Rechtssociologie en rechtspleging
SAMENVATTING WEEK 1-4
Samenvatting week 1-4
Week 1: Recht vanuit sociaalwetenschappelijk perspectief; ‘Empirical legal studies’
• K. van den Bos, Kijken naar het recht (oratie Universiteit Utrecht), 17 oktober 2014
• Monika Smit, Bert Marseille, Arno Akkermans, Marijke Malsch en Catrien Bijleveld, H1, 25 jaar empirisch-
juridisch onderzoek in Nederland, Een inleiding tot de Encyclopedie ELS
• Hoofdstuk 5, Galanter, De sociale werking van recht
Week 2: Sociale werking en effecten van recht
• Hoofstuk 1, Macaulay, De sociale werking van recht
• Hoofdstuk 10, Jettinghoff, Recht van onderop
• Hoofdstuk 2, Aubert, De Sociale Werking van Recht
Week 3: De totstandkoming en effecten van wetgeving
• Niemeijer en Klein Haarhuis, ‘Empirische studies van wet- en regelgeving’ In: Encyclopedie Empirical Legal
Studies, Boom Juridisch Den Haag, 2020, p.23-65 (met Carolien Klein Haarhuis)
• Niemeijer, Maatschappelijke betekenis van recht en jurist
Week 4: Uitvoering en handhaving
• Hoofdstuk 6, Doornbos, Recht van onderop
• Hoofdstuk 7, Mascini en van Erp, Recht van onderop
• Marlies van Eck, Mark Bovens en Stavros Zouridis, Algoritmische rechtstoepassing in de democratische rechtsstaat
, Rechtssociologie en rechtspleging
Week 1
Mijnheer de Rector Magnificus, zeer gewaardeerde toehoorders,
Er wordt gekeken naar het recht, wat voor kennis dat op kan leveren en hoe we aan die kennis kunnen komen.
Wat is empirische rechtswetenschap?
Empirische rechtswetenschap: het recht empirisch waarnemen(kijken naar de werkelijkheid), oftewel "kijken naar het
recht". De wetenschap behelst het op systematische wijze verkrijgen, ordenen, analyseren en beschrijven van data.
Data: Objectieve informatie-eenheden over de wereld, die gegevens worden wnr zij worden geïnterpreteerd.
Empirisch onderzoek
Empirisch onderzoek: is een bottum up proces, gebaseerd op inductie
• Het onderzoek start met een waarneming van de werkelijkheid.
• Men probeert deze waarneming te verklaren en te duiden
• Men gaat toetsen of deze verklaring stand houdt tijdens het kritisch toetsen van de verklaring.
Bij een empirische methode probeert men probeert met proefondervindelijk, experimentele of andere precieze
onderzoeksmethoden, waar te nemen hoe een hypothese of voorspelling zich verdraagt met de werkelijkheid of
condities van die werkelijkheid. Op basis van die waarnemingen probeert men tot theorievorming te komen. Goed
empirisch onderzoek moet voldoen aan hoge methodologische eisen en moet gericht zijn op het ontwikkelen of
toetsen van theorieën. Experimenteel onderzoek dat hoge interne validiteit aan hoge externe validiteit koppelt, heeft
hierbij de voorkeur, maar alles kan, mits het gedegen, precieze en relevante inzichten oplevert of op kan leveren.
Empirisch rechtswetenschappelijk onderzoek
Empirisch rechtswetenschappelijk onderzoek is het systematisch verzamelen, beschrijven en kritisch analyseren van
data en deze vervolgens volgens een geaccepteerde methode analyseren. De bevindingen moeten te controleren en
idealiter te repliceren zijn. Een onderzoeksprogramma dat gebruik maakt van een multi-method benadering gekoppeld
aan een sterk inhoudelijke interesse moet het doel zijn.
Integratieve benadering
Typen wetenschappen: Empirisch onderzoek wordt vaak afgezet tegen andere soorten onderzoek, o.a.
• Formele/theoretische wetenschap: dat is gericht op a priori of ervaringsonafhankelijke beginselen
▪ Empirisch onderzoek: is juist gebaseerd op ervaring en/of proefondervindelijke uitkomsten
• Positiefrechtelijk onderzoek(law in books): Boekwetenschap of de wetenschappelijke bestudering van juridische
geschriften en documenten(gebaseerd op logica). Vaak met een normatieve kern(normatieve rechtswetenschap)
▪ Empirisch onderzoek(law in action): de werking van het recht in de praktijk van alledag, oftewel onderzoek
naar de werking van het recht (gebaseerd op waarnemingen)
Integratieve benadering: Van den Bos ziet de meerwaarde van interdisciplinair onderzoek(alle onderzoeksmethode
hebben elkaar nodig)en pleit drm voor een benadering die niet uitgaat van óf positiefrechtelijk onderzoek óf empirisch
onderzoek, maar het belang benadrukt van én positiefrechtelijk onderzoek én empirisch onderzoek.
Juridisch-inhoudelijke vraagstukken: Positiefrechtelijke wetenschappers kunnen deze als vertrekpunt blijven nemen en
daar de nadruk opleggen, maar de beantwoording kan vaak profijt hebben van een aanvulling met relevant empirisch
onderzoek of met gegevens van dergelijk onderzoek.(empirisch onderzoek werkt dus aanvullend en niet vervangend).
Waarom zou empirische rechtswetenschap belangrijk zijn?
Er zijn tenminste 3 redenen waarom empirische rechtswetenschap belangrijk zou kunnen zijn.
Ontdekken van de werkelijkheid
Eerste reden: Empirisch onderzoek stelt ons in staat preciezer inzicht te verkrijgen in de werkelijkheid en dingen te
ontdekken die in die werkelijkheid een belangrijke rol spelen en die anders wellicht niet worden opgemerkt.
, Rechtssociologie en rechtspleging
Voorbeeld onderzoek naar vertrouwen in het rechtssysteem: Hieruit bleek dat de maatschappelijke status van de
interviewer invloed heeft op vertrouwensoordelen over Nederlandse rechters bij lager opgeleiden.
• Zorgvuldig en gecontroleerd empirisch onderzoek: als we hiermee bestuderen hoe mensen naar het recht kijken
kunnen we belangrijke zaken in de werkelijkheid ontdekken.
• Tegenstrijdige bevindingen: Het met experimentele ontwerpen nauwgezet bestuderen van verschillende condities
waaronder vertrouwensoordelen tot stand komen kan van belangrijke waarde zijn bij het beter doorgronden van
vertrouwen in juridische actoren omdat hierdoor beter voorspeld of verklaard kan worden wanneer vertrouwen in
die actoren hoog of laag is.
• Juridische relevantie: vertrouwen in rechters en andere juridische actoren raakt aan de legitimiteit van de
rechtspraak en daaraan gerelateerde maatschappelijke instituties.
Motor van rechtsontwikkeling
Tweede reden: Door onderzoek te doen naar de maatschappelijke werkelijkheid kan de kiem worden gelegd voor veel
nieuwe rechtsvragen, in het bijzonder wanneer het zich richt op daar waar recht en maatschappij elkaar raken. Daarbij
blijkt dat ongelijkheid en onrechtvaardigheid belangrijke redenen kunnen zijn voor de politiek om wetgeving aan te
willen passen of voor burgers om te gaan twijfelen aan de rechtsstaat of deze zelfs af te wijzen. Onderzoek kan
bijdragen aan handvatten om dit te begrijpen en waar mogelijk te voorkomen.
Grondslagen van radicalisme en het afwijzen van de rechtstaat: de verschillen en kunnen ook met verschillende
reacties samenhangen, wat dus ook verschillende interventies vereist
• Groepen vs individuen:
▪ Groepen: onrechtvaardigheidsgevoelens binnen groepen gaat samen met meer sympathie voor extremistisch
gedachtengoed en sympathieker staan tegenover geweld dat hiermee samengaat.
▪ Individu: individuele morele principes
• Radicalisme: Vooral bij onzekerheid over je maatschappelijke positie en je rol in de samenleving spelen
onrechtvaardigheidsgevoelens een rol, zoals bij rechtsradicalen en moslimradicalen. Het wisselen van groep kan
een belangrijke bron van radicalisme wegnemen.
▪ Horizontale deprivatie: Rechtsradicalen: voelen zich t.o.v moslims achtergesteld
▪ Verticale deprivatie: Moslimradicalen voelen zich achtergesteld door de regering en andere maatschappelijke
autoriteiten(boven hen geplaatste personen)
Bouwstenen voor betoog
Derde reden: Het kan bouwstenen geven voor het onderbouwen van positiefrechtelijke en andere betogen.
Voorbeeld onderzoek: een onderzoek naar hoe mensen reageren op insolventiezittingen
• Veronderstelling: mensen voelen zich in zulke zittingen geëvalueerd, en zullen proberen te begrijpen wat er
precies gebeurd in die situatie, hoe ze zich moeten gedragen en hoe de rechter zal oordelen
• Procedurele rechtvaardigheid: uit het onderzoek blijkt dat als mensen voor de zitting worden herinnerd aan niet-
gedragsgeremdheid, hing de ervaren procedurele rechtvaardigheid niet samen met vertrouwen in de rechter, terwijl
ervaren PR wel sterk samenhing met vertrouwen in de controleconditie.
▪ Behavioral inhibition system: Omdat mensen zich geëvalueerd voelen door maatschappelijke autoriteiten en
omdat zij vaak niet weten wat hun te wachten staat in interacties met autoriteiten zoals rechters, zullen
mensen vaak geremd zijn in hun interacties met die autoriteiten.
De meerwaarde van empirisch onderzoek: ligt naast het aandragen van empirische methoden en technieken ook juist
vaak in de expliciete combinatie hiervan met een extern inhoudelijk perspectief, zoals een symbolisch-
interactionistische of sociaalpsychologische analyse van hoe burgers of rechtszoekenden juridische zittingen,
rechtelijke uitspraken en andere juridische kwesties waarnemen en interpreteren.
Hoe empirische rechtswetenschap te verrichten?
2 groepen studenten: ook studenten rechtsgeleerdheid moeten empirisch worden opgeleid
• Studenten die zelf empirisch onderzoek willen (kunnen) gaan doen;
• Studenten die voor hun beroepspraktijk moeten leren hoe dit te interpreteren.
Weerstand tegen empirische rechtswetenschap, komt wss vooral voort uit ontbrekende kennis over hoe empirisch
onderzoek te verrichten(onzekerheid en angst voor het onbekende). Law in books juristen hebben echter niet
onbekend met veel eisen van een goed empirisch onderzoek. Bovendien is het ook goed te leren.
Bij de volgende drie onderwerpen(kopjes hieronder) is het vooral van belang.
, Rechtssociologie en rechtspleging
Inhoudelijke vragen aanscherpen: probleemanalyse en zandlopermodel
Een goed empirisch rechtswetenschappelijk onderzoek begint altijd met het aanscherpen van het inhoudelijk betoog,
waarbij inhoudelijke vragen en - interesse voorop staan.
Onderzoeksplan: gaat vooraf aan data verzameling en data analyse.
• Doelstelling van het onderzoek: De directe aanleiding is vaak een juridisch-inhoudelijk probleem en het
onderzoek heeft als doel bij te dragen aan een oplossing en de vraagstelling te beantwoorden.
• Vraagstellingen: variëren sterk qua informativiteit en moet scherp geformuleerd worden
▪ Exploratief onderzoek: open vragen met een laag informatiegehalte
▪ Hypothesen: stellingen antwoorden op een gesloten vraag, bedoeld om de reactie (on)juist uit te lokken
▪ Tussen exploratief en toetsend onderzoek: hier liggen de meeste vraagstellingen van de sociale
wetenschappen, ook al noemen ze het zelf vaak hypotheses
• Expliciete probleemanalyse: moet plaatsvinden, waarin wordt geëxpliciteerd en
gepreciseerd wat men met het onderzoek wil bereiken en welke kennis nodig is.
• Zandlopermodel: het onderzoeksverslag bestaat uit vier secties
▪ Brede oriëntatie juristen: het is prima om veel zaken te betrekken, mits dit gedisciplineerd
op volgorde wordt gebracht binnen het zandlopermodel
Ontwerpen om vragen te bestuderen: onderzoeksmethoden
Het onderzoeksontwerp: waar ga je onderzoeken en hoe
• Waar: welk gebied van de werkelijkheid, welke waarneembare verschijnselen men probeert te gaan waarnemen
die de gewenste kennis kunnen opleveren.
• Hoe: diverse onderzoeksmethoden zijn mogelijk, zoals kwalitatieve interviews, vragenlijst, observaties, etc.
• Inhoudelijke interesse: de inhoudelijke doel- en vraagstelling bepalen het onderzoeksontwerp en -methode
▪ Praktische problemen: zoals tijd, kosten en moeite zijn ondergeschikt
• Daadwerkelijk toetsen onderzoeksvragen: daarvoor is het zorgvuldig operationaliseren van variabelen in het
onderzoek en gedisciplineerd denken een vereiste. Veel mensen kiezen namelijk te snel voor gewoonte.
• Eisen onderzoek: het moet degelijk, deugdelijk, creatief, innovatief, transparant en controleerbaar zijn. zowel
kwalitatieve als kwantitatieve onderzoeksmethode hebben beperkingen en zijn dus beide van belang.
Antwoord krijgen op vragen: statistiek
Antwoorden krijgen: in nagenoeg elkt type onderzoekt komt een bepaalde vorm van tellen of
kwantificeren voor(kwalitatief onderzoek is vaak ook uitgesteld kwantitatief onderzoek)
Statistiek: behelst het krijgen van antwoorden op vragen, en welke technieken je gebruikt om de onderzoeksvraag te
beantwoorden a.d.h van de beschikbare data moet je drm wel snappen.
Dit kan door het beantwoorden v/e paar vragen: hierbij is het essentieel dat je de onderzoeksvraag voor ogen houd en
vervolgens kijkt met welke data-analysetechniek je de vraag het beste kan toetsen(inhoud voorop)
• Is er in de onderzoeksvraag in kwestie sprake van twee of meer dan twee variabelen.
• Veronderstelt de onderzoeksvraag wel of niet een causale relatie tussen variabelen
• Het meetniveau van de variabelen is een belangrijke kwestie.
Slotbeschouwing
Kenbaarheid van de wereld
De wereld en hoe mensen kijken naar het recht is moeilijk kenbaar, maar wnr we een aantal zaken goed in de gaten
houden kunnen we wel degelijk pogen meer over die werkelijkheid te weten te komen. Bij empirisch onderzoek
probeer je het niet te kennen, maar je probeert de vrijheidsgraden van wat je kan beweren in te perken.
Dit vraagt discipline en vaak ook erkenning dat vervolgonderzoek/-analyses nodig is. Het is goed de begrenzing en
tekortkomingen van het onderzoek expliciet aan te geven.
Het verschil tussen empirisch onderzoek en onderzoek naar begrip van een individuele casus, is dat veel empirische
methoden niks oplossen en dat empirische studies kunnen mislukken(geen goede resultaten opleveren).
Het is daarom van belang men niet te veel gelooft in eigen theoretische modellen en onderzoeksparadigma’s , door
samen te werken, transparantie en slow science. Ook is het belangrijk precies te werk gaan en de gemeten resultaten
en ervaringen nauwkeurig, zonder overinterpretatie te koppelen aan de onderzoeksvraag.