Maatschappijwetenschappen
Hoofdstuk 11 politiek
paragraaf 1 context Prinsjesdag:
(niet zo belangrijk alleen kernconcepten)
-Prinsjesdag -> hiermee wordt het politieke jaar geopend
troonrede (Willem-Alexander) + miljoenennota (minister van financiën)
-De plannen voor het nieuwe jaar word openbaar + de financiën.
-Alles gaat volgens een vaste volgorde:
Prinsjesdag -> algemene beschouwing: politieke debatteren over de plannen vanuit hun ideologie.
-De begrippen politieke institutie, staatsvorming, poldermodel, ideologie, verhoudingen, macht,
samenwerking komen hierbij in voor.
-Coalitie partijen is het samenwerken om een gemeenschappelijk doel te bereiken.
-Oppositie partijen zijn het niet eens met de uitvoerende macht en staat er tegen over.
-Elke politieke partij heeft andere ideeën over de meest wenselijke maatschappelijke en politieke
verhoudingen
Paragraaf 2 ideologie:
-Meningen van mensen over de samenleving kan je vergelijken met elkaar.
-Verschillende dimensies waarop je standpunten kan indelen:
1. Links/rechts -> hoeveel de overheid zich met de economie moet bemoeien, links is grote rol van
de overheid en rechts is een kleine rol voor de overheid
2. Progressief/conservatief -> progressief is veranderen en conservatief is behouden
3. Nationalisme/internationalisme -> rol van een land op de wereld. Binnenland(nationalisme) of
buitenland(internationalisme)
4. Materialisme/postmaterialisme -> verschil tussen meer economisch of juist meer milieu en
sociaal. Materialisme (tastbaar, bijv. budget defensie) en postmaterialisme (niet tastbaar, bijv.
algemene waarden zoals gelijkheid en vrijheid)
-Binnen een ideologie hangen standpunten over de maatschappij samen, omdat er een geheel van
beginselen en denkbeelden aan ten grondslag ligt. Dat geheel gaat over de ideale samenleving.
-Verschillende standpunten zoals links en rechts horen niet in één ideologie!
-Beginselen en denkbeelden gaan over drie onderwerpen:
1. Politiek – hoe moet de macht verdeeld worden?
2. Economie – hoe moeten goederen geproduceerd en verdeeld worden?
3. Cultuur – hoeveel vrijheid krijg je als individu?
-Communisme en fascisme zijn extreme ideologieën. Dat houdt in dat ze gebruik willen maken van
maatregelen die buiten de wettelijke kaders vallen, soms zelfs geweld, om hun ideaal te bereiken.
-Communisme extreem-links en is gelijkheid het doel van hun strijd.
, -Fascisme extreem-rechts en is er in hun ideale samenleving maar plek voor 1 cultuur.
-De drie belangrijkste ideologieën:
1. Socialisme/sociaaldemocratie -> gelijkwaardigheid en een sterke/sturende rol van de overheid om
dit te kunnen realiseren.
2. Liberalisme -> individuele rechten en individuele vrijheden en een grote rol voor de overheid
3. Confessionalisme -> christelijke waarden (zoals naastenliefde en samenwerking) en harmonie en
samenwerking
Socialisme/sociaaldemocratie Liberalisme
Confessionalisme
links midden rechts
-Protestpartijen zijn partijen die zich afzetten tegen het bedrijven van politiek op de manier van een
ideologie.
Paragraaf 3 systeem:
-Politiek = gezag hebbende toedeling van waarden (wat we belangrijk vinden) en belangen (geld)
-De politiek heeft gezag (van de bevolking). Dat gezag kan stijgen en dalen, dat ligt eraan hoe politici
ermee om gaan. De macht wordt dus als legitiem beschouwd.
-We onderscheiden zes verschillende actoren met macht in de Nederlandse parlementaire
democratie. Die actoren kunnen in het proces van besluitvorming hun macht gebruiken.
Zesde
Eerste Tweede Derde Vierde Vijfde macht
macht macht macht macht macht externe
parlement kabinet rechters ambtenaren massamedia adviseurs
Trias politica
-Zo wordt macht niet misbruikt.
-Bij politieke besluitvorming zijn veel actoren betrokken. Ze hebben allemaal de mogelijkheid om
macht te gebruiken bij het proces.
-Politieke partij -> gericht op de hele samenleving en heeft wel kandidaten bij verkiezingen.
-Pressiegroep -> gericht op één specifiek terrein van de samenleving en heeft geen kandidaten bij
verkiezingen.
-Soms wordt een pressiegroep alsnog een politieke partij. Vaak wordt het dan een single-issuepartij,
omdat ze zich focussen op één specifiek terrein van de samenleving.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jodyvharen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.