Pompeii en Herculaneum: leven en dood van twee antieke steden
Dr. Flohr
HC 7
26-03-2019
De economie van Pompeii
Het eerste wat je in Pompeii ziet is de economie.
Voortdurend zie je dit soort etablissementen,
winkelgelegenheden. Vaak helemaal leeg. Soms
zie je nog een toonbank in het midden, veelal
gezien als indicatie van voedselverkoop. Deze
zijn regelmatig bekleed met marmer om er mooi
uit te laten zien. Dit wordt als typisch gezien,
maar vergeet niet dat dit een ontwikkeling is.
Romeinen hebben niet de commercie
uitgevonden, maar wel de winkel.
In de winkel zie je rondom je alleen maar andere
winkels met nauwe contacten. Vergeet al het
gedoe van toga’s en elites. Winkelmedewerkers
zijn deel van een groep die zich identificeert met
dit soort winkels. Ook economische indicatie, genoeg geld voor zulke winkels. In brede sectoren van
de maatschappij zijn er brede inkomsten beschikbaar.
Hoe komt men in Pompeii aan geld en hoe geeft men dit weer uit? In hoeverre is Pompeii
hierin uniek en in hoeverre representatief?
Het is nog steeds onbegrijpelijk hoe het kan dat in een
stad met 12.000 inwoners 900 winkels aanwezig zijn.
Grijze vlakjes op de kaart zijn de tabernai, winkels.
Kijkend naar degenen met een toonbank, de groene, vind
je deze ook in de hele stad. Een van de redenen voor deze
hoeveelheid is dat de voedseleconomie een groot
onderdeel is van het dagelijks leven. Men kocht veel
voedsel kant en klaar buitens huis.
Verder zijn er ook werkplaatsen, in het rood bakkerijen,
wolververijen en textielindustrie in blauw en paars ook een type voedselverwerking.
De economie van Pompeii
1. Inleiding: economie in de oudheid.
a. Over elke beschouwing van de antieke economie hangt een schaduw van moderniteit.
2. Pompeii in context.
a. Je moet de externe factoren begrijpen. Het belangrijkste is altijd landbouw in de
directe omgeving.
3. Landbouw.
a. Grote impact op de koopkracht en rijkdom van de steden.
4. Voedseleconomie.
5. Textieleconomie.
6. Economische ontwikkelingen.
a. Hoe verandert de economie van Pompeii door de tijd heen?
Inleiding: economie in de Oudheid
Modernisten en primitivismen
Karl Heinrich Marx (1818-1883).
- ‘Wirtschaftsstufen’.
Modernisten hebben de neiging om antieke economieën te vergelijken en gelijk te stellen met moderne
economieën.
Primitivisten benadrukken de enorme golf en verschillen die ons scheidt. Niet alleen de omvang van
de economie, maar ook de structuur.
Ingebed in sociale banden.
, Pompeii en Herculaneum: leven en dood van twee antieke steden
Dr. Flohr
HC 7
26-03-2019
De discussie begint bij Marx, die in zijn werk vaak spreekt over de ‘wirtschaftsstufen’, waarbij een
van de stappen richting het kapitalisme de slaveneconomie is, de antieke economie. Hiermee
onderscheidt het zich structureel van de middeleeuwse economie.
Karl Wilhelm Bücher (1847-1930).
- Die Entstehung der Volkswirtschaft (1893).
- ‘Oikenwirtschaft’.
Hij zegt dat de antieke economie gebonden is aan het huis. Dit is het beeld wat we nu ook nog zien.
Eduard Meyer (1855-1930).
- Die wirtschaftliche Entwicklung des Altertums (1895).
- ‘Bücher-Meyer controverse’.
Hij zegt juist proto-kapitalisme te zien, zeker in de Romeinse periode. Dit is eigenlijk een mislukte
moderniteit en hij reageerde direct op Bücher. Basis van de andere stroming.
Mikhail Ivanovitsj Rostovtzeff (1870-1952).
- The Social and Economic History of the Roman Empire (1926).
Na de eerste wereldoorlog verdwenen uit Rusland en naar het vrije westen gegaan. Hier heeft hij een
boek geschreven over de bourgeoisie in het Romeinse Rijk, je kan niet zonder context zien.
Rostovtzeff is de modernist.
Moses Israel Finley (Finkelstein), 1912-1986.
- The Ancient Economy (1973).
Finley is de primitivist. Zeker beïnvloed door Bücher.
Aan de ene kant Rostovtzeff die vlucht voor communistisch Rusland en bourgeoisie in Romeinse
economie. Finley vlucht juist weer uit Amerika na het schrijven van een Marxistisch boek. Hij is geen
communist, maar ontkent het ook niet. Je ziet van beide kanten dat hun theorie is beïnvloed door de
context waarin zij zich bevinden.
Het debat over de ‘consumer city’
Maximilian Karl Emil Weber (1864-1920).
- Die Stadt (postuum).
- Finley (1977): ‘The Ancient City from Fustel de Coulanges to Max Weber and Beyond.’.
Het eigenlijke idee van stadsvorming is dat men naar de stad trekt en in fabrieken gaat werken, maar
de Romeinse tijd had geen fabrieken. Waar de moderne stad een stad is van productie, is de antieke
stad een van consumptie en dit komt uit de werken van Weber, toen hij nog historicus was. In zijn
postuum werk zet hij de antieke stad neer als een consumptiecentrum. Je kan pas een stad hebben, als
je een voldoende rijk achterland hebt.
Weber heeft dit heel algemeen gezet, Finley heeft dit in een artikel direct op de Romeinse stad
toegepast.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper RoosGroen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.