, 2020
Onderzoek naar
kostenverbijzonderings-
methode bij (X)
Auteur:
Studentnummer:
studyless
###
School: Hogeschool Rotterdam Business School (HRBS)
Opleiding: Finance & Control
Modulecode: FBEAFS0844
Examinator: xxx
Docent Nederlands: xxx
Afstudeerbegeleider: xxx
Bedrijfsbegeleider: xxx
Datum: 12-06-2020
2
,Voorwoord
Voor u ligt het rapport over een kostprijsberekening van de diensten voor (X). Dit rapport is
geschreven in opdracht van (X) en naar aanleiding van de module FBEAFS0844 ter afsluiting van mijn
opleiding. Naar aanleiding van het probleem die zich afspeelde binnen (X), heb ik samen met de heer
(Bedrijfsbegeleider), hoofd Finance/P&O/Export & logistiek, besloten om een onderzoek uit te
voeren naar de kostenverbijzonderingsmethode. Dit onderwerp leek mij interessant, omdat ik tijdens
mijn opleiding het onderwerp ‘kostprijsberekening’ positief heb ervaren en na mijn opleiding in dit
gebied zou willen werken.
Gedurende het blok heb ik me beziggehouden met het onderwerp kostenverbijzonderingsmethode.
Hierbij heb ik een onderzoek gedaan naar de meest passende kostenverbijzonderingsmethode bij (X).
Doordat ik een interessant onderwerp heb gekozen, heb ik de fase ‘afstuderen’ als zeer positief
ervaren.
Graag wil ik de personen die mij tijdens mijn afstuderen hebben geholpen, de heer xxx
(afstudeerbegeleider HRBS), mevrouw Dingenouts (docent Nederlands HRBS), de heer xxx
(examinator HRBS) & de heer xxx (bedrijfsbegeleider), bedanken voor de goede begeleiding en het
vertrouwen in het positief afronden van het eindproduct.
Ik wens u veel leesplezier toe.
Afstudeerder, 12 juni 2020
3
,Managementsamenvatting
In dit onderzoek wordt de meest passende kostenverbijzonderingsmethode voor (X) geïdentificeerd.
Binnen (X) worden de activiteiten advisering en realisatie van klimaatinstallaties in de kas, GEO-
installaties (aardwarmte), kasconstructies/totaal kassenbouwprojecten en voetbalveld verwarming
verricht. Het is echter niet duidelijk op welke wijze de kostprijscalculatie wordt toegepast. Dit zorgt
ervoor dat de kostprijzen niet betrouwbaar zijn, waardoor operationele beslissingen worden
beïnvloed, met name het bepalen van de verkoopwaarde van de projecten. Dit heeft gevolgen voor
de winstmarge.
Hierdoor heeft het management weinig inzicht in de kostprijzen en hun oorzaken. Het is dan ook niet
duidelijk welke kosten ten behoeve van welke eindproducten worden gemaakt. Deze kosten behoren
tot projectkosten van de organisatie en moeten worden doorbelast aan de projecten. Om ervoor te
zorgen dat de kostprijsberekening op de processen binnen (X) aansluit, is het van belang dat er een
onderzoek wordt gedaan naar de meest passende kostenverbijzonderingsmethode.
Het doel van dit onderzoek is om een bijdrage aan het inzicht in de winstgevendheid van de
projecten van (X) te leveren, door de meest passende kostenverbijzonderingsmethode te
identificeren.
Om deze doelstelling te bereiken staat in dit onderzoek de volgende vraag centraal: Wat is de meest
passende kostenverbijzonderingsmethode voor (X)?
Om deze hoofdvraag te kunnen beantwoorden worden verschillende onderzoeksmethoden
toegepast. Tijdens het onderzoek wordt een literatuuronderzoek uitgevoerd. Met behulp van
literatuuronderzoek worden relevante begrippen met betrekking tot dit onderzoek behandeld.
Hieruit blijkt dat de kosten ingedeeld kunnen worden naar kostensoort en een direct karakter of een
indirect karakter kunnen hebben. Vervolgens worden de kostenverbijzonderingsmethoden in kaart
gebracht, waarna de doelen en de voor- en nadelen van de verschillende methoden worden
besproken.
Daarna wordt een empirisch onderzoek gedaan, waarbij alle relevante gegevens van het bedrijf
worden verzameld. Hiervoor worden interviews afgenomen en data-analyses uitgevoerd. Door
middel van empirisch onderzoek worden de doelen waarvoor het management de kostprijs wil
gebruiken en de wensen en eisen van het management voor de kostenverbijzonderingsmethode (de
gewenste situatie) en de contextuele factoren en huidige kostenverbijzondering (de huidige situatie)
in kaart gebracht.
Ten slotte worden de meest geschikte kostenverbijzonderingsmethoden geselecteerd. Uit de analyse
van de huidige situatie en de gewenste situatie kan worden geconcludeerd dat aan de hand van de
doelen en de wensen en eisen van het management de step-downmethode en reciprocalmethode in
aanmerking komen en dat aan de hand van de contextuele factoren de step-downmethode,
reciprocalmethode, activity-based costing (ABC) en time-driven activity-based costing (TD-ABC) in
aanmerking komen.
Uit dit onderzoek blijkt dat enkelvoudige opslagmethode, meervoudige opslagmethode en directe
methode niet in aanmerking komen. Daarnaast komen ook activity-based costing en time-driven
activity-based costing niet aanmerking, omdat deze methoden complex en duur zijn. Dan blijven
step-downmethode en reciprocalmethode over. De step-downmethode is de meest passende
kostenverbijzonderingsmethode voor (X), omdat deze eenvoudiger en goedkoper is dan de
reciprocalmethode. De step-downmethode is gemakkelijker toe te passen en zal daarom minder tijd
in beslag nemen dan de reciprocalmethode. Al met al komt de step-downmethode het meest in
aanmerking aan de hand van de wensen en eisen van het management.
4
,Op basis van dit onderzoek wordt ten eerste aanbevolen dat de huidige kostenverbijzondering niet
meer wordt gehanteerd, omdat de opslagmethode nauwelijks inzicht en onnauwkeurige kostprijs
oplevert. Zoals eerder beschreven is, is (X) een complexe organisatie waarbij de indirecte kosten niet
samenhangen met de directe kosten. Advies is dat de step-downmethode wordt geïmplementeerd
ter vervanging van de huidige methode, omdat deze methode het meest aansluit bij de wensen en
eisen van het management. Bovendien komt deze methode, naast de reciprocalmethode, activity-
based costing en time-driven activity-based costing, ook in aanmerking aan de hand van de
contextuele factoren.
Voor wat betreft het huidige systeem (Syntess) maakt (X) gebruik van een uitgebreid ERP-systeem
dat de mogelijkheid biedt om een uitgebreide kostenverbijzonderingsmethode toe te passen.
Hierdoor zal de step-downmethode goed gebruikt kunnen worden in Syntess. Het systeem is echter
niet zo goed ingericht, waardoor de step-downmethode niet goed kan worden toegepast. Daartoe
wordt aanbevolen om een goed onderzoek in gang te zetten of een deskundige in te schakelen, zodat
Syntess zodanig kan worden ingericht dat de step-downmethode kan worden toegepast.
Daarnaast kan (X) overwegen om gebruik te maken van Excel (programma) om de kostprijzen te
berekenen, oftewel om de step-downmethode toe te passen. De onderzoeker is op basis van zijn
eigen ervaring met Excel van mening dat dit programma ook de mogelijkheid biedt om de step-
downmethode toe te passen. In Excel is het bijvoorbeeld eenvoudig om kosten in te voeren en
verdeelsleutels aan te maken, waarna de kosten kunnen worden verdeeld door middel van
celverwijzingen.
Aanbevolen wordt dat kasconstructies, klimaat en geothermie als hoofdkostenplaatsen (operationele
afdelingen) worden gekozen. Er moet dus een onderscheid worden gemaakt tussen klimaat en
geothermie, zodat er meer inzicht is in de winstgevendheid van de projecten van (X). Zo wordt het
inzichtelijk welke indirecte kosten ten behoeve van welke pijlers (oftewel de hoofdkostenplaatsen)
worden gemaakt, waarna de op de hoofdkostenplaatsen verzamelde kosten kunnen worden
toegerekend aan de kostendragers.
Uit dit onderzoek blijkt dat de kostenplaatsmethode het mogelijk maakt om de kosten beter te
beheersen door de verantwoordelijkheid voor een of meer kostenplaatsen aan de managers toe te
wijzen. Het verdient dan ook aanbeveling dat de verantwoordelijkheden blijven samenvallen met de
afdelingsstructuur van (X), zoals nu het geval is. Op deze manier heeft men meer controle over de
kosten.
5
, Inhoudsopgave
Inleiding..................................................................................................................................................8
1. Bedrijfsbeschrijving..........................................................................................................................10
2. Onderzoeksplan................................................................................................................................12
2.1 Onderzoeksmodel.......................................................................................................................13
2.2 Onderzoeksstrategie...................................................................................................................14
2.3 Dataverzameling.........................................................................................................................16
3. Theoretisch kader.............................................................................................................................18
3.1 Kostenindelingen........................................................................................................................19
3.2 Opslagmethoden........................................................................................................................21
3.2.1 Enkelvoudige opslagmethode..............................................................................................21
3.2.2 Meervoudige opslagmethode..............................................................................................21
3.2.3 Voor- en nadelen van de opslagmethode............................................................................22
3.3 Kostenplaatsmethode (productiecentramethode).....................................................................23
3.3.1 Directe methode..................................................................................................................25
3.3.2 Step-downmethode.............................................................................................................25
3.3.3 Reciprocalmethode..............................................................................................................26
3.3.4 Voor- en nadelen van de kostenplaatsmethode..................................................................27
3.4 Activity-based costing (ABC).......................................................................................................28
3.5 Time-driven activity-based costing (TD-ABC)..............................................................................30
3.6 Keuze van een kostenverbijzonderingsmethode........................................................................32
3.7 Onderbouwing interviewvragen.................................................................................................36
4. De gewenste en de huidige situatie van (X)......................................................................................38
4.1 De gewenste situatie van (X)......................................................................................................38
4.1.1 Het doel van de kostenverbijzonderingsmethode (kostprijzen)..........................................38
4.1.2 Wensen en eisen van het management voor de kostenverbijzonderingsmethode.............39
4.2 De huidige situatie van (X)..........................................................................................................40
4.2.1 De contextuele factoren......................................................................................................40
4.2.2 De huidige verbijzondering van de kosten...........................................................................43
5. Onderzoeksresultaten......................................................................................................................45
5.1 Kostenverbijzonderingsmethoden op basis van de doelen en de wensen en eisen...................45
5.2 Kostenverbijzonderingsmethoden op basis van de contextuele factoren..................................47
6. Conclusies en aanbevelingen............................................................................................................50
6.1 Conclusies...................................................................................................................................50
6.2 Aanbevelingen............................................................................................................................52
6