Dit zijn alle onderwijsgroepen van materieel strafrecht en criminele politiek. Dit zijn de uitwerkingen van de leerdoelen inclusief de aanvullingen van andere studenten/de tutor uit de onderwijsgroep zelf.
Bijeenkomst 1: Beginselen en criteria voor
strafbaarstelling
Rechtstheoretische vraag: Wat zijn de beginselen of criteria die
ons in staat stellen om nader te bepalen welk gedrag strafbaar
mag worden gesteld?
Individuele autonomie, garanderen van collectieve welvaart, schadebeginsel (moraliteit).
Wat is de betekenis van individuele autonomie voor de
strafbaarstelling van ongewenst gedrag? Is bescherming van
individuele autonomie per definitie in strijd met het garanderen
van collectieve welvaart?
(Straffen (vooral gevangenisstraffen) beperkt de vrijheid van mensen en drukt publieke
censuur uit en creeert een slechte reputatie voor overtreders voor wangedrag. De
consequenties van het schenden van de normen van het strafrecht zijn zo serieus en
vergaand voor individuen (en organisaties) dat de beslissing om bepaald gedrag strafbaar te
stellen verantwoording vereist. Soms wordt er gezegd dat inwoners in een liberale staat een
algemeen recht hebben om niet gestraft te worden. In dit geval is die verantwoording extra
belangrijk.)
Een van de fundamentele concepten waarop het traditionele strafrecht is gebouwd is het
individuele autonomie. Dit is de capaciteit van een individu om zijn eigen persoon te zijn,
zichzelf te beheren en te handelen op basis van zijn eigen keuzes. Individuele autonomie is
dus het recht om je eigen vrije keuzes en beslissingen te maken.
Het creëren van bepaalde overtredingen die het recht van mensen om zichzelf te beheren
beperken, maar claimen goed te zijn voor de mensen, veroorzaken spanning met het
beginsel van individuele autonomie (bijv. autogordel dragen).
Autonomie vereist onafhankelijkheid van de persoon om keuzes te maken en de capaciteit
van de persoon om rationele beslissingen te maken. Maar wanneer is iets onafhankelijk?
Strafrecht werkt op basis van de veronderstelling dat gedrag over het algemeen voldoende
vrij en onafhankelijk is. Individuele autonomie is het begin- en eindpunt van strafrecht (in
theorie).
Het probleem met individuele autonomie is dat het een kwetsbaar concept is. Angsten
(bijvoorbeeld voor criminaliteit of angst om slachtoffer te worden) kunnen de zelfbeheersing
beïnvloeden.
Individuele autonomie is niet de enige pijler waarop het strafrechtelijke systeem is
gebaseerd. Individuen vormen samen een sociale samenleving. Collectieve doelen en
belangen moeten beschermd worden om deze sociale samenleving te behouden. Dit
principe is het garanderen van collectieve welvaart. Dit houdt in dat individuele autonomie
in evenwicht moet staan met de collectieve welvaart. De staat creëert en behoud bepaalde
sociale omstandigheden en deze omstandigheden staan toe dat ieder zijn eigen autonomie
uitoefent.
Individuele doelen en belangen zullen niet altijd overeenkomen met hetgeen het beste is
voor de samenleving als geheel. De belangen die het strafrecht wil beschermen, zullen
verschillen.
,Hoewel er duidelijk conflicten kunnen ontstaan tussen deze beginselen is dit niet altijd het
geval. Vanuit een communistisch/socialistisch welvaartsperspectief moet de staat een
omgeving, structuur en voorzieningen creëren en beschermen die goed zijn voor de
samenleving. Deze dingen zijn noodzakelijk voor de uitoefening van individuele autonomie.
Het gevaar van het beginsel van garanderen van collectieve welvaart ligt in de risico voor
politiek misbruik. Collectieve doelen en belangen kunnen leiden tot wrede en
onderdrukkende wetten. Wetten die claimen dat ze een bepaald collectief belang
beschermen, kunnen ook een bepaalde kleinere groep discrimineren.
Het garanderen van de collectieve welvaart kan spanningen veroorzaken met fundamentele
rechten en vrijheden en deze zelfs ondermijnen.
Maar het beschermen van de collectieve welvaart, door het gebruik van strafrecht, wordt
gerechtvaardigd en is noodzakelijk om de samenleving te laten bloeien en het individu vrij te
laten ontwikkelen. Maar of het strafrecht altijd het goede middel is om dit te laten gebeuren
is een andere vraag.
Hoe veel collectieve belangen de wet moet beschermen is open voor debat. Strafrechtelijke
systemen zullen verschillen aan de hand van de beide beginselen. Het is afhankelijk van hoe
veel gewicht ze toekennen aan elk beginsel. (Westerse wereld: individuele autonomie, Azië:
collectieve welvaart).
De beide beginselen hoeven dus niet sterk tegenover elkaar te staan. Beide beginselen
kunnen in een strafrechtelijk systeem anders tot uitdrukking komen.
Wat zijn de verschillende varianten van het schadebeginsel
(harm principle)?
Het aanvankelijke idee is dat mensen mogen doen en zeggen wat ze willen behalve als hun
gedrag schadelijk is of een onredelijk risico voor schade aan anderen creëert. Schade aan
jezelf toebrengen is niet genoeg reden voor de staat om in te grijpen.
Exclusionist variant: schade is de enige noodzakelijke grond voor criminalisering. Geen
schade = geen criminalisering. Criminalisering is dus niet toegestaan om offensief of
immoreel maar niet schadelijk gedrag te voorkomen. Ook niet toegestaan om te
criminaliseren is gedrag dat, hoewel mogelijk schadeveroorzakend, alleen de persoon zelf
schade berokkent. Deze variant van het schadebeginsel is tegenwoordig niet vaak
geaccepteerd. De extreme visie dat schadeloos gedrag nooit gecriminaliseerd dient te
worden, lijkt problematisch.
Inclusionist variant: schade is een van de geldige redenen voor strafrecht, maar er kunnen
dus ook andere gronden zijn. Het schadebeginsel is geen noodzakelijke of voldoende
voorwaarde voor gelegitimeerde criminalisering.
Trespassing -> puur juridische schending van rechten, maar geen schade
‘Pure rape’ -> maatschappelijk en persoonlijk wrongful, maar geen schade
Instrumental interpretatie: criminalisering is (alleen) gerechtvaardigd om schade aan
anderen te voorkomen.
Conduct-centred interpretatie: criminalisering van gedrag is (alleen) gerechtvaardigd als het
schadelijk is of een onredelijk risico voor schade aan anderen creeert.
Harm prevention beginsel: het gaat om de consequenties die bedoeld zijn met de
,criminalisering. Dit betekent dat dit beginsel geen legitieme grond kan zijn voor strafrecht als
de criminalisering niet effectief is in het voorkomen van schade. Gevaarzettingsdelicten
Harmful conduct beginsel: het gaat om de schadelijke consequenties van de misdaad, en
niet om het voorkomen van schadelijk gedrag.
Een combinatie van de 2 beginselen is mogelijk. Het ene beginsel sluit het andere niet uit.
Maar het ene beginsel vult het andere beginsel niet in. Criminalisering van bepaalde
gedragingen kan in overeenstemming zijn met het ene beginsel en totaal niet in
overeenstemming zijn met het andere.
Wat is de betekenis van ‘schade’ in het schadebeginsel?
Schade kan in veel gevallen heel duidelijk zijn wanneer een individu wordt geschaad door
een ander.
Schade is niet gedefinieerd door de wet zelf, omdat dit anders leidt tot de conclusie dat elke
schending van een norm schadelijk is.
Als iemand geschaad wordt door een ander betekent dit dat een of meer van zijn belangen
in een slechtere staat zijn dan daarvoor. Hieruit komt de vraag voort: wat is een belang en
welke belangen moeten beschermd worden voor schade?
De betekenis van schade is anders dan ongewenst of immoreel. Ook is schade geen schade
aan sociale welvaart.
Geen juridische betekenis, omdat dit zou leiden tot beperking
Beschermt moralisering van het strafrecht
Een aantasting van de mogelijkheden om je leven invulling te geven zoals je zou willen
Pornografie is niet schadelijk, maar verspreiding van dit wel zijn (ivm kinderen, maar ook
andere mensen willen misschien niet door een straat lopen waar dit gebeurt)
Volstaat ‘schade’ om ongewenst gedrag strafbaar te stellen?
Moral wrongfulness: morele oordelen over menselijk gedrag.
Political-legal wrongfulness: schending van de rechten van anderen.
Er is een noodzakelijk verband tussen schade en onrechtmatigheid. Veel traditionele
misdaden worden beschouwd als onrechtmatig schadelijk. Maar de gelijktijdige
aanwezigheid van schade en onrechtmatigheid is niet altijd het geval.
Veel mensen geloven dat onrechtmatigheid een noodzakelijke voorwaarde is voor
criminalisering en dat aan het schadebeginsel voldaan moet zijn. Zij volgen political-legal
wrongfulness.
Voor een aanhanger van het schadebeginsel is een wandaad niet genoeg. Schade kan ook
bestaan uit een gerechtvaardigde angst om slachtoffer te worden van bepaald gedrag dat
op zichzelf schadeloos is. De vraag is of deze angst echt schade genoemd kan worden?
, Schadelijk gedrag is in principe niet de oorzaak voor alle gevallen van criminalisering.
Schade wordt soms afgezwakt en soms versterkt. Er zijn duidelijke wandaden die geschikt
zijn voor strafrecht ook al zijn ze niet direct schadelijk.
Het onrechtmatige schadelijke gedrag moet ook ‘publiek’ fout zijn om criminalisering te
rechtvaardigen. Als dit ‘privaat’ is, is het namelijk een kwestie voor privaatrecht.
Wat is publiek fout? Gedrag dat de mensen in zijn geheel schaadt of het staatsbestuur
bedreigt. Hier is het publieke belang direct geschaad. Veel misdaden zijn echter tegen een
bepaald individu gepleegd (bv. Moord). Voor dit type misdaad moet ‘publiek’ fout meer
inhouden dan bescherming van publieke belangen. Men denkt vaak dat de ernst van de
schade een beslissende factor is, maar er moet gekeken worden naar hoe deze individuele
fouten worden waargenomen en worden gewaardeerd door de samenleving zelf. Een
‘publieke’ fout bestaat wanneer de samenleving het niet ziet als iets dat een private
aangelegenheid is, maar het erkent als een probleem dat aan de gemeenschap als een
geheel toebehoort -> belangrijke normen/waarden geschonden
Straatintimidatie -> gelijkheid van mannen en vrouwen is een belangrijke waarde
Waarom is overspel in de meeste liberale rechtsstelsels niet
langer strafbaar?
Dit is een privé aangelegenheid. Het maakt niet uit hoe schadelijk en fout overspel is, dit is
niet iets wat een gedeeld belang is voor de samenleving (zie leerdoel hierboven).
Het is geen publieke kwestie
Hoe zouden we de relatie tussen moraliteit, schade en
strafbaarstelling kunnen duiden? Hoe beoordeelt u in dat licht
de Engelse zaak R. v. Brown?
Wetenschappers verdedigen een inclusieve variant van het schadebeginsel waarin er andere
(aanvullende) gronden zijn voor legitieme criminalisering.
Negatieve variant van juridisch moralisme: de afwezigheid van moreel onrecht is een
beslissende reden om niet te criminaliseren.
Positieve variant van juridisch moralisme: immoraliteit is een positieve (en voor sommige
juridische moralisten zelfs voldoende) reden om te criminaliseren. Dit conflicteert met het
schadebeginsel en met het beginsel van individuele autonomie.
Lord Devlin: ‘revolutionair’ gedrag dat de morele eensgezindheid bedreigt (in dit geval
homoseksualiteit), leidt tot ineenstorting van de maatschappij als het onbestraft blijft.
Decriminalisering beschadigt het morele cement dat de samenleving bij elkaar houdt. In
deze visie kan immoraliteit gemeten worden door het vaststellen van de
meningen/gevoelens van de normale mens. Maar afschuw en verontwaardigding bepalen
niet of iets immoreel is. Ook kan men eraan twijfelen of er wel zoiets bestaat als
gemeenschappelijke moraliteit. Dit juridische moralisme kan niet claimen dat bepaald
gedrag moreel fout is: het moet ook bewijs leveren dat er een link is tussen immoraliteit
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper emvandi. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.