Oefenvragen sociaal veranderen – beroep sociaal werk
1. Wat is een wezenlijk verschil tussen liberalen en conservatieven
A. Liberalen hebben een optimistisch wereldbeeld en conservatieven niet
B. Bij conservatieven staat het individu centraal en bij liberalen niet
C. Bij Liberalen staat de marktwerking centraal en bij conservatieven niet
2. Welk persoon hoort bij het liberalisme
A. Karl Marx
B. Adam Smith
C. Charles Darwin
3. Waar zorgt de overheid voor volgens het liberalisme?
A. Een kleine overheid die zorgt voor veiligheid binnen de samenleving d.m.v. straf
en dwang
B. Een grote overheid die ervoor zorgt dat iedereen gelijk is
C. Een kleine overheid die zorgt dat iedereen kansen moet krijgen en mee kan doen
4. Hoe krijgen we volgens Adam smith sneller gedeelde sympathie
A. Door het delen van positieve emoties
B. Door het delen van negatieve emoties
C. Door het luisteren naar elkaar
5. Frank is alcohol verslaafd en kan niet goed meekomen in de kapitalistische
samenleving. Van zijn baan wordt hij niet gelukkig. Daarnaast heeft hij een gezin
met twee kinderen. Dit leidt tot spanningen. Hoe zou een liberaal hier op reageren?
A. Een sociaal werker zal sympathie hebben voor Frank en begrijpen dat het lastig is
om mee te komen in de kapitalistische samenleving. Een liberaal zou helpen om
te kijken waar hij het wel leuk vindt om te werken. Arbeid maakt gelukkig.
B. Een sociaal werker zal sympathie hebben voor Frank. Er zal worden gekeken naar
hoe Frank tot zijn recht zal komen in de samenleving. De belangen voor Frank
zouden worden behartigd.
C. Een sociaal werker zal zeggen dat Frank controle over hem zelf en andere dingen
is verloren en dat hij dit onder ogen moet zien. Hij moet hier mee leren omgaan.
6. Met welke benadering kijkt een liberaal naar de casus van Frank (van vraag 5)?
A. Positieve psychologie
B. Presentiebenadering
C. Dwang en drang
7. Wat is het “relief model of mutual sympathy” van adam smith
A. Medicatie van iemand verlichten, zodat diegene beter kan nadenken en daarom
dus beter mee kan doen in de samenleving. Hierdoor ontstaat er gedeelde
sympathie
B. Verlichten van dwang en drang geeft opluchting voor mensen. Ze voelen hierdoor
minder controle van anderen. Dit zorgt voor een gedeelde sympathie
, C. Gedeelde sympathie verhoogt het verdriet, maar produceert ook plezier van
opluchting, omdat de zoetheid van sympathie de bitterheid van verdriet meer
dan compenseert.
8. Welke principes kent het socialisme?
A. Gelijkheidsprincipe, moralisme
B. Gelijkheidsprincipe, rechtvaardigheidsprincipe
C. Moralisme, rechtvaardigheidsprincipe
9. Welk persoon hoort bij het socialisme?
A. Karl Marx
B. Adam Smith
C. Charles Darwin
10. Hoe kijk het socialisme tegen de overheid aan?
A. Matige overheid
B. Grote overheid
C. Kleine overheid
11. Waarom had Karl Marx kritiek op het liberalisme?
A. Zij hadden meer aanhangers dan het socialisme
B. Er was geen sprake van gelijkwaardigheid en vrijheid
C. Mensen moesten meer geholpen worden als het gaat om participeren in de
samenleving
12. Wat wordt er bedoeld met het koloniseren van de leefwereld?
A. Men ging van landen hun kolonies maken, zodat een bepaalde ideologie steeds
meer aanhangers zou krijgen
B. Men gaat in eigen groepen leven en wil wegblijven van de grote, angstige en
onvoorspelbare samenleving. Daarom komen er kolonies van leefwerelden.
C. De systeemwereld met haar wetten en regels dringt steeds sterker door in de
leefwereld van mensen. Maar ook de media en de overheid heeft grote invloed
op de leefwereld. De mogelijkheden om zelf vorm te geven aan het leven wordt
beperkt.
13. Wat wordt er door Karl Marx met “utopia” bedoeld?
A. Wereld waar iedereen gelijk is
B. Wereld waar kapitalisme is
C. Wereld waar iedereen vrij is
14. Wat is interculturele hulpverlening?
A. Hulpverlening waarbij het van belang is om denkpatronen te veranderen
B. Methode die zich verdiept in de leefwereld van andere etnische groepen
C. Hulpverlening waarbij er wordt gekeken naar het positieve
15. Op het socialisme was veel kritiek. Waar ging deze kritiek over?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper brittdelver. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.