Samenvatting

Samenvatting Leerdoelen Praktijken van Pedagogische Hulpverlening theorie

7 keer verkocht

Instelling
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)

Dit document bevat de uitgewerkte leerdoelen van het vak Praktijken van Pedagogische Hulpverlening (PPH theorie) van Pedagogische Wetenschappen. Voor het uitwerken van de leerdoelen zijn aantekeningen van de hoorcolleges gebruikt, de werkgroepen en de bijbehorende literatuur. Ikzelf heb hier een 8 ...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 37 pagina's

Bekijk voorbeeld

Geupload op 21 maart 2019
Aantal pagina's 37
Geschreven in 2017/2018
Type Samenvatting

theorie
pph
leerdoelen
leerdoelen samenvatting
uitgewerkte leerdoelen
hulpverlening van pedagogische hulpverlening
pedagogische wetenschappen
samenvatting

Volgen

manonborst Lid sinds 5 jaar 73 documenten verkocht

€5,49

In winkelwagen

Opslaan

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Leerdoelen PPH
Week 1: praktijken van pedagogische hulpverlening

Voorkennis
- Onderkennende diagnose = Wanneer er sprake is van een gesloten vraagstelling in het
diagnostisch proces dan kan dat te maken hebben met een classificatievraag als basis voor
een toewijzingsbeslissing. BV: heeft deze leerling een angststoornis?

- Regulatieve cyclus = een systematische werkwijze wordt gehanteerd, waarbij de hulpvraag
van de cliënt het startpunt is.

- De regulatieve cyclus is gebaseerd op de kenmerken van de wetenschappelijke methode.
Twee stappen binnen de wetenschappelijke methode zijn het verzamelen van gegevens en
het middels inductie vormen van een theorie. Dit gebeurt binnen de diagnose fase. Een
andere stap binnen de wetenschappelijke methode is het toetsen van een hypothese, dit is
in de evaluatiefase.

- “Als kinderen blootgesteld worden aan een ernstig trauma is het belangrijk dat zij een
vertrouwd persoon om zich heen hebben waarmee zij kunnen praten”. Deze stelling is
gebaseerd op de gehechtheidstheorie.

- “Kinderen die last hebben van hevige angst, kun je helpen door ze stap voor stap bloot te
stellen aan waar ze bang voor zijn en ze voor elke stap die ze zetten te belonen”. Deze
stelling is gebaseerd op de Sociale leertheorie.

- “Als er bij een kind sprake is van ernstige gedragsproblemen, is het belangrijk om niet alleen
het kind, maar ook de ouders en broertjes en zusjes te betrekken in de hulpverlening.” Deze
stelling is gebaseerd op de Systeemtheorie.

- De aanwezigheid van een risico factor in een gezin: geeft weer dat er een statistisch grotere
kans is op ‘problemen’ in de ontwikkeling van een kind

- De leertheorie: onvoldoende vaardigheden hebben voor iets.

- Anna heeft veel conflicten met haar moeder over dat ze te laat thuiskomt na het uitgaan. De
orthopedagoog op school geeft als handelingsplan: “een aantal sessies met Anna na te
denken over wat de ruzies met Anna oproepen, en hier samen op te reflecteren” Dit past bij
de Pedagogisch dynamische invalshoek.

- In maatschappijbeelden wordt vaak het onderscheid gemaakt tussen individualistische en
collectivistische opvattingen.  sociaal-ecologisch perspectief.

- In een handelingsplan staat als doel dat Ryan beter en duidelijkere eigen keuzes te maken
met wie hij omgaat. Dit is een doel voor autonomie.

- De begeleider kiest als werkwijze het oefenen in het aangeven van eigen keuzes met wie hij
omgaat. De begeleider richt zich op: competentie

,1. Kennen en begrijpen de structuur en organisatie van de jeugdzorg gerelateerd aan de historisch-
maatschappelijke context met daarin dominante waarden, normen, maatschappelijke
vraagstukken, publieke opinie en ontwikkelingen in de psychologie, psychiatrie en pedagogiek

Erkenning van eigenheid van het kind
Romeinen: kind slechts betekenis voor het voortbestaan van het geslacht  als verzekering voor de
ouders wanneer die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen.
Christelijke geloof: verkondigde de eigen menselijke waarde van het kind  te vondeling leggen
werd strafbaar.
Middeleeuwen: context van verzorgende gezin viel snel weg omdat ouders vroeg stierven of omdat
ze zich gedwongen voelden om kinderen aan hun lot over te laten  noodzakelijk om kinderen op
eigen benen te laten staan en zo vroeg mogelijk te laten deelnemen aan productieproces.
Opkomst van weeshuizen
Rijken moesten de armen onderhouden. Particulieren stichtten gasthuizen. Grotere kinderen
moesten worden verzorgd en een vak geleerd worden. kinderen werden op jonge leeftijd
ingeschakeld in het arbeidsproces.
Opkomst van jeugdland
De leerplicht kwam. Mensen moesten zelf kennis maken met de inhoud van de bijbel. Zestiende en
zeventiende eeuw groei aantal scholen. Initiatief lag bij leken en kerken. Kinderen beschermen tegen
verleidingen van ‘grote wereld’. In de 18 e eeuw kwam meer aandacht voor kind. natuurlijke
vermogen van kinderen om te ontwikkelen werd steeds meer erkend.

Jeugdzorg tot ongeveer 1945
1854: armenwet: opvoeden verwaarloosde en misdadige kinderen.
- Meer behoefte systematische aanpak
- Meer aandacht voor eigen aard, mogelijkheden en verschillen van het kind
- Meer aandacht voor het gezin als opvoedingsklimaat.
o Leidt tot pleegzorg
1874: eerste kinderwetje: wet op kinderarbeid  geen kinderen onder de 12
Doel overheid:
- Kindertijd als recht van kind
- Maatschappij beschermen tegen verwaarloosde en criminele jeugd
Eind 19e eeuw: opkomst orthopedagogiek  scholing personeel
1901: leerplichtwet
1905: kinderwetten  beperking ouderlijke macht + ontzetting/ontheffing mogelijk
- Burgerlijk = overheid neemt opvoeding over wanneer ouders dat niet kunnen
- Strafrechtelijk = aparte strafbepaling kinderen
- Kinderbeginselen = procedurele verandering  speciale kinderrechter, intieme sfeer
waardoor privé problemen besproken kunnen worden.
1915: commissie onderzoek naar verwaarlozing  jeugdhulpverlening en jeugdgezondheidszorg
1921: centrale jeugdraad en vormen van preventie.

Naar een vernieuwde jeugdzorg
1945: meer overheidssubsidie en behoefte om te laten inlichten door deskundigen
1950-1960:
- Jongeren gezien als aparte categorie
- Jeugdzorg toegankelijker
- Meer oog voor inrichting van de maatschappij
- Kinderen meer recht om te spreken
1960-1971: veranderende visie structuur van de hulpverlening:

, - Aantal grote tehuizen nam af
- Leefgroepen werden kleiner
- Groepsleiders namen toe
- Gezinsleven nagebootst
- Gezin vaker betrokken
- Kind behoefte aan liefde en affectie

Samenhang in de hulpverlening
Jeugdwelzijnsbeleid jaren ’70 en ‘80
- Zelfontplooiing, ontwikkeling, vorming, contact en maatschappelijke participatie
- Gunstige opvoedingsomstandigheden
- Zo vroeg mogelijk stadium
- Zo kort mogelijk
- Zelfstandigheid en eigen relaties zo min mogelijk aantasten
- Decentralisatie naar lagere overheden
Raamnota 1980
- Extra aandacht voor randgroepjongeren, voortijdige schoolverlaters, verslaafde jongeren,
werklozen en etnische minderheden
- Inhaalbeleid: bevorderen intersectorale activiteiten binnen sociale verbanden
Jeugdbeleid jaren 80
- Nadruk op zorgzame samenleving met terugtredende overheid
- Algemeen integraal jeugdbeleid afgewezen
- Specifieke maatregelen
- Specifiek beleid voor meervoudige problemen
- Afstand van het streven naar emancipatie van jongeren
1985-1989: bezuinigingen op jeugdhulpverlening

Van jeugdhulpverlening naar jeugdzorg
Wet van jeugdhulpverlening
Belangrijkste uitgangspunten:
- Zo kort mogelijk
- Zo licht mogelijk
- Zo nabij mogelijk
- Zo tijdig mogelijk
Provincies en grootstedelijke regio’s kregen de zeggenschap over de jeugdhulpverlening. Die gingen
uit van voorzieningen die evenredig verdeeld waren over de provincies  nieuwe manier van
financieren. Uitgaande van een vaste prijs voor een bepaald variant van jeugdhulpverlening  de
geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen en jeugdbescherming bleven vallen onder het ministerie.
De wet bracht niet de bepleite samenhang tussen de stelsels.
Regie in de jeugdzorg
Wet op de jeugdhulpverlening bleef discussies laten opwaaien. In de eerste helft van de jaren 90
verschenen pleidooien voor verdergaande stelselwijzigingen. Taskforce constateerde de
versnippering en verkokering van de hulp voor jeudigen en ouders was blijven bestaan, onder meer
tussen jeugdhulpverlening, jeugdbescherming en geestelijkegezondheidszorg voor jeugdigen.
Taskforce introduceerde het begrip jeugdzorg als overkoepelende term voor een stelsel waarin deze
drie sectoren zouden opgaan
Hoofdpunten van de jeugdzorg:
- Recht op jeugdzorg en versterking positie cliënt
- Versterking gemeentelijk jeugdbeleid
o Gemeente moet:
 Informatie geven aan ouders en jeugdigen over opvoeden en opgroeien

,  Signaleren van problemen door instellingen als onderwijs en
jeugdgezondheidszorg
 Toegang tot het gemeentelijk hulpaanbod
 Pedagogische hulp
 Coördineren van de hulp aan gezinnen op lokaal niveau
- Bureau jeugdzorg als centrale toegang voor de jeugdzorg
- Integratie jeugdzorg, advies- en meldpunt kindermishandeling en jeugdbescherming.

2. Kunnen het perspectief van ouder nemen door te begrijpen wat de behoeften van ouders zijn (HC
& wg 2) en kunnen kritisch reflecteren op hun eigen manier van denken en doen (HC).

Artikel Jansen
Wat vinden ouders belangrijk?
- Samenwerking
o Ouders zijn de experts van hun kinderen
- Specifieke informatie krijgen over hun kind
o De professionals moeten alle info over het kind doorgeven aan de ouders
- Gecoördineerde en uitgebreide zorg voor hun kind en gezin
o Gezin er bij betrekken
- Respectvolle en ondersteunende zorg
o Luisteren naar de wensen en behoeften van de ouders
Hoorcollege
- Communicatie: respectvolle en emotioneel steunende wijze
- Informatieverstrekking: duidelijke communicatie, goede informatieverstrekking
- Steun van omgeving en lotgenoten: facilitering
- Coping: begrip en ondersteuning
Artikel Hu et al.- gaat over China
- Basisbehoeften
o Financiële behoeften
o Fysieke gezondheidsbehoeften
- Behoefte aan inclusie, relaties, en het zoeken en verstrekken van onderwijs
o Hoge kwaliteit van onderwijs en therapie voor kinderen
o Thuisonderwijs en informatie voor ouders
o Sociale inclusie voor zowel ouders als de kinderen
 Gerespecteerd worden
- Groei en ontwikkeling voor beter gezinsleven
o Emotionele gezondheid
o Toekomstplanning

Extra aanvulling
- Halverwege de 19e eeuw: begon de Nederlandse overheid in te zien dat jeugdigen een eigen
bescherming en daarmee een apart beleid verdienden. De kinderwetten in 1905 maakten het
de overheid mogelijk in te grijpen in de relatie tussen ouders en kinderen. Deze kinderwetten
dienden volgens Tilanus en Van Montfoort (H2) als bescherming van kinderen tegen
tekortschietende ouders en bescherming van de maatschappij tegen jeugdcriminaliteit.
- Tot aan de jaren 60 van de 20e eeuw werd probleem gedrag van ontspoorde kinderen vooral
gezien als een sociaal probleem (H1,2 en 3)
- In de eerste helft van de 20e eeuw was de pedagogische benadering t.a.v. ontspoorde
kinderen vooral gericht op onmaatschappelijkheidsbestrijding en heropvoeding (H1, 2 en 3)

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.