100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Vastgoedeconomie voor vastgoedopleidingen

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
28
Geüpload op
29-05-2024
Geschreven in
2023/2024

Het theorieboek Vastgoedeconomie voor vastgoedopleidingen geeft een beeld van de economische ontwikkelingen op nationaal en internationaal niveau, gekoppeld aan de vastgoedwereld. In deze samenvatting is ieder hoofdstuk van het boek verwerkt, waardoor het de ideale manier van leren is voor het examen. Met deze samenvatting kon mijn boek aan de kant en wist ik voldoende!

Meer zien Lees minder










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
29 mei 2024
Aantal pagina's
28
Geschreven in
2023/2024
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Vastgoedeconomie

Hoofdstuk 1 – Inleidende begrippen in de economie
De algemene economie als wetenschap onderzoekt zaken als consumentengedrag,
producentengedrag en marktwerking.

Maximale behoeftebevrediging  met de beschikbare middelen combinaties te maken die hen
maximaal nut opleveren.
- Consumenten: nutsmaximalisatie
- Bedrijven: winstmaximalisatie

Behoefte: het menselijk verlangen waaraan voldaan wordt door de beschikking over schaarse
goederen en diensten.

Inkomen: de stroom van verworven koopkracht zonder in te teren.
Productiefactoren: natuur (grond en grondstoffen), arbeid (mensen die het werk uitvoeren), kapitaal
(productiemiddelen, zoals machines of een gebouw) en ondernemerschap (een eigenaar die het
bedrijf begint).
- Inkomen natuur: pacht
- Inkomen arbeid: loon
- Inkomen kapitaal: rente en dividend
- Inkomen ondernemerschap: winst
Sparen: uitgesteld consumeren  opslaan van koopkracht.

Opbouw inkomen:
Bruto-inkomen (inkomen incl. belastingen en sociale premies)
-belastingen en sociale premies
Beschikbaar of netto-inkomen (inkomen dat resteert na belasting- en premieheffing)
-uitgaven voor primaire levensbehoeften en vaste lasten (= gebonden inkomen)
Blijft: vrij besteedbaar of discretionair inkomen (kunnen we besten aan luxe goederen en/of sparen)

Economische orde: de wijze waarop in een land vraag en aanbod is georganiseerd. Drie vormen:
1. Centraalgeleide planeconomie: planning van aanbod geheel gereguleerd door de centrale
overheid.
2. Vrijemarkteconomie: alloceren van productiefactoren is geheel overgelaten aan de vrije
markt, aanbieders en consumenten bepalen gezamenlijk waar behoefte aan is en wat er
wordt geproduceerd en afgenomen.
3. Georiënteerdemarkteconomie: vrijemarktmechanisme speelt een belangrijke rol, maar de
overheid heeft hierin een nadrukkelijk regulerende rol.

,Hoofdstuk 2 – Macro-economie
Kringlooptheorie: schematische voorstelling van de goederen- en geldstromen die de samenhang
tussen vraag- en aanbodkant van de economie laten zien.

Gesloten economie: zonder overheid of relaties met het buitenland, zonder investeringen en
besparingen.

Y=C+S+B
BBP = C + I + O
Y = BBP

Y = nationaal inkomen
BBP: bruto binnenlands product
C = consumptie (waarde van productiegoederen)
S = sparen
I = investeringen
B = belastingen (geïnde belastingen door de overheid)
O = overheidsbestedingen (geproduceerde goederen en diensten via overheidsbestedingen)

Open economie: handelsrelaties onderhouden met het buitenland

Y=C+S+B
BBP = C + I + O + (E – M)
Y = BBP

E = exporten
M= importen

Y=C+S+B
Het nationaal inkomen = consumptie + sparen + belastingen
- Het inkomen dat inwoners van een land verdienen en dat ze in eigen land kunnen besteden,
sparen en als belasting betalen.

*Bruto nationaal inkomen = bruto binnenlands product + of – saldo primaire inkomens uit het
buitenland.
*Netto beschikbaar nationaal inkomen = bruto nationaal inkomen – inkomensoverdrachten naar het
buitenland + inkomensoverdrachten uit het buitenland.

Toegevoegde waarde van een bedrijf: verkoopwaarde – inkoopwaarde .
- Bruto toegevoegde waarde: als de afschrijvingen worden meegenomen in de berekening
- Netto toegevoegde waarde: afschrijvingen van de toegevoegde waarde aftrekken
BBP: bevat de waarde van de productie inclusief afschrijvingen.
NNP (Netto Nationaal Product): afschrijvingen zijn in mindering gebracht.

BBP tegen factorkosten
+/-: saldo primaire inkomens uit/naar het buitenland
= BNP tegen factorkosten
+ kostprijsverhogende belastingen
-kostprijsverlagende subsidies
= BNP tegen marktprijzen
-afschrijving door overheid en bedrijven

, = NNP tegen marktprijzen

Uitvoersaldo: exporten – importen (E – M)

Quotes die informatie geven over hoe het inkomen in een land is verdeeld:
 Spaarquote: dat gedeelte van het nationaal inkomen dat wordt gespaard;
 Marginale spaarquote: dat gedeelte van de toename van het nationaal inkomen dat wordt
gespaard;
 Consumptiequote: dat gedeelte van het nationaal inkomen dat wordt geconsumeerd;
 Marginale consumptiequote: dat gedeelte van de toename van het nationaal inkomen dat
wordt geconsumeerd;
 Arbeidsinkomensquote: loonsom van de werknemers plus een aan zelfstandigen
toegerekend inkomen in verhouding tot de totale netto toegevoegde waarde van bedrijven
en overheid;
 Huurquote: dat gedeelte van het besteedbaar inkomen dat besteed wordt aan huur  de
netto huur t.o.v. het besteedbaar netto inkomen.

Payrolling: het uit handen geven van de verantwoordelijkheid van het werkgeverschap.

Multiplier: de vermenigvuldigingsfactor waarmee we de toename van de autonome bestedingen
vermenigvuldigen om de totale toename van het nationaal inkomen te berekenen.
- Multipliereffect: het resultaat van de vermenigvuldigingsfactor (een eenmalige investering
door de overheid, vermenigvuldigt zich met een veelvoud in het uiteindelijke nationale
product en nationaal inkomen).
Zie voor berekening van het multipliereffect: hoofdstuk 2.11, blz. 62 en 63!

Binnenlandse indicatoren die van invloed zijn op de onroerendgoedmarkt:
1. Groei van het bruto binnenlands product
2. Conjuncturele situatie
3. Index van het consumentenvertrouwen
4. Ontwikkeling werkloosheid, lonen en arbeidsproductiviteit
5. Inflatie

Buitenlandse indicatoren die van invloed zijn op de onroerendgoedmarkt:
1. Renteontwikkelingen
2. Ontwikkeling energieprijzen

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
laura9329 AVVM
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
41
Lid sinds
1 jaar
Aantal volgers
0
Documenten
4
Laatst verkocht
2 weken geleden

3,5

2 beoordelingen

5
0
4
1
3
1
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen