HC – Klinische neuropsychologie
HC 1
gen tegen ontwikkeling dementie
functiedomeinen = cognitieve functies
in tentamen 1 vraag over laatste hoorcollege (behandeling)
vroeger al veel discussie over welk orgaan is belangrijk voor ziel ofzo?
lang dachten mensen dat ventrikels het belangrijkst waren = celtheorie, dat hier de ziel;/ mentale
functies zou liggen
holistisch beeld? 1 orgaan is oorzaak van alles
descartes eerste die heel specifiek gebied aan wees = pijnappelvliesklier
lokaliseren kreeg steeds belangrijkere rol
gall -> mentale functies aan buitenzijde hersenen, als heel erg ontwikkeld dan uitstulpingen aan
schedel dus door schedel te voelen kan je talenten en gedrag aflezen (wiskunde knobbel enzo)
na Gall kreeg je casusbeschrijvingen, zijn heel belangrijk geweest
door phineas gage, frontaal kwab belangrijk voor gedrag en inhibitie
Broca: patiënt tan (kon alleen tan zeggen, maar begreep verder wel alles) → frontale beschadiging,
gebied van broca = productie taal
Wernicke: zag tegenovergestelde = gebied van Wernicke = temporaal taal begrijpen
neiging naar meer holistische visie (weer specifieker)
tegelijk ontstond ook experimentele psychologie
experimenten gericht op waarneming, hoe snel zie je iets
objectieve, gestandaardiseerde, en in gezonde participanten
meten van individuele verschillen, normgroepen creëren, mensen vergelijken met elkaar !
belangrijk!
eerste testen:
vooral gericht om te kijken mensen militaire diensten in konden
en succesvol op school zouden zijn, kinderen
Binet: eerste intelligentie test
uitgangspunt neuropsychologie
sinds 2e wereldoorlog komen psychologen ook steeds meer aan de pas bij hersenbeschadiging
Luria: discussie of holistisch of lokaliseren: onderscheidde 3 gebieden in hersenen,
conclusie van hem: hersenen zijn als geheel verantwoordelijk voor gedrag, maar specifieke functies
die je kan lokaliseren en onderscheiden
steeds meer plek binnen gezondheidszorg
dissociatie = twee taken tegelijk afnemen, taak a goed mar taak b niet, bij andere patiënten mis juist
andersom
dubbel dissociatie = dus dat andere patiënt andere taak niet goed doet → verschillende functies
onderscheiden
Ontwikkeling eerste neuropsychologische tests o.a. door Benton en Warrington
hoogtepunten ontwikkeling neuro psychologie:
• 1967: oprichting International Neuropsychological Society
,• 1976, eerste editie Neuropsychological Assessment, Lezak (1927-2021) = soort bijbel, wat te
gebruiken voor cognitief domein in kaart brengen
van 1980 hersenbeschadiging in kaart brengen mogelijk (steeds meer soorten scans)
neuropsychologie niet meer belangrijk voor waar beschadiging zat, maar voor de gevolgen van die
beschadiging
geen 1 op 1 relatie meer met lokalisaties in brein en gedrag, meer denken in netwerk in brein →
netwerkmodellen
huidige neuropsychologie
• 1970 Nederlandse Vereniging voor Neuropsychologie
• Individuele patiënt is een n=1 studie
• Breed werkveld
• Betrokken bij zorg (diagnostiek, indicatiestelling, behandeling) en wetenschappelijk onderzoek
neuropsychologie in de praktijk
docu NPO even vergeten
n=1 studie = wetenschappelijk onderzoek opzetten voor 1 patiënt zien
hypotheses formuleren op basis van medisch dossier
literatuur review, cognitieve domeinen
studie design opzetten → testbatterij, welke cognitieve functies in kaart brengen en welke blijven
onaangetast?
data verzameling - anamnese (wat vertellen ze zelf), heteroanamnese (wat vertellen naasten over de
patiënt)
observaties, testonderzoek
1 conclusie
neuropsychologisch onderzoek = meer dan alleen testjes afnemen
bij iedereen andere testen gebaseerd op hypotheses, hele diagnostishe cyclus in de gaten houden
Figuur van Rey:
een figuur moeten natekenen, kopie afwijkend ja of nee?
welke cognitieve stoornis ligt hier aan ten grondslag?
betrouwbaarheid (test hertest betrouwbaarheid) en validiteit van test is belangrijk
COTAN
stoorfactoren:
• Beinvloeden de testprestatie, vallen niet binnen meetpretentie van de test
• Visusproblemen, gehoorproblemen
• Pijnklachten
• Vermoeidheid
• Spanning
onderpresteren of overrapporteren:
bewust (forensisch) of onbewust (door spanning ofzo)
anosognosie = mensen hebben geen ziekte inzicht, geloven niet dat er iets met ze aan de
hand is dus geen inzet
extern belang
, afname prestatie validatie taken → taken afnemen die moeilijk ogen maar makkelijk zijn, ook
voor mensen met hersenaandoening, als ze dan heel slecht presteren = onder kansniveau,
dan weet je dat ze bewust slecht presteren, je moet kennis hebben van juiste antwoord
balans tussen sensitiviteit en specificiteit bij deze taken
neuropsychologen blijken heel slecht te kunnen voorspellen wie gaan bewust onderpresteren, etc.
dus die taken zijn belangrijk.
als testen afgenomen dan scores afzetten tegen normgegevens.
lang onduidelijk welke woorden hier bij betrekken
toewerken naar uniforme labels. welke prestaties vinden we gemiddeld, welke onder gemiddeld, etc.
→ nu ook in nederland
zeer laag- zeer hoog (7 categorieën)
meeste mensen vallen in ‘gemiddeld’ domein
pas de laagste 2% van de populatie, dan zorgen maken over stoornis
ook altijd rekening houden met cross culturele aspecten
zwart wit lijn tekeningen passen bv niet bij niet westerse schooling mensen
behandelingen
• Altijd rekening houdend met kenmerken van de specifieke patiënt (hersenletsel, cognitief profiel)
• Psycho-educatie →
• Cognitieve gedragstherapie →
• Relatie en systeemtherapie →
• Acceptance and committment therapie (ACT)
foutloos leren = gewoon zeggen ‘dit is een man en hij heet zo’ bij dementie werkt dit goed ofzo?
Klinische neuropsychologie bestudeert de relatie tussen hersenen en gedrag, bij gezonden mensen
en bij patiënten. De klinisch neuropsycholoog is een science-practitioner (klinische praktijk en
wetenschappelijk onderzoek)
, HC2
Waarom hebben we methoden nodig? We willen het gedrag van een ander mens goed begrijpen,
met name die mensen die door een pathologie zich anders zijn gaan gedragen.
multifactorieel, verschillende oorzaken en door verschillende factoren beïnvloed, dus we moeten
hele goede methoden hebben.
een doe taak = executief functioneren
Hoe leen je betekenis aan het gedrag wat je uit de methoden haalt?
Hoe ga je vanuit de methoden terug naar de hersenen en terug naar het gedrag?
methoden → neuroanatomie → functie, en het gaat ook weer terug
methoden zijn nu nog meer belangrijk door technische innovaties enzo.
wat achterblijft is kennis van de juiste methoden
hypotheses stellen, met empirische cyclus
observatie → inductie (op basis van observaties hypothesen stellen) → deductie → toetsen →
evaluatie
inductief redeneren = je hebt observatie, je ziet iets, en je stelt hypothese op basis daarvan
observatie → data verzamelen → patroon ontdekken → hypothese of theorie formuleren (theorie is
nog meer generaliseren) = is meer exploratief onderzoek
deductief redeneren = je hebt een theorie (generalisering) en gaat op basis daarvan hypothese
stellen, dan kijk je heb ik gelijk door data bekijken
theorie -> hypothese formuleren → observeren / analyseren → hypothese bevestigen of verwerpen
= meer als je wel al kennis hebt
plaatje slide
de nulhypothese waar onwaar
is
verworpen type 1 fout correcte beslissing
kans = a kans = 1 - B
ten onrechte nulhypothese = power
verwerpen
niet verworpen correcte beslissing type 2 fout
kans = 1 - a kans = B
= significantie ten onrechte nulhypothese niet
verwerpen
methoden om toeval te beperken, maar kunnen niet uitsluiten
je hebt theorie bedacht, je weet hoe je iets wilt gaan testen → operationaliseren
het omzetten van theorie naar experiment = operationaliseren
Ethiek komt hier bij kijken, want iedereen neemt het over maar misschien rust het per ongeluk toch
op toeval