Grondslagen van de Klinische Psychologie 2024 - colleges
Overzicht college onderwerpen
- HC0: diagnostische cyclus
- HC1:
- A: Nut en noodzaak van de theorie voor de behandeling van psychopathologie
- B: Stoornis-specifiek versus transdiagnostisch werken
- HC2: suïcidepreventie
- HC3: De behandeling van psychopathologie in een historische context
- HC4: Evidence-based werken
- HC5: Klinische behandelmythes
- HC6: Slaapstoornissen
- HC7: Positieve psychologie in de behandeling
College 0 (kennisclip) - diagnostische cyclus
De Diagnostische cyclus
Kenmerken diagnostische cyclus:
- Hypothese toetsend diagnostisch model
1
,- De cyclus/het model is gebaseerd op de empirische cyclus (waarin je ook altijd
begint vanuit een idee/theorie & een hypothese opstelt die je gaat toetsen in het
onderzoek); dit kun je als onderzoeker op onderzoeksniveau doen in
wetenschappelijk onderzoek, maar je kunt dit ook op individueel/persoonsniveau
doen in een diagnostisch traject. Diagnosticus verantwoordt de opstelling en toetsing
van hypothesen en beslissingen.
- Regulatieve cyclus (kun je ook opmaken uit de verschillende pijlen in het model):
stapsgewijs, inzichtelijk en expliciet doorlopen van de verschillende fasen in de
hulpverleningscyclus. Je kunt op elk moment in de cyclus ook weer terug naar een
eerdere fase, en het is ook niet altijd noodzakelijk om de verschillende fases te
doorlopen. Het is ook niet altijd noodzakelijk om de verschillende fasen te doorlopen.
Als dus op een later moment blijkt dat je hypothese toch niet helemaal juist was, dan
kun je altijd terug naar een eerdere fase om de eigen observaties/bevindingen aan te
scherpen, door een eerdere fase nog ietwat grondiger opnieuw te doorlopen.
- Nut van het doorlopen van bovenstaand systematische stapsgewijze
hulpverleningstraject:
1. Transparante besluitvorming: in elk van de analysefasen in de diagnostische
cyclus stel je hypothese(n) op, en daarover rapporteer je. Zodoende maak je
hele transparante keuzes in zo'n proces. Zo bereik je:
a. controleerbaarheid
b. navolgbaarheid
2. Vermindert/voorkomt biases (oordeelsfouten): als diagnosticus (psycholoog)
ben je toch vaak je eigen instrument. De meest voorkomende biases hierbij,
waardoor je een tunnelvisie krijgt:
a. Availability bias: dingen overschatten die makkelijk beschikbaar zijn in
het geheugen. Een cognitieve bias waarbij mensen de
waarschijnlijkheid van gebeurtenissen overschatten op basis van hoe
gemakkelijk voorbeelden ervan in hun gedachten komen. Met andere
woorden, gebeurtenissen die recent hebben plaatsgevonden of
opvallend zijn, komen makkelijker naar boven in ons geheugen en
worden daardoor als waarschijnlijker of representatiever beschouwd
dan ze in werkelijkheid zijn.
b. Confirmation bias: dingen geloven die passen bij wat je al gelooft. De
neiging om informatie te zoeken, te interpreteren, te bevoordelen en te
onthouden op een manier die iemands vooraf bestaande
overtuigingen of hypotheses bevestigt. Dit betekent dat mensen
geneigd zijn om bewijs dat hun overtuigingen ondersteunt te
waarderen en te onthouden, terwijl ze bewijs dat hun overtuigingen
tegenspreekt, negeren of minimaliseren.
→ Door stapsgewijs te werken, wordt je gedwongen kritisch te kijken naar je eigen
bevindingen. Zo worden oordeelsfouten zoveel mogelijk voorkomen, en een
,1. Aanmelding - VEREIST
2. Klachtanalyse (KA) - VEREIST
- Verhelderend onderzoek -> verhelderende diagnose
- Doel: zo volledig mogelijk de klachten van de cliënt in kaart te
brengen, dat gebeurt in een intake gesprek. Soms wordt de cliënt
gevraagd vooraf wat vragenlijsten in te vullen, om het beeld wat
vollediger te maken.
- Hulpvraag: Waarom heeft de cliënt zich aangemeld bij de
psycholoog?/Wat is er de afgelopen maanden met mij/mijn cliënt aan
de hand?/Wat zijn de klachten van de cliënt?
- Belangrijkste is dus om een volledig beeld te krijgen van de actuele
klachten; vragen:
a. Wanneer zijn de klachten ontstaan?
b. Worden er ook oorzaken/redenen gegeven voor de klachten
door de cliënt?
3
, c. Zijn er ook momenten waarop de klachten er niet zijn?
!! Verschil tussen klachten & problemen:
- Klachten: altijd heel erg in de bewoording van de cliënt. Dat is
ook belangrijk, want als je te snel gaat interpreteren dan heb je
kans op die bias. In de klachtanalyse probeer je het dus zo
letterlijk mogelijk op te schrijven. (klachtanalyse)
- Problemen: in de probleemanalyse ga je de wetenschappelijke
kennis erbij halen. Dan ga je allereerst de klachten proberen
onder te brengen in de verschillende probleemclusters.
Probleemclusters zijn disfunctionele gedragsclusters,
waaronder je klachten kunt scharen waarvan we weten uit de
literatuur dat ze vaak samen voorkomen. Door clustering kan
je een lang overzicht van klachten op een beknopte manier
weergeven, dat is praktisch voor de interpretatie en
communicatie. (probleemanalyse)
3. Probleemanalyse (PA): clusteren - VEREIST
- Onderkennend onderzoek -> onderkennende diagnose
- Doel: koppeling maken van de klachten naar de daadwerkelijke
problemen. Vervolgens clusteren en opstellen van onderkennende
hypothese.
- Hulpvraag: van welke problemen heb ik/mijn cliënt last, en in welke
mate?
- Onderdelen van de probleemanalyse:
1. Clusteren:
- Hier ga je de klachten clusteren, en geef je die een
naam in de vorm van een [….] probleem. Zeg/schrijf je
altijd ‘[....] problemen’ (dit is dus een probleemcluster).
- Voorkom interpretatie (clusteren = objectief
beschrijven)
- Cluster CONCREET, huidig probleemgedrag
- Zijn de clusters voldoende van elkaar te onderscheiden
(grote overlap -> beter samenvoegen), maar ook niet te
breed (bevat cluster veel klachten van verschillende
aard -> beter splitsen)?
- Check of alle (relevante) gedragingen zijn geclusterd
- Eventueel kun je nog kijken of je de probleemclusters
die je hebt vastgesteld, of die passend zijn bij een
diagnose/classificatie die in de DSM-5 staat
beschreven. Dat hoeft niet altijd, maar gebeurt wel
vaak in Nederland omdat we een systeem hebben
waarbij behandelingen vaak pas worden vergoed
indien er een DSM-5 classificatie gesteld is. Uit die
vergelijking rolt dan een mogelijke specifieke stoornis.
2. Na clusteren nog:
a. Opstellen van onderkennende hypothesen: hypothesen
die zich richten op wat er aan de hand is met een
cliënt. Bij hypothesen in diagnostisch onderzoek wordt
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper renatekoopmans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.