Nederlandstalige samenvatting; Hillman, A. J., Withers, M. C., & Collins, B. J. 2009. Resource dependence theory: A
review. Journal of Management, 35(6):
Resource Dependence Theory - Een Overzicht
Inleiding
Resource Dependence Theory (RDT) werd geïntroduceerd met de publicatie van "The External
Control of Organizations: A Resource Dependence Perspective" door Pfeffer en Salancik in 1978. RDT
heeft zich sindsdien ontwikkeld tot een van de meest invloedrijke theorieën in de organisatietheorie
en strategisch management. Het ziet bedrijven als open systemen die afhankelijk zijn van externe
omgevingsfactoren.
Kernprincipes van RDT
RDT stelt dat om het gedrag van een organisatie te begrijpen, men de context van dat gedrag moet
begrijpen - de ecologie van de organisatie. De theorie erkent de invloed van externe factoren op
organisatiegedrag en suggereert dat managers, hoewel beperkt door hun omgeving, acties kunnen
ondernemen om omgevingsonzekerheid en afhankelijkheid te verminderen. Deze acties zijn
gecentreerd rond het concept van macht, ofwel de controle over vitale bronnen. Organisaties
proberen de macht van anderen over hen te verminderen en vaak hun eigen macht over anderen te
vergroten.
Basisargument van Resource Dependence Perspective
Pfeffer schetst het fundamentele argument van RDT en interorganisationele relaties als volgt:
1. Organisaties zijn de fundamentele eenheden om intercorporate relaties en de samenleving te
begrijpen.
2. Deze organisaties zijn niet autonoom, maar worden beperkt door een netwerk van
onderlinge afhankelijkheden met andere organisaties.
3. Onderlinge afhankelijkheid, gekoppeld aan onzekerheid over de acties van anderen, leidt tot
een situatie waarin voortbestaan en continu succes onzeker zijn.
4. Organisaties ondernemen acties om externe afhankelijkheden te beheren, hoewel dergelijke
acties nooit volledig succesvol zijn en nieuwe patronen van afhankelijkheid en onderlinge
afhankelijkheid creëren.
5. Deze patronen van afhankelijkheid produceren zowel interorganisationele als
intraorganisationele macht, die enige invloed heeft op organisatiegedrag.
Toepassingen en Huidige Empirische Toetsing
Het 30-jarig jubileum van RDT biedt een gelegenheid om de conceptuele ontwikkeling, empirisch
onderzoek, toepassing en toekomstige richtingen van RDT te beoordelen. De theorie wordt gebruikt
als lens voor het onderzoeken van strategieën zoals fusies/verticale integratie, joint ventures en
andere interorganisationele relaties, raden van bestuur, politieke actie, en uitvoerende opvolging. De
focus ligt op de logica van RDT voor het aangaan van deze strategieën en de huidige stand van
empirisch onderzoek.
Toekomstige Richtingen
De samenvatting benadrukt ook de lacunes in de literatuur en suggereert veelbelovende nieuwe
toepassingen voor toekomstig RDT-onderzoek. Er wordt opgemerkt dat, hoewel RDT breed
geaccepteerd en gebruikt wordt, het vaak voor lief wordt genomen en niet zo rigoureus wordt
verkend en getest als zou kunnen.
, RDT en Fusies
Resource Dependence Theory (RDT) is een dominante theoretische basis voor het verklaren van
fusies en overnames (M&A's) binnen bedrijven, wellicht alleen overtroffen door de theorie van
transactiekosten. RDT biedt een extern gericht perspectief op waarom bedrijven andere bedrijven
overnemen. Specifiek stelt Pfeffer (1976) drie redenen voor waarom organisaties M&A's nastreven:
1. Om de concurrentie te verminderen door een belangrijke concurrent te absorberen.
2. Om interdependentie te beheren met zowel bronnen van input als afnemers van output door
hen op te nemen.
3. Om operaties te diversifiëren en daardoor afhankelijkheid van de huidige organisaties
waarmee ze handelen te verminderen.
Empirisch onderzoek ondersteunt overwegend deze drie redenen. Pfeffer (1972a) vindt dat bedrijven
waarschijnlijk hun transactiepartners zullen overnemen, wat door Galbraith en Stiles (1984) wordt
bevestigd; zij observeren dat M&A's vaak de interdependentie tussen kopers en verkopers
verminderen. Pfeffer en Salancik (1978) beschouwen de relatieve belangrijkheid van verkoop- of
aankoopinterdependentie als een factor voor de waarschijnlijkheid van fusies. Burt (1980) gebruikt
hun gegevens en vindt dat de kans op M&A-activiteit gerelateerd is aan de omvang van de
interdependentie. Walter en Barney (1990) merken op dat een van de managementdoelen van
M&A's is om de afhankelijkheid van een bedrijf van andere bedrijven in hun omgeving te
verminderen. Pfeffer (1972a) suggereert ook dat M&A's vaak worden gebruikt om directe
concurrentie te verminderen.
Ondersteuning voor RDT-voorspellingen over M&A's en interdependentie wordt echter getemperd
door ander empirisch onderzoek dat aantoont dat de omvang van interdependentie niet de enige
determinant is van M&A's. Andere belangrijke overwegingen omvatten de historische context van het
bedrijf, de industrieomgeving, milieuvriendelijkheid en dynamiek, heersende institutionele normen
en interne overwegingen. Hoewel milieu-interdependentie een significante voorspeller is van M&A's,
suggereren empirische studies dat het niet de enige voorspeller is. Voortdurend werk met behulp van
de transactiekosten, de resource-based view, industriële organisatie en andere perspectieven kan
worden toegeschreven aan RDT's waargenomen onvermogen om volledig de waarschijnlijkheid van
M&A-activiteit te verklaren of te voorspellen.
De recente studie van Casciaro en Piskorski (2005) over M&A's vanuit een RDT-perspectief kan
worden gezien als een "renaissance" van RDT in fusies en biedt een hedendaags voorbeeld van
theoretische ontwikkeling binnen RDT. Zij bekritiseren RDT voor het gebrek aan onderscheid tussen
machtsonevenwichtigheden en wederzijdse afhankelijkheid, het verwarren van normatieve
voorschriften met theoretische voorspellingen, onduidelijkheden rond zijn grensvoorwaarden, en dat
het meeste empirische werk focust op de afhankelijkheid van één actor van een ander in plaats van
op wederzijdse interdependentie. Ze vinden dat wederzijdse afhankelijkheid M&A's verhoogt, terwijl
machtsonevenwichtigheden deze beperken. Hierdoor belooft hun theoretische uitbreiding nieuwe
verkenningen van fusies door de lens van RDT.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper CumLaude1102. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,59. Je zit daarna nergens aan vast.