Sterk met een vitaal Netwerk
Hoofdstuk 1 De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
De Wmo is een kaderwet. Een kaderwet is een wet die algemene kaders stelt en niet alles in
detail beschrijft. Gemeenten krijgen ruimte om eigen invulling te geven aan de uitvoering.
Wmo 2007 betreft de Wet voorzieningen gehandicapten – de welzijnswet – openbare
geestelijke gezondheidszorg – huishoudelijke verzorging en Algemene wet bijzondere
ziektekosten.
In het kader van verdere decentralisatie van taken naar gemeenten is de Wmo 2015
gelanceerd. Met de nieuwe wet krijgen gemeenten meer verantwoordelijkheden voor het
organiseren van passende ondersteuning aan huis voor mensen die niet op eigen kracht
kunnen deelnemen aan de samenleving. Doel van de wet is dat mensen langer thuis kunnen
blijven wonen en participeren.
Drie grote transities:
1.De Jeugdwet vervangt de wet op de jeugdzorg als andere onderdelen van de jeugdzorg.
Gemeenten moeten zich richten op: inschakelen, herstellen en versterken
probleemoplossend vermogen. Bevorderen opvoedingscapaciteiten. Preventie en vroeg
signalering. Tijdig bieden van de juiste hulp op maat. Psychiatrische diagnostiek en
behandeling. Effectieve en efficiënte samenwerking rond gezinnen.
2. De wet langdurige zorg. AWBZ: vervangen door wet langdurige zorg. Langdurige
intramurale ondersteuning, begeleiding en verzorging van mensen met een beperking,
langdurig zieken en ouderen.
3.participatiewet: doel is om meer mensen met een arbeidsbeperking aan de slag te krijgen.
Ontwikkelingen die aanleiding waren voor invoering WMO
noodzaak tot kostenbeheersing = AWBZ werd te duur door omvang van het pakket
vermaatschappelijking van de zorg = meer hulp en zorg dichter bij huis zodat mensen
langer in hun eigen omgeving kunnen blijven wonen
geen sluitend transparant aanbod voor wonen, zorg en welzijn op lokaal niveau = er
waren teveel soorten regelingen op verschillende niveaus met weinig samenhang
Belangrijke doelstellingen van de WMO
iedereen, met of zonder problemen, in staat stellen gewoon mee te doen in deze
maatschappij
behoud van de solidariteit van gezonde mensen met mensen met een beperking,
zorgbehoevende ouderen en psychiatrische patiënten.
verbetering van de kwaliteit van de zorg en de ondersteuning aan burgers
samenhang in voorzieningen voor deze mensen in hun directe omgeving, zodat ze zo
veel en zo lang mogelijk zelfstandig kunnen functioneren
,Lagen van verantwoordelijkheid in de WMO, van binnen naar buiten
1. Eigen kracht
2. Lukt dat niet beroep doen op sociale netwerk
3. Hierna kan men terug vallen op algemene voorzieningen vb. Dagopvang ouderen met
dementie
4. Hierna komende individuele voorzieningen in beeld, vaak voor kwetsbare mensen met
meervoudige problematiek of beperkingen
Uitgangspunten WMO
gemeenten bieden specifieke voorzieningen voor kwetsbare mensen die zelf geen
ondersteuning kunnen regelen
mensen zijn zoveel mogelijk verantwoordelijk voor zichzelf en voor elkaar
streven naar bevorderen van leefbaarheid en sociale cohesie
groter beroep op solidariteit en vrijwilligheid
financiële solidariteit blijft gehandhaafd
zorg en ondersteuning blijft voor de mensen die dit echt nodig hebben
Verplichtingen gemeenten
opstellen van een participatieplan met participatieraden
voorzien in één of meer loketten waar mensen terecht kunnen met vragen
voeren van een inclusief beleid, algemeen beleid op alle burgers
leveren van individueel geïndiceerde voorzieningen van maatschappelijke zorg
burgers en gemeenteraad in staat stellen het lokaal bestuur aan te spreken op
resultaten
9 prestatievelden: hierop moeten gemeenten hun beleid formuleren
1. Bevorderen sociale samenhang en leefbaarheid = binnen dorpen, wijken, buurten via
sociale activering, hulp en algemene voorzieningen voor jeugd en ouderen
2.op preventie gerichte opvoedingsondersteuning = jeugdigen die problemen hebben met
opgroeien en ouders met problemen met opvoeden
3.informatie en advies over maatschappelijk ondersteuning = via voorlichtingsloketten en
adviesfuncties waar men vragen over zorg en welzijn kunnen stellen, bieden van cliënt
ondersteuning.
4.ondersteunen mantelzorgers en vrijwilligers = steunpunten mantelzorg of zorg aan cliënt
om mantelzorger te ontlasten
5.bevorderen van deelname aan de maatschappij en zelfstandig functioneren = van mensen
met beperking, chronisch probleem of met psychosociale problemen, bv. het bundelen van
wonen, dagbesteding voor gehandicapten
6.verlenen individuele voorzieningen = aan mensen met beperking, chronische psychisch
probleem of met psychosociaal probleem, behouden en bevorderen van hun zelfstandig
functioneren en deelnemen aan maatschappij bv. door scootmobiel, maaltijdvoorziening,
begeleiding zelfstandig wonen
7. maatschappelijke opvang = kortdurende tijdelijke dag –en/of nachtopvang bij crisis en voor
slachtoffers van huiselijk geweld
8. bevorderen openbare geestelijke gezondheidszorg = bereiken en begeleiden van
kwetsbare personen en risicogroepen
, 9. Ambulante verslavingszorg = voorlichtingen over verslavingen, preventieve acties,
begeleiding enz.
Doelgroep
De WMO is bestemd voor alle burgers in de gemeente. Alle burgers kunnen gebruik maken
van collectieve voorzieningen op het gebied van welzijn en zorg. Gelet op de 9
prestatievelden gaat het om: personen met een handicap met een ondersteuningsbehoefte,
kwetsbare ouderen, sociaal kwetsbaren en daklozen, personen met een participatiebehoefte,
hetzij voor de eigen ontwikkeling of ontspanning, hetzij voor anderen in de vorm van
vrijwilligerswerk of vrijwillige zorg, jeugd met psychosociale problemen en stoornissen,
kwetsbare buurten waar sociale samenhang, veiligheid en leefbaarheid onder druk staan.
De WMO voor welzijnsorganisaties
Welzijnsorganisaties hebben een enorme potentiele kracht om op de WMO-domeinen wat
voor elkaar te krijgen. Sociale samenhang creëren, participatie bevorderen, streetwise zijn,
maar ook kunnen verbinden, schakelen en coördineren zijn hier voorbeelden van.
Als welzijnsorganisaties een aantrekkelijke rol willen vervullen voor de gemeente moeten zij
doen aan kwaliteitsontwikkeling. De 8 bakens van welzijn nieuwe stijl geven hier richting aan.
1. gericht op vraag achter de vraag
2. gebaseerd op de eigen kracht van de burger
3. direct eropaf
4. formeel en informeel in optimale verhouding
5. doordachte balans van collectief en individueel
6. integraal werken
7. niet verblijvend, maar resultaatgericht
8. gebaseerd op ruimte voor de professional
Samenwerking
De Wmo vraagt van organisaties meer met elkaar samen te werken in multidisciplinaire
overleggen, in de ketenaanpak, in sociale wijkteams en bij casemanagement. Gemeenten
zijn samen met hun organisaties aan de slag gegaan om nieuwe vormen van samenwerking
te ontwikkelen: meer regionaal, integrale dienstverlening, wijkgericht en meer onderlinge
samenwerking voor beter op elkaar afgestemde zorg voor burgers die het alleen niet redden.
De sociale wijkteams (SWT) zijn hier een voorbeeld van. Het doel van de SWT is om echt op
een andere manier te werken. Van medewerkers wordt een integrale manier van werken
gevraagd en een goede samenwerking bij het aanpakken van complexe problematiek.
De SWT richten zich op versterken en verbinden; de focus ligt op ontzorgen i.p.v. zorg
overnemen.
De WMO voor de professional
Professionals hebben de taak om mensen individueel en in relatie met hun netwerk te
ondersteunen tot zelfredzaamheid, zodat zij (zo) volwaardig (mogelijk) kunnen participeren in
de samenleving. Voor jou als professional gaat het erom de omslag te maken van ‘zorgen
voor’ naar ‘zorgen dat’.
Op individueel niveau (microniveau) ben je gericht op het vergroten van de zelfredzaamheid:
versterken van de eigen kracht en de regie van mensen: hen helpen bij het vinden
van eigen oplossingen voor hun vragen
aansluiten bij de leefwereld van de cliënt.