewerkt namelijk iets goed: de
nobele leugen.
Plato was ook geen tegenstander van censuur. Censuur was een manier om het volk te sturen.
De filosoof maakte zich hierbij vooral zorgen over de soldaten en de Thymos (het energieke
deel van de ziel dat is gericht op competitie, strijd en dominantie). Thymos is een goede
eigenschap voor soldaten, zolang dat in het algemeen belang is. Om ervoor te blijven zorgen
dat soldaten dienen in het algemeen belang, moesten de regeerders de soldaten censureren.
Bestuur- en staatsvormen
Plato verdedigt de aristocratie als de ‘beste’ staatsvorm. De staat wordt hierbij geleid door een
kleine groep, vaak de hoogopgeleide elite. Plato beschrijft vier mislukt of onrechtvaardige
regimes. Hieronder zijn ze gerangschikt van erg naar erger volgens Plato:
• Timocratie. De timos (het alfamannetje) is hierbij aan de macht. Er is voortdurend
sprake van conflict in de samenleving. De leiding wordt uiteindelijk omvergeworpen
door mensen met geld. Hierdoor ontstaat een…
2
, • Oligarchie. De staat wordt geregeerd door de rijke elite. Zij stabiliseren de rust. Er heerst
wel een groot verschil tussen arm en rijk. Dit resulteert wederom in spanningen en dat
leidt uiteindelijk tot een…
• Democratie. De kenmerkende aspecten van een democratie volgens Plato waren:
vrijheid van meningsuiting en religie; bescherming van de privésfeer; diversiteit;
gelijkheid voor de wet. Volgens Plato was het gevolg van deze mooie ideeën chaos,
wanorde en anarchie. Dit proces beschrijft hij als volgt:
Er heerst een slechte arbeidsdeling in de democratie (geen idee waarom?). Hierbij
leggen mensen zich daarin niet vast op een bepaalde taak. Hierdoor ontstaat scepsis ten
opzichte van de autoriteit. Er heerst vervolgens interne spanning in de democratie: elke
vorm van autoriteit volgt met scepsis. De regeerders krijgen hierdoor de neiging om het
volk te vleien. Elke kritiek wordt door de democratische leiders gezien als een
ondermijning van hun autoriteit. Dit kan zo ver gaan, dat het resulteert in een…
• Tirannie. Iedereen is het in een tirannie met de tiran eens. Dit komt doordat alle anderen
uit de weg zijn geruimd. Volgens Plato is dit regering door de slechtste(n).
College 3: Aristoteles
Er is niet veel bekend over de Griekse filosoof Aristoteles (384 – 322 v.C.). Hij ging naar de
Academie van Plato, hij was het echter niet eens met zijn ideeën. Na de dood van Plato mocht
hij de school niet opvolgen. Hij was daardoor beledigend en trok weg van de Academie.
Uiteindelijk werd hij meester van Karel de Grote. Nadat Alexander de Grote de troon besteeg,
stichtte Aristoteles Het Lyceum in Athene. Het Lyceum verzocht veel lezingen over het
onderzoek van een docent. Na de dood van Alexander de Grote ontstond er een anti-
Macedonische houding in Athene, waardoor Aristoteles niet meer zeker was over zijn leven.
Plato behoorde tot het aristocratische milieu (hoogopgeleide elite), terwijl Aristoteles onderdeel
was van de middenklasse. Plato kwam oorsprong uit Athene, Aristoteles niet. Naast deze
verschillen kenden de twee filosofen ook overeenkomsten. Volgens beiden hoorden ethiek en
politiek bij elkaar: wat is het juiste regime? De rede stond bij beiden aan de top; Plato hanteerde
daarentegen een drievorm (zoals beschreven in college 2) en Aristoteles een tweevoud (zie
later). De staat is volgens beiden ook bedoeld om de mensen in controle te houden. De goede
leider moet ook een deugdzaam persoon zijn.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper gijsweijkamp99. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.