Samenwerkend leren!
Ebbens & Ettekoven!
!
Activerende didactiek & Samenwerkend leren!
Inhoud !
!
Hoofdstuk 1 - Samenwerken en leren!
Onderwijskundige en maatschappelijke argumenten voor de keuze van samenwerkend leren. !
Onthouden, begrijpen, toepassen en de daarbij horende leeractiviteiten in het perspectief van samenwerkend
leren.!
Vijf sleutelbegrippen met wederzijdse afhankelijkheid en individuele aanspreekbaarheid als belangrijkste.!
!
Hoofdstuk 2 - Klassenorganisatie gericht op samenwerkend leren!
Argumenten en methoden om de groep op te delen in groepen samenwerkend leren.!
Doel en vormgeving van regels gericht op effectief samenwerkend leren.!
Doel en vormgeving van taken en rollen binnen de groep.!
!
Hoofdstuk 3 - Vijf elementaire samenwerkingsstructuren!
Check-in-duo’s, Genummerde hoofden, Denken-delen-uitwisselen, Driestappeninterview, Expert.!
Opbouw, voorbereiding, gebruik bord, instructie, tijd, …!
!
Hoofdstuk 4 - Sociale vaardigheden en groepsprocessen!
Twintig concrete sociale vaardigheden die grote invloed hebben op het (samen) leren.!
Het systematisch aanleren van sociale vaardigheden.!
Sociale vaardigheden en groepsprocessen krijgen hun plek in de nabespreking.!
Het langzaam opbouwen van sociale vaardigheid en eenheid in de groep.!
!
Hoofdstuk 5 - Begeleiden van samenwerkend leren!
Heldere en volledige instructie voorkomt veel onnodig begeleiden.!
Organisatie en vormgeving van begeleiden, drierondjesprincipe, wat doe je wel wat doe je niet?!
Tweemaal nabespreken: inhoud en leerproces!!
!
Hoofdstuk 6 - Beoordelen/evalueren van samenwerkend leren!
Groepscijfer? Individueel cijfer? Een combinatie van beide? Bonuspunten?!
Als het proces samenwerkend leren belangrijk is, verdient het een eigen plek in de nabespreking.!
Een overzicht van alle aspecten van beoordeling in één schema.!
!
Hoofdstuk 7 - Het onderwijsleergesprek!
Actief leren, zichtbaarheid van het denken, ontwikkeling van het leren en de zin van verschillende
invalshoeken.!
Het onderwijsleergesprek beschreven aan de hand van de sleutelbegrippen van samenwerkend leren.!
Vragenstellen, het (denk)niveau van vragen, wachttijd, reageren op antwoorden, …!
Overzicht houden, regels voor vingers, vloeiend houden, ingetogen prijzen.!
Verkennen, themagericht, oplossingsstrategieën, nieuwe werkwijzen.!
!
Hoofdstuk 8 - Een leergemeenschap!
Leren met elkaar, leren van en met elkaar, leren van, met en over elkaar.!
De verschillen tussen een objectivistisch model van leren en instructie en leren in een leergemeenschap.!
Gastvrijheid, openheid, gesprek, alleen zijn als noodzakelijk onderdeel.!
!
Hoofdstuk 9 - Lessen samenwerkend leren ontwerpen!
Welke inhoud, welk leren, wat weet ik van mijn leerlingen en welke strategieën heb ik tot mijn beschikking?!
Doel? Structuur? Groepen? Sleutelbegrippen? Sociale vaardigheden? Begeleiden? Nabespreken?
Beoordelen? Kunnen ze samen de doelen halen?!
! Terugblikken als eerste stap naar een nieuw ontwerp. !
,Hoofdstuk 1 - Samenwerken en leren !
Kenmerken van gestructureerd leerdoelgericht groepswerk!
!
1.1 Het waarom van samenwerkend leren!
Er zijn vijf typen argumenten voor het gebruik van samenwerkend leren:!
1. Klassenorganisatie en de handen ‘vrij’!
Als leerlingen uit zichzelf gaan samenwerken, is dit vaak niet effectief. Dikwijls wordt
er tijdens het ‘bij elkaar zitten’ door een aantal leerlingen ‘meegelift’ of wordt een
leerling afgewezen binnen een groep. Door als docent structuur aanbrengt in het
samenwerkend leren, worden veel van de negatieve effecten weggenomen. Als
leerlingen vervolgens goed samenwerken, heeft de docent zijn handen ‘vrij’ om
gericht steun te bieden waar dat echt nodig is.
!
2. Actief lerende leerlingen!
Leerlingen leren veel van zelf actief bezig zijn en betekenis geven aan het eigen
leren. voorwaarden voor effectief leren zijn in dit geval: actieve deelname van de
leerling, hardop denken, zorgvuldig vormgegeven leerklimaat. Het verwerken van
de leerstof/eigen maken is belangrijk. Alleen theorie overbrengen, is dus niet
voldoende. Met elkaar overleggen of veel verantwoordelijkheid krijgen is
aantrekkelijk voor de leerling. !
!
3. Ontwikkeling van het leren van leerlingen!
Informatie opdoen door alleen te luisteren is voor weinig leerlingen weggelegd.
Aangeboden informatie wordt beter verwerkt als de leerling er iets mee doet. Als
leerlingen dit samen doen, wordt informatie effectiever eigen gemaakt dan wanneer
iemand dat stil en onzichtbaar in z’n eentje doet. Het leren wordt ook zichtbaar,
omdat leerlingen gedwongen worden hardop te denken en dingen op te schrijven.
Ook kunnen leerlingen leren van hoe de ander informatie verwerkt, of zich daar juist
tegen afzetten. Leerlingen worden dus gedwongen om mondeling en schriftelijk in
eigen woorden uit te leggen wat ze geleerd hebben en krijgen hier feedback op van
elkaar. !
!
4. Ontwikkeling van het zelfstandig leren van leerlingen!
Je kunt leerlingen geleidelijk meer verantwoordelijk maken voor het eigen
leerproces. Zo kun je een leerling de taak geven ‘de tijd te bewaken’, iemand
anders moet er voor zorgen dat elke leerling ‘een inbreng heeft’ en iemand anders
is verantwoordelijk voor het ‘noteren van informatie’. Zo heeft iedereen een beetje
verantwoordelijkheid. Samenwerkend leren is een goede opstap naar zelfstandig
leren. Er is sprake van zelfstandig leren als de leerlingen hun eigen leren sturen. Je
kunt ze bewust maken van hun eigen leren door ze na afloop van een
samenwerking met elkaar te laten praten over hoe het ging. Ze kunnen van elkaars
werkvorm leren en ontdekken dat manier X handig is in situatie Y. Hierdoor worden
ze zelfstandiger. !
!
5. Maatschappelijke argumenten!
De maatschappij heeft behoefte aan sociaal en communicatief vaardige mensen.
Als leerlingen ongestructureerd ‘samenwerken’, worden er geen sociale
vaardigheden aangeleerd. Er worden eerder asociale vaardigheden ontwikkeld.
Door leerlingen effectief te laten samenwerken en aandacht te besteden aan sociale
vaardigheden maken ze later meer kans op de arbeidsmarkt. !
!
!
!
,1.2 Samenwerkend leren en leeractiviteiten!
Er zijn drie vormen van leren met bijbehorende leeractiviteiten:!
- Beheersing: onthouden (herinneren/onthouden) en begrijpen (in eigen woorden
zetten/samenvatten)!
- Beklijving: integreren (ophalen/activeren van voorkennis, en aan elkaar verbinden)!
- Wendbaar gebruik: creatief toepassen (informatie gebruiken in nieuwe situatie/
transfer)!
!
Samenwerkingsoefeningen per leertype!
Leertype 1: onthouden!
• Samen een geluidsfragment beluisteren en vragen maken die je alleen kunt
beantwoorden door naar het fragment te luisteren. Wissel je vragen uit met iemand
anders en maak elkaars vragen.!
• Ga tegenover elkaar zitten en overhoor elkaar over de belangrijkste informatie uit deze
les.!
!
Leertype 2: begrijpen!
• Leg aan elkaar uit hoe je opdracht X hebt opgelost.!
• Leg in eigen woorden aan je buurman uit hoe (…) in elkaar zit.!
!
Leertype 3: integreren!
• Leergesprek over actuele onderwerpen die horen bij het thema.!
• In groepjes woordkaarten maken rond het thema.!
!
Leertype 4: creatief toepassen!
• Projecten of werkstukken waarin het thema terugkomt.!
!
!
1.3 Sleutelbegrippen bij succesvol samenwerkend leren!
Als het samenwerkend leren aan de vijf sleutelbegrippen voldoet, is er altijd sprake van effectief
leren voor alle leerlingen. !
!
!
1.3.1 Samenwerkend, individueel en competitief leren!
Kenmerken van samenwerkend leren:!
• Alle leerlingen werken doelgericht. Ze weten wat er van hen verwacht wordt. De
opdracht en het leerdoel zijn helder.!
• Alle leerlingen voelen zich samen verantwoordelijk de opdracht goed uit te voeren.!
• Leerlingen gebruiken elkaar om de opdracht te maken.!
• Alle leerlingen halen samen én individueel de gestelde doelen.!
• Leerlingen voeren hun taak zelfstandig uit, eventueel met wat hulp van de docent. !
!
Verschillen tussen samenwerkend, individueel en competitief leren!
Samenwerkend leren: ! We zinken of zwemmen samen. We hebben elkaar nodig en worden!
! ! ! ! er allebei beter van. !
!
Individueel leren:! ! Ik sta er alleen voor. Het bereiken van mijn doel heeft niets te maken!
! ! ! ! met jouw doel. !
!
Competitief leren:! ! Als ik zwem, zink jij of andersom. Ik tegen jou. Er is competitie. !
!
!
!
!
!
,1.3.2 Vijf sleutelbegrippen bij samenwerkend leren!
Samenwerkend leren moet voldoen aan de volgende vijf sleutelbegrippen om echt effectief te zijn.
Voldoet het aan deze sleutelbegrippen, dan leren alle leerlingen effectief samen. Het doel van
samenwerkend leren is dat de leerling hierna de taak zelfstandig kan uitvoeren. “Wat hij vandaag
samen met de groep heeft gedaan, kan hij morgen in zijn eentje doen. En op een betere manier
dan wanneer hij niet had samengewerkt in de groep.”!
! 1. Positieve wederzijdse afhankelijkheid!
! 2. Individuele aanspreekbaarheid!
! 3. Directe interactie!
! 4. Aandacht voor de ontwikkeling van sociale vaardigheden!
! 5. Aandacht voor inhoud en groepsproces!
!
1. Positieve wederzijdse afhankelijkheid!
Leerlingen hebben elkaar echt nodig. Ze kunnen niet zonder elkaar. De leerlingen ervaren dat ook
zo. Ze voelen zich voor elkaar verantwoordelijk als ze weten hoe die wederzijdse afhankelijkheid
eruit ziet. Ze begrijpen dat (1) elke leerling een inspanning moet leveren om tot een goed
eindproduct te komen en om te kunnen leren, (2) iedereen levert zijn eigen, unieke bijdrage. !
!
Er moet wel een goede taakverdeling zijn (samenwerkingsstructuur). Anders bestaat de kans dat
de ene leerling alles op zich neemt en de andere leerling gaat meeliften. Dit kun je op
verschillende manieren voorkomen:!
• Geef de groep een gemeenschappelijk doel. !
• Een andere mogelijkheid is om de taken zo te verdelen dat samenwerken effectiever is
dan wanneer je de opdracht in je eentje gaat uitvoeren. !
• Er is beperkt materiaal beschikbaar (bijv. maar 1 schaar; je moet dus wel samenwerken).!
• Elke leerling krijgt zijn eigen rol. Alle rollen samen zijn nodig voor het goed functioneren
van de groep.!
• Je kunt zowel individueel als de hele groep belonen; een combinatie.!
• Zorg voor een positief groepsgevoel, bijvoorbeeld de de groepen namen te (laten) geven.!
!
2. Individuele aanspreekbaarheid!
Elke leerling kan zowel door de docent als door de groepsgenoten worden aangesproken. Elke
leerling heeft zich het eindresultaat eigen gemaakt en kan de uitkomsten verantwoorden. Als
individuele aanspreekbaarheid ontbreekt, krijg je leerlingen die meeliften of de kar juist trekken.
Individuele aanspreekbaarheid moeten leerlingen zelf ook kunnen aanvoelen. Dit kun je doen door:!
• Maak de individuele prestaties zichtbaar (bijv. door leerlingen met een eigen kleur stift te
laten werken).!
• Laat leerlingen eerst alleen werken en voorkennis op doen en zet ze daarna pas bij
elkaar. Op die manier heeft elke leerling al ‘iets’ gedaan.!
• Elke leerling heeft een eigen taak en na afloop wordt besproken of iedereen de taak goed
heeft uitgevoerd.!
!
3. Directe interactie!
Samenwerkend leren vereist interactie tussen leerlingen. Ze moeten goed met elkaar kunnen
communiceren. Dat doe je onder meer door ze ‘neus tegen neus’ te zetten. Zorg dus voor een
goede opstelling in de klas. Verder is het belangrijk dat de opdracht uitnodigt tot interactie. Ook
hierbij kunnen rollen uitkomst bieden.!
!
4. Aandacht voor de ontwikkeling van sociale vaardigheden!
Als je leerlingen zomaar bij elkaar zet, zonder te letten op de sociale vaardigheden, kom je niet
aan effectief leren toe. Als docent moet je de sociale vaardigheden aanleren, gekoppeld aan een
inhoudelijke opdracht. Het is belangrijk dat je van te voren duidelijk aangeeft welke vaardigheid
belangrijk is, bijvoorbeeld: ‘goed naar elkaar luisteren’. Je kunt dit eerst oefenen met kleine
oefeningen, voordat de leerlingen het zelf moeten toepassen tijdens het samenwerken. !
, 5. Aandacht voor inhoud en groepsproces!
Het is belangrijk om regelmatig aandacht te besteden aan het groepsproces. Hoe is het
samenwerken gegaan en wat was ieders bijdrage? In het begin is dit erg docentgestuurd. De
reflectie bestaat uit twee onderdelen:!
• Welke activiteiten van verschillende groepsleden waren wel/niet behulpzaam voor het
uitvoeren van deze groepsopdracht?!
• Wat betekenen deze uitkomsten voor de volgende keer dat jullie gaan samenwerken?!
!
Door hardop te denken en dit uit te spreken leren leerlingen zowel hoe je het best in een groep
kunt samenwerken en wat je de volgende keer vooral wel/niet wilt meemaken, maar ze leren ook
naar hun eigen gedrag kijken; wat nuttig is voor de toekomst. !
!
!
!
Hoofdstuk 2 - Klassenorganisatie gericht op
samenwerkend leren !
Structuur en organisatie van samenwerkend leren in de klas!
!
2.1 Groepen maken voor samenwerkend leren!
Er zijn diverse mogelijkheden voor het samenstellen van groepen. Het is wel belangrijk dat de
docent de groepen maakt, ook al vind je dat leerlingen veel zelf moeten doen. Bij zelf groepjes
maken, zullen er namelijk altijd leerlingen niet gekozen worden of uit negatieve redenen bij elkaar
gaan zitten. Dit is niet bevorderlijk bij het samenwerkend leren. Maak daarom altijd zelf de
groepen! Ook voorkom je op die manier dat er altijd dezelfde groepjes ontstaan. Wisselende
groepen is goed voor het ontwikkelen van sociale vaardigheden.!
!
!
2.1.1 Drie manieren om groepen te maken!
! 1. Informele groepen!
! 2. Taakgroepen!
! 3. Vaste groepen: basisgroepen!
!
1. Informele groepen!
Handig bij kortdurende samenwerkingsopdrachten. Let wel op de eerste drie sleutelbegrippen
(positieve wederzijdse afhankelijkheid, individuele aanspreekbaarheid, en directe interactie).
Bestaat uit 2 of 3 leerlingen. Ook hier geldt; de docent stelt de groep samen. Als leerlingen zelf
mogen kiezen, corrigeren ze elkaars gedrag namelijk nauwelijks. Bij groepen die de docent
samenstelt gebeurt dit beter.!
!
2. Taakgroepen!
Groep is voor langere tijd bij elkaar (enkele lessen/weken). Tot de taak is afgerond. Bij deze vorm
van samenwerkend leren komen ook de sociale aspecten aan bod. !
!
3. Vaste groepen: basisgroepen!
In deze variant leren leerlingen in hun eigen ‘vaste’ groep. Elke les zitten ze bij elkaar. Ze moeten
het met elkaar zien te redden. Leerlingen leren op deze manier het ‘samen leren’ ontwikkelen. In
deze groepen kunnen sociale vaardigheden goed geoefend/begeleid worden. Meestal zitten
leerlingen 30% van de tijd in deze basisgroep, 30 á 40 % zijn ze klassikaal bezig en 30%
individueel of in andere groepen. Het is het best om het samenwerken in basisgroepen op te
bouwen. Laat leerlingen niet vanaf dag 1 de hele tijd in dezelfde basisgroep zitten. Geef ze de tijd
om zich te ontwikkelen en naar elkaar toe te groeien.!
!
!