Probleem 1
Algemeen
Chapter 26: neurological disorders (pagina 731-741)
Neurologisch onderzoek
Neurologisch onderzoek: vaak door een neuroloog uitgevoerd, die gespecialiseerd is in
breindisfunctie of hersenbeschadiging. Ze kijken naar de geschiedenis en fysieke conditie en
hiernaast soms een EEG of een hersenscan.
Geschiedenis van de patiënt: de eerste vraag gaat over het probleem. Daarna wort
er gekeken naar de achtergrond van de patiënt die vooral gericht is op ziektes,
ongelukken en voorkomen van symptomen zoals hoofdpijn, verlies van bewustzijn en
slaapverstoringen. Hiernaast wordt er een observatie gedaan van het gedrag,
gezichtsuitdrukking, spraakabnormaliteit en mentale staat. Ook worden er korte
testen gedaan om het geheugen en spraak van de patiënt te testen en wordt er
gekeken of een persoon links of rechtshandig is, wat je iets kan vertellen over welke
hemisfeer spraak controleert.
Fysiek onderzoek: verschillende testen en apparaten worden gebruikt om het
zenuwstelsel van de patiënt te testen. Een belangrijk onderdeel is het bestuderen van
het hoofd, van algemene kenmerken zoals grootte naar een gedetailleerd onderzoek
van de sensorische en motorfuncties van de hersenzenuwen. Ook wordt er gekeken
naar het motorsystemen in andere delen van het lichaam en wordt de coördinatie
onderzocht. Hiernaast ook een sensorisch onderzoek om bijvoorbeeld te kijken naar
pijngevoeligheid en het zenuwstelsel wordt verder onderzocht door het afnemen van
bloed, speeksel, ontlasting en neurologisch onderzoek.
Cerebrale vasculaire stoornissen
Vasculaire problemen kunnen het centrale zenuwstelsel aantasten doordat er niet genoeg
zuurstof en glucose naar de hersenen kan stromen. Als dit langer duurt dan 10 minuten gaan
alle cellen in dat gebied dood. Er bestaan verschillende types:
Cerebraal vasculair ongeluk (CVA)/ beroerte: neurologische symptomen komen voor
door een onderbroken bloedstroom. Dit zorgt vaak voor een hartaanval: een dood
gebied of stervend weefsel door een onderbreking van de bloedvezels die zorgen
voor de toestroom van bloed in dat gebied. Als er kleinere vezels getroffen worden
kunnen de omringende vezels dit oppakken, de schade is groter wanneer er grotere
vezels getroffen worden. De meest voorkomende vasculaire stoornissen:
o Cerebral ischemia: ischemia is een term voor een groep van stoornissen
waarvan de symptomen veroorzaakt worden door het blokkeren van vezels
die zorgen voor de bloedtoevoer van de hersenen. Bij trombose is er een
bloedprop die zorgt voor de blokkade. Een embolie is een prop die vanuit een
grotere bloedvezel naar een kleinere bloedvezel wordt verplaatst wat zorgt
voor een blokkade in de circulatie. Bij cerebral arteriosclerosis wordt de vezel
vernauwd door het verdikken en harder worden van de slagaders. Wanneer
de ischemia tijdelijk is wordt het cerebral vascular insufficiency of transient
ischemia genoemd. Vaak is het begin van ischemia abrupt.
1
, o Migraine stroke: komt vaker voor bij vrouwen onder 40 jaar, maar blijft
relatief zeldzaam. Het wordt ervaren door meerdere neurologische
symptomen zoals verlies van sensorische functie, verdoving van de huid,
afasie en moeilijkheden met bewegen. Wel hangen de symptomen af van de
specifieke aangetaste vezels.
o Cerebral hemorrhage: hevige bloeding in de substanties van de hersenen. De
meest voorkomende oorzaak is hoge bloeddruk, of hypertension. Vaak
gebeurt het wanneer een persoon wakker is en de bloeddruk hoog is en
ontstaat vaak abrupt. De prognose is slecht, vooral wanneer iemand meer
dan 48 uur het bewustzijn heeft verloren.
o Angiomas en aneurysms: angiomas zijn collecties van abnormale vezels die
zorgen voor een abnormale bloedstroom. Het kan zorgen voor een beroerte.
Aneurysmes zijn vasculaire verwijdingen door een gebrek in de elasticiteit van
de vezel. Ze kunnen komen door een hoge bloeddruk, arteriosclerosis,
embolieën of infecties. Een symptoom is hevige hoofdpijn.
Behandelen cerebrale vasculaire stoornissen
Er zijn een aantal behandelingen, waaronder medicijnen en operaties.
Anticoagulant therapy: voor het verwijderen van een prop, maar alleen effectief binnen
3 uur van de aanvang van een ischemic episode. Het wordt niet toegepast wanneer er
een bloeding aanwezig is.
Neuropretectant drugs: zorgen voor vermindering in veranderingen die zorgen voor de
dood van cellen. Dit kan ook preventief werken omdat het zorgt voor vermindering van
bloedproppen. Ook zijn er medicijnen die zorgen voor een verwijding van de bloedvaten
en vermindering van bloeddruk die gegeven kunnen worden wanneer een beroerte zich
al heeft voorgedaan.
Preventie: de meest effectieve aanpak voor vasculaire stoornissen is preventie. Leeftijd is
een risicofactor, net als het voorkomen van metabolic syndrome: combinatie van
medische stoornissen waaronder obesitas en insuline abnormaliteiten die zorgen voor
een groter risico voor het ontwikkelen van vasculaire ziektes en diabetes. Preventieve
maatregelen zijn een gezonde levensstijl waaronder veel bewegen en niet roken. Ook het
goed controleren van bloeddruk.
Traumatische hersenbeschadigingen
Traumatische hersenbeschadigingen (TBI) worden vaak veroorzaakt door ongelukken
met de auto, oorlog, sporten, industriële ongelukken of andere ongelukken. De twee
belangrijkste risicofactoren zijn leeftijd en geslacht. Het komt vaker voor bij kinderen en
ouderen door het grotere risico op vallen en bij mannen tussen de leeftijd van 15 en 30
jaar.
Het kan zorgen voor verstoring van bloedtoevoer, hersenbloedingen, infecties en
littekenweefsel. Ook komt het veel voor bij mensen die in de gevangenis zitten. De twee
meest voorkomende types van hersentrauma zijn open en gesloten beschadigingen.
Open hoofdbeschadigingen: wanneer de schedel is aangetast, zoals bij
schotwonden. Vaak verliest de persoon niet het bewustzijn. De neurologische
symptomen zijn erg specifiek maar herstel is mogelijk.
Gesloten hoofdbeschadigingen: ontstaan door een klap op het hoofd en zorgen vaak
voor een coma. Ze kunnen zorgen voor verschillende beschadigingen:
2
, o Schade aan de kant van de klap. Een kneuzing heet een coup, wat veroorzaakt
wordt wanneer de hersenen tegen de schedel aangedrukt worden.
o De druk die zorgt voor de coup kan er ook voor zorgen dat de hersenen naar
de andere kant gedrukt worden van de klap, wat een contrecoup heet.
o Het bewegen van de hersenen kan zorgen voor bewegen van vezels van de
zenuwen, wat voor kleine laesies kunnen zorgen, wat vooral in de frontale en
temporale kwabben voorkomt. Het kan ook zijn dat de connectie tussen de
twee hersendelen aangepast wordt, wat disconnection syndrome wordt
genoemd.
o Kneuzingen kunnen
zorgen voor cerebral
hemorrhage. Omdat bloed
vastzit in de schedel groeit
het in volume
(hematoma) wat druk
uitoefent op de
omringende structuren.
o Een klap kan zorgen voor
zwellen, wat ook zorgt
voor druk op
hersenweefsel.
Bij gesloten hersenbeschadigingen komt
twee soorten gedragseffecten voor: (1)
vermindering van specifieke functies die
samengaan met de cortex aan de kant
van de coup of contrecoup en (2)
algemene gebreken.
Bij beschadigingen aan de frontale en
temporale kwabben kunnen er ook
effecten zijn op persoonlijkheid en
sociaal gedrag.
Gedragsevaluatie van hersenbeschadiging
De twee meest voorkomende symptomen na de beschadiging zijn coma en amnesie. Er zijn
schalen ontwikkelt om coma (Glasgow coma scale) en amnesie te meten die samenhangen
met de prognose en hevigheid van de beschadiging.
Herstellen en voorkomen van hersenbeschadiging
Herstel kan 2 tot 3 jaar duren, maar de belangrijkste voortgang zit tussen de eerste 6-9
maanden. Het herstellen van geheugen duurt langer dan de andere cognitieve functies. De
prognose is slecht voor het herstellen van persoonlijkheids- of sociale vaardigheden.
3