Samenvatting open boek toets
Van der pas, handboek methodische ouderbegeleiding
Proloog
Het basisvertrouwen van ouders
Veel ouders voelen zich tijdens de zwangerschap al verantwoordelijk. Ze stoppen met roken
en zoeken al naar kinderopvang. De vraag ‘wat is de zin van het leven?’ wordt voor veel
ouders beantwoordt zodra ze een kind hebben.
Verwachtingen vooraf komen in de realiteit vaak heel anders naar voren. Een nieuwe
moeder moet leren vertrouwen te hebben in haar vermogen om een baby in leven te houden
wanneer die eenmaal aan haar zorg is toevertrouwd.
Besef van verantwoordelijk zijn
Ouders hebben een verantwoordelijkheidsgevoel ten opzichte van hun kind. Het gevoel van
ouderlijk verantwoordelijk zijn is vaak impulsief, ongeweten. Dit besef kan een ouder ook
overweldigen. Het is iets zwaars.
Het besef van verantwoordelijk zijn weegt niet alleen zwaar, het maakt ook eenzaam. Een
kind merkt het beef niet op en waardeert niet altijd de moeite die de ouders voor het kind
doen. Men oordeelt vaak over de ouders wanneer er iets niet goed gaat met het kind; het zal
wel aan de opvoeding liggen.
Verantwoordelijk zijn is een energiebron die ouders voortduwt. Als een soort extra geweten.
Een ouder zonder besef van verantwoordelijk zijn belt niet snel bij ouderbegeleiders aan.
Onvoorwaardelijk en tijdloos
Onvoorwaardelijk en tijdloos zijn twee kwaliteiten die kenmerkend zijn voor het besef van
verantwoordelijk zijn. Tijdloos kunnen rekenen op een volwassene, de wetenschap dat je niet
inwisselbaar bent voor een ander. Onvoorwaardelijk en tijdloosheid zijn ook hetgeen wat de
ouder-kindrelatie voor veel mensen bij uitstek onweerstaanbaar maakt. Je kan niet voor je
kind kiezen, zoals je voor je partner kan kiezen. Een kind blijft voor altijd in je leven, je zit
voor altijd aan een kind vast en je zal altijd van je kind blijven houden.
,Hoofstuk 1 basisvaardigheden
1.1 ‘Vaardigheden’
- ‘Vaardigheden’, omdat het gaat om doen en doen en nog eens doen. Al doende
kweekt de ouder ‘muscle memory’. Net als fietsen ga je de meeste handelingen
beheersen.
o Muscle memory: de functie van spier-geheugen is in wezen om bepaalde
fysieke handelingen eenvoudiger te maken en uiteindelijk hen mogelijk zonder
het bewuste denken te maken.
- Hoe beter de basisvaardigheden worden beheerst, hoe prettiger de ouder zich voelt
op zijn ‘werkvloer’: de interactie met het kind.
- Ouders hebben tijdens het opvoeden vijf basisvaardigheden die zij onbewust
toepassen:
o Veiligheid bieden
o Verzorgen
o Zicht houden
o Verwachtingen overbrengen
o Grenzen stellen
- Wanneer het kind opgroeit krijgt de ouder de kans om deze vaardigheden eigen te
maken. Er worden altijd meer vaardigheden tegelijk gebruikt.
- Bij het proces van kinderen grootbrengen komt een subtiele combinatie te pas van
verschillende vaardigheden. Verzorging, veiligheid en zicht op het kind krijgen in de
eerste maanden hoogste prioriteit.
1.2 Veiligheid bieden
- Veiligheid heeft te maken met daden, zoals een hekje boven aan de trap plaatsen,
een oranje vlag op de fiets plaatsen of er zijn.
o Er zijn voor het kind verandert per context. De ene keer is het een briefje die
klaarligt voor een kind die alleen thuis is, de andere keer is het er fysiek zijn
voor het kind.
- Veiligheid heeft niet slechts te maken met concrete daden, maar ook met zoiets als
het begrip ‘thuis’.
- Het bieden van globaal-veilige omgeving, impliceert veel vooruitdenken. Voorzien
waar gevaar schuilt is een van de hoofdonderdelen van veiligheid bieden door
ouders.
“Moeder zit in de speeltuin op de rand van een grote zandbak met een kennis te
kletsen. Ze houdt zijdelings en oogje op haar dochter die taartjes bakt. Ondertussen
houdt ze haar zoontje van 9 maanden in haar armen. Hij kruipt over haar heen, zij
stuurt hem bij, voorkomen dat hij omkiepert, deelt bemoedigende klopjes uit, een aai,
een stevige greep als hij over haar schouder dreigt te vallen, maar zonder dat moeder
expliciet aandacht aan hem besteedt.”
- In het voorbeeld is te zien hoe vanzelfsprekend het is.
- Ouders vinden het vanzelfsprekend om ervoor te zorgen dat het kind veilig is. De
vaardigheid wordt na oefening een vanzelfsprekendheid: ‘muscle memory’.
- Schuldgevoelens over tekortkomingen raken ouders moeilijk kwijt en deze
schuldgevoelens beïnvloeden hun andere basisvaardigheden.
o Er ontstaat een onzekere verwarring rond ‘eisen stellen’ en ‘verzorgen’. Dit
mondt licht uit in ‘verwenning’ en ‘over bescherming’.
- Veiligheid beiden wordt gezien als allereerste plicht; je praat er niet over, je doet het.
1.3 Verzorging
, - Onder verzorging vallen onder andere het vasthouden en troosten, verschonen, in
bad doen, voeden, enz.
- De narcistische (jezelf helemaal geweldig vinden) bevrediging die de ouder krijgt door
de competentie verzorgen, heeft een ouder nodig voor zijn zelfrespect als ouder. Het
geeft hem zelfvertrouwen.
o Wanneer een kind ziek is en naar het ziekenhuis moet, tast dit het
zelfvertrouwen van de ouder aan. Als ze hem beter hadden verzorgd, was hij
niet ziek geworden. Nu het ziek is willen ze hem intensiever verzorgen, maar
juist nu wordt dit uit handen genomen.
- De verzorging van kinderen, vanaf de geboorte tot volwassenheid, hoort in ons
denken samen met veiligheid beiden tot de vanzelfsprekendheid van ouderschap.
- Terwijl veiligheid bieden vooral een kwestie is van vooruitzien, speelt het verzorgen
zich vooral af in het hier en u. Het is een zaak van doen.
- Het lijfelijke verzorgen in de babytijd, geeft de ouders de kans om het kind te leren
kennen en in de vroege fase het verzorgen al te oefenen met zachte eisen en
grenzen.
1.4 Zicht houden op het kind
- Alles wat de ouder doet of laat is mede gebaseerd op een inschatting van wat het
kind behoeft, wat ze wil of niet wil, haar stemming, waar ze aan toe is, hoe ze zal
reageren en hoeveel ruimte ze de ouder waarschijnlijk geeft zonder tegen te
stribbelen.
- Om de vaardigheden ‘veiligheid bieden’, ‘verzorging’, ‘verwachtingen en eisen’ en
‘grenzen’ zo uit te oefenen dat kind en ouder zich prettig voelen en er zo min mogelijk
onenigheid ontstaat, gebruiken ouders de vaardigheid ‘zicht houden’. Ook wel ‘oogje
in het zeil houden’.
- De ouders houden zicht op het kind door zijn waarnemingen van het moment, te
koppelen aan zijn ‘mental portait’ van het kind. Aan de hand hiervan bepaalt de ouder
zijn verwachtingen en gedrag van het kind.
o Mental portrait: een soort compositiefoto: het kind zoals het was, zoals het is,
zoals het zou moeten zijn en zoals je hoopt dat het wordt.
- De verdeling van werk in het gezin, geeft als gevolg dat ouders doorgaans
verschillende posities nemen bij het grootbrengen en daardoor het kind vanuit een
andere invalshoek waarneemt.
o Zowel het mentale portret als het zicht op het kind verschillen en het gedrag
ten opzichte van het kind wordt hierdoor anders georganiseerd dan dat van de
andere ouder.
- Elk verschil tussen het ‘wezen’ van het kind en het mentale portret dat de ouder van
hem heeft, leidt tot een misverstand of conflict. Om dit te vermijden moet de ouder
zijn zicht corrigeren -> interpersonal curiosity.
o Interpersonal curiosity: het vermogen van ouders om geïnteresseerd te zijn
in het ‘anders-zijn’ van het kind, om verrast te willen worden. (Ook wel
interpersoonlijke nieuwsgierigheid)
- Een ouder kan ervoor kiezen om het huilen van een kind te negeren, ook al zou hij
willen troosten of helpen. Zijn ‘zicht op het kind’ zegt hem alleen dat hij het kind beter
helpt door niet te interveniëren (ingrijpen). De ouder gaat op dat moment niet weg,
maar zorgt er ook niet voor dat het gehuil stopt. Dit wordt innerlijke herstructurering
genoemd.
o Innerlijke herstructurering: ouder en kind hervinden zichzelf in de situatie.
1.5 Verwachtingen en eisen
- Verwachtingen van ouders hebben betrekking op het hier en nu en op de toekomst.
- Ouders zijn constant bezig met het maken en bijstellen van verwachtingen. Ook lage
verwachtingen zijn verwachtingen.
, - Elke ouder heeft een van generatie op generatie overgeleverde ‘blauwdruk’ voor het
geheel van alle ontwikkelingstappen van zijn kind. Op de grond van die blauwdruk
anticipeert de ouder in zijn omgang met het kind op de eerstvolgende stap. Ook wel
previewing genoemd. (Trad)
o Previewing: met woordjes, met mimiek, met specifieke, op die stap gerichte
gebaren, met zijn totale motoriek en met zijn stemgeluid brengt de ouder de
boodschap van zijn verwachtingen over aan het kind.
1.6 Grenzen stellen
- Met verwachtingen en eisen stellen willen ouders een ‘ja’ ontlokken uit het kind. Bij
grenzen stellen daarentegen is het ‘nee’ zeggen tegen het kind.
- De competente ouder heeft een ‘pre-emptive strike’.
o Pre-emptive strike: technieken om het kind over de gewenste streep te
krijgen zonder dat er een conflict ontstaat.
- De grenzen die ouders stellen hebben te maken met verschillende soorten regels die
door het kind worden overtreden:
o Een regel van de ouder zelf wordt overtreden en de ouder verweert zich door
grenzen te stellen. Het kind heeft oer definitie geen boodschap aan deze
regels en veel ouders staan het zichzelf maar moeilijk toe om geheel uit
eigenbaat een kind in te perken. Ouders wachten met het handhaven van dit
soort regels tot frustratie de overhand krijgt.
Bijv. ‘schei uit met dat gejengel’
o Het kind overtreedt eigen regels of regredieert (terugwerkend) en de ouder
trekt voor hem de grens die controleverlies van het kind voorkomt. Eerst
reageert de ouder met ingehouden irritatie, geleidelijk komt er een duidelijke
stellingname aan te pas.
Bijv. ‘ga jij nou maar even naar de gang. Als je rustig bent kan je weer
terugkomen en verder eten.’
o Het kind overtreedt een ‘huishoudelijke’ regel of afspraak en de ouder vraagt
het kind om die te respecteren.
Bijv. ‘ik wil daar best over verder praten, maar niet aan tafel. Straks,
oké? Nu houden we het even gezellig.’
o Het kind overtreedt een sociale regel; die van respect voor andermans
spullen, gevoelens, territorium of mening. De ouder maakt het kind meestal
daarop opmerkzaam door een beroep te doen op zijn empathie. Over sociale
grenzen is het gemiddelde kind al heel jong gevoelig. Deze regels wegen voor
hemzelf het zwaarst. Een kind opmerkzaam maken hierop, vereist
zelfbeheersing.
Bijv. ‘jij vindt het toch zo oervervelend als ik over iets doorzeur? Nou,
ik weet dat je de pest in hebt, maar doe ons allemaal een plezier en
hou er nu even over op. Ja? Dan kunnen we tenminste gewoon eten.’
o Het kind overtreedt de regel die hem scheidt van de ouder als degene die de
regel stelt. Het kind zet hiermee het hele ouder-kind systeem op losse
schroeven en plaatst vraagteken achter een zojuist geformuleerde
relatiedefinitie. Deze regel gaat over de vraag wie eigenlijk de regels stelt in
huis. Het heeft betrekking op de hiërarchie in huis.
Bijv. ‘en je luistert, of je gaat nu, meteen, naar bed. Heb-jij-dat-
begrepen??!!’.
o Het kan zijn dat er onenigheid ontstaat over regeloverschrijding. Dit is meestal
het geval als een ouder een situatie zwaarder beleefd dan het kind. Het
conflict wat er dan ontstaat gaat niet over regeloverschrijding zelf, maar over
de interpretatie ervan.
1.7 Conclusie