Colleges Burgerlijk Procesrecht
Clipcollege 1: BPR geplaatst binnen rechterlijke organisatie en de
procedure in vogelvlucht
We kunnen kijken naar het burgerlijk procesrecht als
• reflectie van inrichting van staat en maatschappij (rechtssocioloog) n.v.t.
De manier waarop het BPR in elkaar zit, zegt veel over de manier waarop gedacht
wordt over de verhouding tussen overheid en burger
• faciliteit voor rechtsontwikkeling (politicus, rechtswetenschapper) n.v.t.
BPR kan worden gezien als een manier om het recht verder te laten ontwikkelen.
De uitspraken van de Hoge Raad worden namelijk gezien als rechtsbron.
• middel om problemen tussen burgers op te lossen (pastoor) n.v.t.
Pastoor is er om problemen op te lossen, het recht moet echter juist knopen
doorhakken en zeggen hoe het in elkaar zit. De raad voor de rechtspraak verspilt
te veel tijd aan het pastoor spelen, maar hiervoor is het recht niet bedoeld.
Maar wél belangrijk:
• uitwerking van het recht op fair trial (EVRM-fan) Wanneer is een proces
eerlijk?
• middel om geschillen te beslechten (rechtseconoom) Er is een probleem
en de rechter hakt de knoop door.
• geschilbeslechting en titelverschaffing (praktijkjurist)
Geschilbeslechting ziet toe op het doorhakken van de knoop, maar het BPR ziet
tevens toe op titelverschaffing. Titelverschaffing draagt bij efficiëntie: wanneer je
een zaak wint, krijg je een titel (stuk papier) om het recht te halen waar jij
volgens de rechter recht op hebt. In veel landen heb je echter een nieuwe
procedure nodig om jouw recht te halen.
• instrument om een doel te bereiken (advocaat)
Bijvoorbeeld mogelijkheid tot uitstel in het belang van jouw cliënt, ondanks dat
het stuk al klaar is.
• noodzakelijk vak voor het civiel effect (student met ambities)
• onmisbaar voor het lezen van arresten (student)
Bronnen
• Rv niet-digitaal procederen (standaard)
• Rv digitaal procederen (vergeten)
• Rv voor de Hoge Raad (verschillen in de artt. 30a-30o Rv, 111-115 Rv)
De digitalisering van het BPR is mislukt. Een gedeelte is echter wel al in werking
getreden waardoor er twee Rv’s zijn ontstaan: digitaal en niet-digitaal. De digitale
versie is bijna niet meer nodig. De Hoge Raad is reeds gedigitaliseerd en voor de
1
,HR is dan ook nog een deel van de digitale Rv wél van toepassing. Er is thans een
wetsvoorstel ingediend om terug te gaan naar één wetboek.
• Verdragen, richtlijnen en verordeningen
• Procesreglementen, zaakverdelingsreglementen regels van rechtbanken
Stelsel van rechters binnen het BPR: triasangst
Civiele zaken zijn opgedragen aan de rechterlijke macht.
Rechtbank afdeling civiel (eerste aanleg) Gerechtshof (Hoger Beroep) Hoge
Raad (Cassatie)
Als geen Hoger Beroep bij het hof mogelijk is, bestaat er geen alternatief.
Cassatie bij HR is altijd mogelijk. Als er een klacht wordt ingediend over de Hoge
Raad, kan men naar het EHRM of HvJ EU. Aan deze organen worden geregeld ook
vragen gesteld door de Hoge Raad over de invulling van verordeningen en
richtlijnen die binnen de civiele procedure een rol spelen.
Rechters buiten de rechterlijke macht hebben niets te maken met het civiele
recht.
Regionale verdeling: 11 arrondissementen 11 rechtbanken, 4 ressorten 4
gerechtshoven.
Elementen civiel proces
2
, We hebben een claim (iemand wil iets) en een verweer (iemand wil iets niet). Om
hierover een beslissing te kunnen maken, zijn regels nodig over:
- hoe je het standpunt moet indienen,
- hoe je moet communiceren,
- wie partij mag zijn,
- eisen aan de inhoud,
- wat je moet aanvoeren = stelplicht,
- wat je kan verweren: niet alles mag dienen als verweer,
- de kosten van procederen.
Als er wordt gesproken over stelplicht en verweren, gaat het om bewijs. De
rechter moet beslissen op basis van de feiten: partijen zijn het echter vaak niet
eens over de feiten en dienen ter onderbouwing van hun feiten bewijs aan te
voeren. Er zijn dan ook regels nodig voor het bewijs:
- Welk bewijs is nodig om de feiten vast te stellen?
- Welk bewijs is toelaatbaar? (uitsluitingsregels)
- Hoe kan men bewijs afdwingen?
- In hoeverre is het acceptabel om iemand te dwingen om mee te werken aan
het feitenonderzoek?
De rechter zal met deze feiten aan de slag gaan en vaststellen wie wat dient te
bewijzen = bewijslastverdeling. Ook de rechter kan degene zijn die de feiten
moet vaststellen. Bij deze beslissing hoort correctheid van deze beslissing:
- Welke rechter/instantie is bevoegd?
- Is de rechter bevoegd om te beslissen over het onderwerp?
- Hoe komt de rechter tot de beslissing?
- Hoe onderbouwd de rechter de beslissing?
- Zijn er herstelmogelijkheden wanneer de rechter een fout maakt? =
rechtsmiddelen
Wanneer deze beslissing is gemaakt, gaat men over tot executie:
- Wat is een titel en wat kun je ermee?
- Via beslag bestaat er de mogelijkheid om het vermogen van de ander te
blokkeren om de vordering te kunnen voldoen.
3