Samenvatting financiële rapportering en analyse
Doelstellingen:
Inzicht in economisch en institutioneel kader financiële verslaggeving
o bepalend voor kwaliteit financiële verslaggeving
Verruimen kennis financiële rapportering uit 1e BA
o Opstelling geconsolideerde jaarrekening
o IFRS: presentatie jaarrekening + special topics
Analyse van de jaarrekening
o Technieken + aandachtspunten
o Evaluatie kwaliteit gerapporteerde cijfers
o Invloed IFRS
Examen:
Examen (80%)
o Theorie (open vragen) (20%)
o Oefeningen (consolidatie, IFRS, analyse) (60%)
o Gesloten boek, via computer
Groepswerk (20%)
1 Belang financiële verslaggeving
1.1 Financiële overzichten
Op cijfermatige wijze een verslag uitbrengen van het voorbije jaar. Alle ondernemingen stellen jaarlijks fi-
nanciële overzichten (jaarrekening) op al dan niet onderdeel van een jaarverslag. De aandeelhouders ont-
vangen als eerste dit document omdat ze het moeten goedkeuren op de algemene vergadering. Als het
daarna wordt neergelegd bij een overheidsdienst dan is het openbaar gemaakt en kan het ingekeken wor-
den door klanten, leveranciers en concurrenten.
Financiële overzichten bevatten volgende onderdelen:
Winst-en-verliesrekening (voorheen resultatenrekening): alle kosten en opbrengsten van het be-
drijf. Als we verlies hebben, moeten we zien waardoor het komt. Er zijn bedrijven die een positieve
winst hebben maar dat daarna af moeten geven aan de bank omdat ze kredieten hebben. Dit is een
belangrijke indicator van de winstgevendheid.
Balans: actief en passief. Geeft de oorsprong en de besteding van het vermogen weer. Wat zijn de
bezittingen van het bedrijf/investeringen (voorraden) en wat zijn de schulden/hoe werd de onderne-
ming gefinancierd (eigen vermogen, reserves, veel KT schulden is meestal geld dat voor de bank is).
Toelichting: in België wordt de jaarrekening publiek gemaakt en bekijken. Ze voeren ook controle
uit. Toelichting wordt vaak slecht ingevuld bij kleine bedrijven. Dit is extra informatie bij de cijfers op
de balans en de winst- en verliesrekening (vb. de afschrijvingsmethodes, de schulden, waarderings-
methoden voor voorraden en activa). Zo kan men ook niet-boekhoudkundige informatie publiek ma-
ken. Bij IFRS is de toelichting zeer uitgebreid en verplicht.
1
, Kasstroomoverzicht (IFRS): niet verplicht in België, enkel bij IFRS verplicht. Van waar komt het geld
en waar gaat het naartoe. Bedrijf met een positieve kasstroom genereert geld. Boekhoudkundig re-
sultaat kan je mee spelen. In de boekhoudwetgeving zitten er keuzes.
o Operationele kasstroom: door normale activiteiten
o Financieringskasstroom: van waar halen we het geld (banken, zelf)
o Investeringskasstromen: wat wordt er geïnvesteerd, als er iets verkocht wordt
Controleverslag: verklaring van de commissaris-revisor over de elementen van de jaarrekening.
Geen bedoeling om fraude op te sporen. Als de bedrijfsrevisor iets vaststelt van fraude moet die het
wel melden.
Mutatieoverzicht eigen vermogen (IFRS): apart rapport over dividendenbetalingen, uitgifte van
nieuwe aandelen en andere transacties die het eigen vermogen beïnvloeden met inbegrip van de
nettowinst van het boekjaar.
Grote ondernemingen bundelen deze informatie meestal met niet-boekhoudkundige informatie
over groepsactiviteiten (vb. verklaring van de voorzitter, foto’s van managers, grafieken, evolutie van
bepaalde afdelingen, nieuwe vestigingen) : geeft beeld groep, controles en strategie
o Op papier
o website
1.2 Gebruik van de jaarrekening
Er zijn heel veel mensen geïnteresseerd in de informatie die de gepubliceerde financiële overzichten bevat-
ten. Dit geeft een beeld van de huidige prestaties van de onderneming.
Interne gebruikers: ze hebben elke dag nood aan de beschikbare informatie bij het nemen van be-
slissingen
o Management beslist over financiering: : lening bij de bank, geld vragen bij aandeelhouders,
kaskrediet (duurste vorm van financiering, je gebruikt het als je in het rood gaat om be-
paalde dingen te betalen, interest van 17%), obligatielening, op lange of korte termijn
o Productie: wat gaan we produceren, produceren we het zelf of uitbesteden, prijs
o Investeringen: nieuw gebouw kopen, nieuwe computers of net afstoten, wat hebben inves-
teringen opgebracht
o Marketing: bedrijf wil verkopen, evalueren wat er na de campagne gebeurd is, prijs bepalen
aan de hand van de kosten
Externe gebruikers: beschikken slechts op bepaalde tijdstippen over de gepubliceerde boekhoud-
kundige gegevens
o Aandeelhouders: geld/activa ter beschikking van het bedrijf en ze krijgen aandelen in tegen-
waarde. In klein bedrijf zijn dat vaak dezelfde als die er werken. In grote bedrijven is dat niet
het geval en dan moeten ze beroep doen op de jaarrekening. Als aandeelhouder heb je het
inzagerecht, je bepaalt wat er met de winst gebeurt op de algemene vergadering. Ze zijn
vooral geïnteresseerd in de waarde van hun belegging en in het dividend dat jaarlijks wordt
uitgekeerd.
o Kredietverstrekkers: banken en financiële groepen die leningen en kredieten toestaan, we-
ten dit graag en willen op tijd weten als het niet goed draait. Kredieten kunnen verschillen
naargelang de voorwaarden, de termijn, de interest enz. Dit hangt ook af van de rentabiliteit
en kredietwaardigheid van het bedrijf. Grootste kredietverstrekkers zijn de leveranciers
want ze vragen geen onmiddellijke betaling (meestal 60 tot 90 dagen)
2
, o Werknemers: worden in de ondernemingsraad door de vakbond vertegenwoordigd. Daar
wordt alle financiële informatie besproken. Zo zijn de werknemers op de hoogte van de toe-
stand van het bedrijf via de vakbond
o Overheid: legt regels op waaraan de verstrekte informatie moet voldoen. Controle door
middel van BTW- en belastingcontroles. Vaak schuldeiser bij faillissement
o Rechtbank: boekhouding en jaarrekening mogen gebruikt worden als bewijs in een rechts-
zaak. Zo kunnen ze aantonen dat er geen goederen of geld verdwenen is, geen zware fouten
of bedrog is gepleegd.
o Stakeholders: alle andere partijen die belang hebben bij de boekhouding vb. klanten, jour-
nalisten, investeerders, concurrenten, onderzoekers,…
Er moet ook rekening gehouden worden met het historisch aspect. Er zijn 2 zeer belangrijke modellen op
accountinggebied die bepalen hoe de boekhoudregels worden vastgelegd, hoe een boekhouding wordt ge-
voerd en de informatie die wordt gebruikt. Deze modellen zijn het Angelsaksisch model en het continentaal
model.
1.3 Het Angelsaksisch model
Vroege 20e eeuw, ontstaan in VS, VK, Australië, Canada enz.
Jaarrekening zoals door de IASB wordt opgelegd neigt meer naar het Angelsaksisch model
Vroeger geen boekhoudwetten, er zelf voor zorgen dat ze genoeg informatie publiek konden maken
om aan financiële middelen te geraken via de beurs of via andere kapitaalverstrekkers. Bedrijven
maakten eigen regels ondersteund door de accountants
Bij ernstige problemen: Wall Street Crash, Enron (alle opbrengsten geboekt in het 1ste jaar maar was
contract van 10 jaar) , Worldcom: overheid grijpt in met strengere regels: Security and Exchange
Commission (SEC) en Sarbanes-Oxley Act (Sox): meer en juiste informatie publiek maken. Regels zijn
niet algemeen maar verbonden aan gekozen ondernemings- of financieringsvorm
o SOX: persoonlijke aansprakelijkheid ingevoerd, persoon die tekent is persoonlijk aansprake-
lijk als het later niet blijkt te kloppen. Vooral in Amerika toegepast
In functie van financiering bedrijven, enige informatiebron externe financiers, ontstaan audit (nakij-
ken of de jaarrekening wel klopt)
Vooral beurs
1.4 Het continentaal model
Ontstaan in 1673 (Frankrijk), maar eerste begin in 1560. Napoleon nam ze ook op in zijn Code Napo-
léon (1807). Hierdoor werden de regels van toepassing op alle ondernemingen los van de wettelijke
vorm met nog strengere regels voor de beursgenoteerde ondernemingen.
Overheid wil reguleren omdat er veel frauduleuze faillissementen waren overheid verantwoorde-
lijk voor boekhoudregels en vertrouwen herstellen in de economie
Voorzichtigheid is zeer belangrijk, zeker niet beter voorstellen dan realiteit en rekening houden met
alle negatieve factoren. In tegenstelling tot het Angelsaksische model dat minder voorzichtig was
omdat de externe financiering van ondernemingen afhankelijk was van een positieve jaarrekening.
Vooral de banken
1.5 Het fiscale aspect
Overheid wil graag belastingen heffen
3
, Angelsaksisch: aparte fiscale regelgeving twee jaarrekeningen: gewone jaarrekening en fiscale
jaarrekening (kon dat je in het ene winst maakte en in de andere niet)
Continentaal: inkomstenbelastingen na vastleggen boekhoudregels, fiscale vereisten opgenomen,
nauw verband
Verhouding tussen beide vormen van rapportering verandert constant
o Geconsolideerde jaarrekeningen: worden door grote groepen opgesteld om de aandeelhou-
ders een beeld te geven van de groep als geheel door de individuele jaarrekeningen samen
te voegen. De fiscus kijkt naar de individuele ondernemingen voor het heffen van belastin-
gen. In individuele jaarrekening meer fiscale optimalisatie, voor de geconsolideerde is dat
niet nodig.
Fiscale speelt vaak belangrijke rol bij strategische keuzes voor boekhouding en financiering in-
vloed financiële overzichten, betrouwbaarheid?
Vooral belangrijk in kleinere bedrijven bij overnames. Kleine ondernemingen worden vaak gefinan-
cierd door privékapitaal, ze hechten niet veel belang aan de informatie in de jaarrekening en dat kan
leiden tot een mindere betrouwbaarheid van de jaarrekening. (vb. bedrijf verkopen dat al jaren geen
winst gemaakt heeft)
1.6 Boekhoudkundige keuzes
Exact winst meten of waarde bedrijf bepalen kan niet! Je kan dit enkel wanneer je zou stoppen met
de onderneming.
Boekhoudregels niet eenduidig
Winst is schatting
Waarde is subjectief
Drie mogelijkheden:
o Regels zijn specifiek zonder keuze: wet of boekhoudstandaard legt ondubbelzinnig vast wat
er moet gebeuren
o Keuze tussen twee of meer regels (komt meeste voor)
o Geen regels: zelf beslissen
Toelichting bevat lijst met gemaakte keuzes
Door deze keuzemogelijkheden is het moeilijk om jaarrekeningen te vergelijken binnen dezelfde ju-
risdictie of tussen verschillende landen
1.7 Relevantie tegenover betrouwbaarheid
Meest betrouwbare informatie = oude informatie (vb. beurskoers vorig jaar)
Meest relevantie informatie = recente informatie
Nuttige informatie = relevant en betrouwbaar
Tijdige informatie bevat ramingen en onzekerheden = spanning = keuzes maken
Echte “winst” pas gekend na stopzetten bedrijf! Winst is dus raming rekening houdend met een aan-
tal schattingen van opbrengsten en kosten.
1.8 Fundamentele accountingprincipes
1.8.1 Basisprincipes
Deze principes worden over heel de wereld toegepast
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ann-sophielenaerts. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.