Bestuur en Management van Talige Diversiteit
Hoor- en werkcolleges Februari 2019
Week 1................................................................................................................................2
Werkcollege : Vrijdag 8 februari................................................................................................................................. 2
Week 2................................................................................................................................3
Hoorcollege : Woensdag 13 februari......................................................................................................................... 3
Werkcollege : Vrijdag 15 februari.............................................................................................................................. 4
Week 3................................................................................................................................6
Werkcollege : Vrijdag 22 februari.............................................................................................................................. 6
Week 4................................................................................................................................8
Hoorcollege : Woensdag 27 februari......................................................................................................................... 8
Werkcollege : Vrijdag 1 maart................................................................................................................................... 10
Week 5..............................................................................................................................11
Werkcollege : Vrijdag 8 maart................................................................................................................................... 12
Week 6..............................................................................................................................15
Hoorcollege – Woensdag 13 maart......................................................................................................................... 15
Werkcollege – Vrijdag 15 maart............................................................................................................................... 17
,Week 1
Ma 4 feb – Vr 8 feb
Werkcollege : Vrijdag 8 februari
Wat is taalmanagement? Het beïnvloeden van het taalgebruik van een groep, bijvoorbeeld je
werknemers. Eerder (1950-1960) noemde ze dit language planning, maar dit hebben ze
aangepast omdat bij het woord planning lijkt dat het van te voren wordt vastgesteld, dat het te
plannen valt en vast staat. In 2000 noemen we dit dus taal management. Het is vrijer en eigenlijk
niet (vast) te plannen.
Language policy heeft drie componenten, namelijk practice (taalpraktijken), beliefs (ideologie,
overtuigingen), management (aanpak, gestuurd aangrijpen). Spolsky kijkt van individu naar
speech community naar regio naar land naar land-overstijgend. In H1 en H13 van Spolsky gaat
het over een model voor taalmanagement/taalbeleid. Het is zijn doel in het gehele boek om een
model te schetsen wat is toe te passen op alle domeinen (familie, educatie, werk, etc). De
domeinen gaan van individu naar speech community naar regio naar land naar land-
overstijgend.
Taalmanagement in een gezin: Hoe voed je je kind tweetalig op als beide ouders maar één taal
spreken? Een voorbeeld dat word genoemd in het werkcollege is dat er in Amerika een trend
was dat Amerikanen graag hun kinderen Chinees wilde leren, omdat zij China zien/zagen als de
toekomst. Veel Amerikanen spreken zelf niet Chinees, dus vandaar dat een Chinese nanny naar
Amerika komt.
Taalmanagement en religie: Waarom wordt er wereldwijd zoveel Arabisch gesproken, heeft
Hebreeuws het ‘overleefd’ en wordt Latijn nog zo weinig gesproken? Dit komt vaak door traditie,
zo ook bij het Hebreeuws. Bij Joodse feestdagen worden stukken in het Hebreeuws samen
gelezen, maar het is verder geen voertaal. Toch kunnen dan nog veel mensen het spreken.
Andere stukken worden veel vertaald, waardoor die talen niet veel meer worden
gesproken/gelezen.
Taalmanagement in onderwijs en vanuit overheid: Waarom spreken kinderen in Singapore goed
Engels? De overheid heeft hier gezegd; ‘we willen meedoen met de wereldeconomie’. Dus heeft
de overheid besloten dat kinderen als tweede taal al vroeg (crèche) Engels leren (en Chinees
vinden ze ook heel belangrijk, dus dat leren ze ook al vroeg).
Taalmanagement en beleidsorganisaties: Waarom zijn films zoals the fault in our stars belangrijk
voor Nederland? En waarom zet de taalunie zich daarvoor in? Het levert enorme goede reclame
op voor Nederland, zeker deze film omdat er een jong publiek naar kijkt. Er worden ook
woorden in de film en in het boek gebruikt. Zo zorg je dat een taal niet sterft. Voor Nederland is
dat nog niet heel noodzakelijk, maar voor kleinere talen en landen is het wel van belang. Een taal
kan verdwijnen. Het is belangrijk dat andere ook jouw taal en cultuur kennen.
Model voor Taalmanagement
Individuele taalgebruikers kunnen in een situatie terecht komen waarin ze
communicatieproblemen ervaren. Dit proces is individuele aangelegenheid, maar vindt plaats in
allerlei domeinen. Domeinen worden bepaald door participanten, overtuigingen en mogelijkheid
tot taalmanagement. Bij een communicatieprobleem kan de taalgebruiker zich aanpassen door
een andere taal te spreken, of de taal anders te gebruiken (accomoderen). Het proces van
gestuurd aanpassen wordt taalmanagement genoemd en verschilt per domein.
, Domein wordt dus bepaald door deelnemers (participanten), locatie (location) en onderwerp &
communicatieve functie (selection of topic).
Taalmanagement heeft drie componenten, namelijk taalpraktijken (language practices),
overtuigingen/ideologieën (beliefs) en aanpak/gestuurd ingrijpen (language management).
Taalbeleid op gemeenteniveau
Het model van Porila & ten Thije is ontstaan
hieruit. Een voorbeeld zouden de chinezen in
de gemeente van Rotterdam kunnen zijn met
hun china town. Dit is dus een voorbeeld van
taalmanagement van talige diversiteit op
gemeenteniveau. Het fasemodel (zoals
hieronder) van ten Thije en Porila is hierbij van
invloed. Chinezen komen als arbeidsmigrant,
kennismigrant of als global partner.
Superdiversiteit
- Diversificatie van diversiteit
- Mobiliteit: Steeds meer mensen verplaatsen zich van steeds meer plaatsen, via meer
plaatsen, naar meer verschillende plaatsen.
- Technologische ontwikkelingen: Grotere toegankelijke massacommunicatie via sociale
meia, met mobiele telefoons en internet
- Dilemma’s
o Denken in eenvoudige etnische categorieën is achterhaald
o Onvoorspelbaarheid is uitgangspunt
Kortom, we worden dus steeds diverser!
Week 2
Ma 11 feb – Vr 15 feb
Hoorcollege : Woensdag 13 februari
In Spolsky worden verschillende domeinen besproken op gebied van taalmanagement: Familie,
religie, werk, publieke ruimtes, school, rechtbank/ziekenhuis/politiebureau, leger, overheid,
organisaties voor taaladvisering en supranationaal niveau (VN, EU, etc).
Een domein wordt bepaald door deelnemers, locatie en onderwerp en communicatieve functie.
Taalmanagement heeft drie componenten, namelijk taalpraktijken, overtuigingen/ideologieën
en aanpak: gestuurd ingrijpen. Bij gestuurd ingrijpen spreken we van taalmanagement.
De ideologie in Nederland is vooral: “In Nederland spreken we Nederlands, dus als je hier naar
toe komt, spreek je onze taal.” Dit is anders dan de casus die we in het werkcollege hebben
besproken van Twshane. Hier hebben ze de ideologie dat alle talen die worden besproken,
aangeboden worden (vooral bij overheidsinstellingen). Dit verandert waarschijnlijk niet snel, dit
duurt jaren.
Nederland wil dus ook graag de taal behouden. Fransen zijn hier nog beter in. Zij staan
verengelsing van de taal bijvoorbeeld niet toe, terwijl dit in Nederland makkelijker wordt
gedaan.
Je kan hierover nadenken in twee verschillende lagen (bij de video). De eerste laag is de familie
zelf. Moeder sprak Spaans, vader Nederlands en het jongetje was doof en sprak voornamelijk
Spaans in de video. In de eerste laag zijn de participanten de familie zelf, locatie is aan tafel, en