W1 Introductie, Legitimiteit I: Hobbes
Hoorcollege Introductie, Hobbes
Wij mensen zijn overgeleverd aan de sociale orde, gebonden aan gemeenschappelijke conventies.
Het leven is doortrokken van een neiging naar macht, een uiting van wil. Tegelijkertijd heerst er een
idee dat alle mensen vrij en gelijk zijn. Onder welke voorwaarden zouden mensen moeten
samenleven? Hoe zouden mensen moeten onderhandelen over die voorwaarden? Politieke filosofie
is niet descriptief maar prescriptief; niet empirisch maar voorschrijvend. Politieke filosofie
onderscheidt zich van sociale filosofie voor zover de eerste van bovenaf (‘top-down’), en de tweede
van beneden komt (‘bottom-up’). Wat is liberalisme? In filosofische zin betekent het dat iedereen zijn
of haar leven op zijn of haar eigen manier moet kunnen leven - mensen zijn daarom in beginsel vrij en
gelijk. Maar wat houden die vrijheid en gelijkheid nu precies in? De staat moet hierin neutraal zijn, en
haar macht moet worden gerechtvaardigd ten overstaan van de mens.
Hoe kan staatsmacht worden gerechtvaardigd? Op liberale gronden? Op utilistische
gronden? Of op contracttheoretische gronden? Volgens de contracttheoretische benadering hebben
burgers feitelijk ingestemd met een gezag, of bestaat er een hypothetisch gedachte-experiment
waarin burgers zouden moeten instemmen gezien hun belangen en overtuigingen. Thomas Hobbes
(1588-1679) wordt beschouwd als een mechanistisch denker met een negatief mensbeeld. In
Leviathan (1651) geeft hij een rechtvaardiging voor staatsmacht. Binnen zijn hypothetische
natuurtoestand heerst schaarste, is iedereen ongeveer even sterk, hebben alle mensen bepaalde
belangen, en zoeken sommigen eer. In die natuurtoestand heerst daarom een oorlog van allen tegen
allen (bellum omnium contra omnes). Mensen weten niet wat anderen gaan doen, dus is het rationeel
om de eerste slag uit te delen. Is dit een negatief mensbeeld, of getuigt het meer van een begrijpelijke
neiging naar zelfbehoud? Voor Hobbes bestaat er één manier om aan de natuurtoestand te
ontsnappen - er moet een soeverein worden aangesteld met absolute macht, die de individuen
beschermt tegen geweld en conflict. Die soeverein is opgebouwd uit de individuen die tezamen een
contract hebben gesloten - dit is geen contract met de soeverein, maar van individuen onderling. Hoe
die soeverein wordt aangesteld, maakt voor Hobbes niet uit. Indien de soeverein het contract niet
nakomt, wordt het contract ontbonden. Hobbes’ soeverein is absoluut omdat alleen hij een
ontsnapping biedt aan de natuurtoestand. Maar zijn er dan geen alternatieven voor deze absolute
soeverein?
Werkcollege Goldman
Emma Goldmans ‘Anarchism: what it really stands for’ staat haaks tegenover de rechtvaardiging van
de staat door filosofen zoals Hobbes - zij proberen de politieke structuur te legitimeren. Waarom is het
goed om een staat te hebben? Hoe ziet een goede staatsvorm eruit? Voor Goldman is de
materialistische structuur van het bestaan de basis voor de nieuwe anarchistische orde.
Volgens Goldman is vrijheid de basis van menselijke ontplooiing, maar wordt deze vrijheid
belemmerd door religie, eigendom en overheid. Mensen hebben vrijheid nodig om te groeien.
Goldman levert een externe kritiek: de onheilige drie-eenheid van religie, eigendom en overheid is op
zichzelf verwerpelijk. Maar kan Goldman wel een vogelvluchtperspectief innemen tegenover het
systeem? De overheid legt een eenduidige wil op aan alle plurale wilsbeschikkingen, dus is zij corrupt
- zij is niet bezig met het behoud van vrijheid van individuen, maar koestert een machtsmonopolie die
de individuele vrijheden vernietigt.
Werkcollege Hobbes
Thomas Hobbes’ natuurrecht is het recht tot zelfbehoud - hieronder valt alles wat onder de eigen
macht valt. In de natuurtoestand bestaat een eeuwige dispositie tot oorlog van allen tegen allen. Een
recht is vrij, een wet is bindend en inperkend. De eerste natuurwet luidt: een ieder moet vrede
nastreven, maar indien dat niet slaagt, moet men alle mogelijke middelen gebruiken tot het
zelfbehoud. De tweede natuurwet luidt: indien anderen een deel van hun natuurrecht opgeven, moet
je dat ook zelf doen. Deze natuurwetten zijn eigen aan de menselijke natuur, moraliteit is dat
daarentegen niet. Mensen zijn van nature lui, en bewegen volgens mechanische wetten van afkeer en
,aantrekking - ze zijn in feite een soort machines. De natuurwetten zijn geen morele regels, maar
regels die voortvloeien uit de mechanische wezens die mensen zijn. Gevoelens van eer zorgen
ervoor dat de dispositie tot oorlog blijft, ook als er geen schaarste is.
Een sociaal contract is een wederzijdse overdracht van het natuurrecht, dat worden
overgedragen aan een absolute soeverein - dit betekent een (kleine) vermindering van de vrijheid. Die
absolute heerser is nodig omdat een contract zonder het zwaard de kracht ontbeert om veiligheid te
garanderen. De soeverein moet de burgers beschermen tegen elkaar, en tegen vijanden van buitenaf.
Deze staat is noodzakelijk, omdat Hobbes meent dat de natuurtoestand moet worden voorkomen. De
soeverein kan niet schuldig zijn aan machtsmisbruik, en hij valt als zodanig buiten het sociaal contract
- er is echter één grens, namelijk het punt waarop de soeverein de mensen niet meer kan
beschermen. De normatieve basis is dat elk rationeel wezen het sociale contract moet tekenen,
omdat we anders verworden tot een verschrikkelijke natuurtoestand, met een oorlog van allen tegen
allen. Geeft Hobbes een negatief mensbeeld? Niet zozeer als de mens als calculerend wezen wordt
beschouwd, een wezen dat wordt gedreven door zelfbehoud en tegelijkertijd kan nadenken over
zichzelf. Rationaliteit is dan slechts instrumenteel, en heeft geen intrinsieke waarde - het staat altijd in
dienst van het zelfbehoud.
Literatuur
A. Emma Goldman, ‘Anarchism: what it stands for’
De menselijke geschiedenis van groei en ontwikkeling is tegelijkertijd een geschiedenis van een strijd
voor een betere orde. Anarchisme is de meest revolutionaire en compromisloze innovator. Maar waar
staat anarchisme nu eigenlijk voor? Ik behandel twee punten contra het anarchisme om te illustreren
waar het anarchisme voor staat. Een eerste argument contra anarchisme is dat het niet praktisch is,
hoewel het een schoon ideaal is. Volgens Oscar Wilde bestaat een praktisch schema erin dat het
existeert, of dat het kan worden uitgewerkt binnen existerende voorwaarden. Maar het is precies dit
existerende waartegen het anarchisme zich verzet, om nieuw leven te creëren uit dat wat fout en
onbezonnen is. Een tweede is dat het anarchisme gevaarlijk is vanwege de inherente streving naar
geweld en vernietiging. Het meest gewelddadige is echter de onwetendheid, terwijl anarchisme
mensen aanzet tot denken en onderzoek. Anarchisme kan worden gedefinieerd als het streven naar
een nieuwe sociale orde gebaseerd op ongeremde en onbeperkte vrijheid zonder menselijke wetten,
verwijderd van een gewelddadige en niet-noodzakelijke overheid. De menselijke geschiedenis bestaat
uit een conflict tussen het individu en het sociale instinct, die een bloedige en oneindige strijd hebben
gevoerd. Overheid, gemeenschap en morele wetten zijn het erover eens: de mens mag allesbehalve
beschikken over zelfbewustzijn. Hun beloften komen slechts tot stand via onderwerping van de mens.
Anarchisme wil dit zelfbewustzijn geven aan de mens, en erkent geen strijd tussen het soevereine
individu en het sociale instinct. Religie onderwerpt de menselijke geest, eigendom de menselijke
behoeften, overheid het menselijk gedrag. God zou alles zijn, de mens niets - ik zeg, verbreek deze
mentale ketenen. Eigendom ontkent het recht tot bevrediging, en de producent wordt vervreemd van
zijn arbeid. De mens zelf heerser zijn over zijn arbeidscondities (p.47-55). Overheden zijn niets meer
dan vernietigers van individuele vrijheden, die de menselijkheid reduceren tot een klokwerk. Ze
dienen voor niets anders dan behoud of bescherming van bezit en monopolie, en zijn niet afkomstig
van een zogenoemd ‘natuurrecht’. De overheid is de grootste crimineel, die onteigening van de
massa’s veroorzaakt. Het is dan ook geen wonder dat overheden erin falen criminaliteit het bestaan te
ontzeggen. Het anarchisme wil arbeid ontdoen van haar ellendige en saaie aspecten, en haar tot
instrument van kracht en harmonie maken. Hiertoe moet de overheid verdwijnen, want zij is
onrechtvaardig en arbitrair, en onderwerpt alle individuen aan één wil. De menselijke natuur wordt
verzwolgen onder de huidige toestand, en kan haar ware aard niet ontplooien - daar zijn vrijheid,
verruiming, gelegenheid, vrede en rust voor nodig. Anarchisme bevrijdt de menselijke geest van diens
onderwerping aan religie, eigendom en overheid. Zij staat voor levenskracht en opstandigheid. De
grillen van het kapitalisme tonen hun ware kleuren des te feller bij politieke vrijheden, dus is een
parlementair bestel eveneens geen oplossing. Directe actie tegen autoriteit is noodzakelijk, en moet
leiden tot een reconstructie van de wereld zoals zij nu is (p.56-67).
, B. Hobbes, Leviathan
In de natuurtoestand zijn de verschillen tussen mensen onderling niet groot genoeg om ongelijke
voordelen voort te brengen. In feite zijn mensen in kracht ongeveer even sterk. Mensen streven
doeleinden na, maar soms conflicteren doeleinden tussen mensen onderling. Bovendien willen
mensen gewaardeerd worden door anderen. Er bestaan drie soorten conflict: competitie,
bescheidenheid en eer. De eerste gaat over profijt, de tweede over veiligheid, de derde over
reputatie. In de natuurtoestand, zonder gemeenschappelijke soeverein, heerst altijd een oorlog van
allen tegen allen. Deze vorm van oorlog bestaat er niet in dat er altijd gevochten wordt, maar dat er
een dispositie bestaat tot dit vechten. Er bestaat geen cultuur, geen industrie, geen navigatie, geen
kennis van de wereld, geen vorm van tijd; er heerst slechts continue angst, gevaar en gewelddadige
dood. Er is geen sprake van zondigen, want daar zijn wetten voor nodig. Deze natuurtoestand is
louter hypothetisch, geenszins historisch. Niets is onrechtvaardig in de natuurtoestand, want noties
van goed, fout, rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid hebben geen plaats; het zijn kwaliteiten die
zich verhouden tot gemeenschap, niet tot solitude. Angst voor dood zorgt ervoor dat mensen naar
vrede neigen, weg van de oorlog (p.1-6).
Het natuurrecht (ius naturale) is de vrijheid van eenieder om de eigen kracht te gebruiken
voor zelfbehoud van het eigen leven. Vrijheid is de afwezigheid van externe belemmeringen. Een
natuurwet (lex naturalis) is een algemene regel die een man verbiedt dat te doen wat zijn leven
vernietigt. Recht gaat over vrijheid; wet bepaalt en gaat over verplichtingen. Eenieder heeft het recht
om alles te doen, en dat ondermijnt de algemene veiligheid. Indien de mens geen vrede vindt, stelt hij
alle middelen ter zijn beschikking in de oorlog. Een recht neerleggen staat gelijk aan een vernietiging
van vrijheid. Recht kan worden neergelegd door het af te zweren, maar kan ook worden
overgedragen aan een ander. Indien iemand zijn recht neerlegt, moet de ander dat ook doen.
Obligaties bestaan in de angst voor een kwade consequentie die op contractbreuk zou moeten
volgen. Sommige rechten kunnen niet worden ontkend, zoals het recht om jezelf fysiek te verdedigen
tegen een aanval - dit is immers gegrond in de veiligheid van de mens en het zelfbehoud. De
wederzijdse overdracht van recht is wat men een contract noemt. Indien de overdracht van recht niet
wederzijds is, is er sprake van gift. Contracten kunnen worden uitgedrukt, of worden gesuggereerd.
Recht wordt (nog) niet overgedragen indien het gaat om een toekomstige belofte, maar wel als het
betrokken is op het heden of verleden. Een contract gaat per definitie over verschuldiging. Een
overeenkomst moet niet tot stand komen in de natuurtoestand, maar moet betrokken zijn op een
gemeenschappelijke macht. Overeenkomsten kunnen niet worden gemaakt met brute beesten, noch
met God. Een overeenkomst moet per definitie mogelijk zijn, en is ook geldig indien de
onmogelijkheid ervan pas later bleek. Een overeenkomst kan worden gebroken door uitvoering of
vergiffenis. Overeenkomsten gemaakt via angst, in de natuurtoestand, zijn verplichtend. Geen mens
kan zich het recht onteigenen om zichzelf te redden van de dood. In de natuurtoestand is iedereen
rechter, dus is er geen plaats voor aanklachten. De kracht van woorden is te zwak om mensen aan
hun overeenkomst te houden; hiertoe is angst, glorie of trots nodig (p.7-19).
Het uiteindelijke doel van de mens is zelfbehoud, los van de verschrikkelijke oorlog.
Overeenkomsten zonder het zwaard zijn slechts woorden, en hebben geen kracht om de mens veilig
te stellen. De massa nodig om veiligheid te verwezenlijken wordt niet bepaald door een aantal, maar
door een relatie met de vijand die wordt gevreesd. De massa heeft een gemeenschappelijke macht
nodig; een gemeenschappelijke vijand is slechts nuttig voor zover die bestaat, maar daarna zal de
coalitie uiteenvallen in oorlog. Hoewel de mens niet het enige politieke dier is, onderscheidt zij zich
wel op zes vlakken: mensen concurreren continu om eer en waardigheid, kennen een verschil tussen
het gezamenlijke en het private belang, hebben een rede, beschikken over taal, kunnen worden
gekwetst door andere mensen omdat ze een onderscheid zien tussen schade en beschadiging, en
zijn in staat tot een artificiële overeenkomst. Een gemeenschappelijke macht komt tot stand dankzij
een overdracht van alle macht en kracht tot één man, die alle wilsbeschikkingen reduceert tot één
soevereine wil - hij waarborgt pluraliteit in eenheid. Hij is een sterfelijke god, even machtig en krachtig
als de Leviathan (p.20-27).