leerdoelen onderzoeksmethoden hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 5 en 7.
hoofdstuk 1:
Uitleggen waarom methodologie zo belangrijk is voor wetenschappelijk
onderzoek
o Wetenschappers proberen inzichten te krijgen over systematische
waarnemingen -> empirische waarneembaar. Een wetenschapper
die een grootschalig veldonderzoek of experiment verricht heeft op
zich wel belangstelling voor de losse antwoorden, maar heeft
bovenal belangstelling voor de systematische patronen in de
relaties tussen die antwoorden.
o Bij methodologie gaat het om de wetenschap van de
sociaalwetenschappelijke methoden. Keuzes voor methodologie zijn
gegrond op visies die zijn ontwikkeld in (delen van) de
wetenschapsfilosofie.
Empirisch-analytisch
Empirisch-interpretatief
De grondvormen van sociaalwetenschappelijk onderzoek benoemen
o Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek -> als doel een bijdrage
te leveren aan de groei van wetenschappelijke kennis.
Onderzoekers worden vooral gedreven door nieuwsgierigheid.
Willen weten hoe de sociale wereld in elkeaar zit.
o Praktijkgericht onderzoek -> als doel kennis te genereren die direct
bijdraagt aan oplossingen van praktijkproblemen die bestaan bij
aanwijsbare personen, groepen of organisaties buiten de
wetenschap.
o Toetsend onderzoek: hypothese/vraagstelling wordt getoetst aan
een al bestaande theorie
Weten dat wetenschappelijke kennis wordt gedeeld in een communicatie
proces tussen verschillende betrokkenen
o Communicatie binnen hun vakgebied: disciplinair
o Communicatie met collega’s uit andere vakgebieden:
multidisciplinair
o Communicatie via artikelen, boeken en (in)formele bijeenkomsten.
o Peerreview is als onderzoekers elkaars werk beoordelen met de
vraag of het voldoet aan alle kwaliteitsmaatstaven
o Critical friends is met andere wetenschappers spreken en hun
onderzoekswerk bloot te stellen aan constructieve commentaren
om het werk te verbeteren.
o Communicatie met een breder publiek via onder andere de media -
> valorisatie. Hiermee tonen wetenschappers aan dat hun
wetenschappelijke inzichten ook van belang zijn voor de
maatschappij zowel voor private als publieke partijen.
o Kenmerkend voor de communicatie tussen wetenschappers
onderling is dat de boodschap centraal staat. Kennis uit artikelen
wordt gebruikt in eigen artikelen -> de verbinding is bron verwijzing
Het onderscheid tussen alledaagse en wetenschappelijke kennis
benoemen: weten wat valorisatie is
o Valorisatie is communicatie met een breder publiek nadat hun
bijdrage is gepubliceerd in een wetenschappelijke bron. Er wordt
hiermee aangetoond dat hun wetenschappelijke inzichten ook van
belang zijn voor de maatschappij.
o Onderzoek op het gebed van de sociale wetenschappen is geregeld
in deze media terug te vinden.
, Kennen van verschillende aspecten van wetenschappelijke integriteit
o 5 verschillende aspecten van wetenschappelijke integriteit over het
gehele onderzoeksproces:
Eerlijkheid -> correcte bronvermelding, geen plagiaat, niet
fabriceren/fabuleren
Zorgvuldigheid -> geen zelf geconstrueerde
onderzoeksgegevens, geen manipulatie van gegevens
Transparantie -> wellicht de belangrijkste. Gegevens moeten
beschikbaar zijn voor anderen. Alles moet controleerbaar zijn.
De FAIR principes. Findable, accessible, interoperable, re-
usable.
Onafhankelijkheid –> onafhankelijk en objectief onderzoek
voeren. Onpartijdigheid.
Verantwoordelijkheid -> over de maatschappelijke implicaties
van het werk
o Deze principes zijn lijdend, maar het is lastig om van alles een
exacte definitie te geven. Kunnen ook veranderen over tijd.
o Principes kunnen met elkaar op gespannen voet staan en
tegenstrijdig zijn -> afwegingen worden tussen wetenschappers
onderling besproken en instanties hebben vaak gespecialiseerde
mensen in dit soort vragen
Kennen van aspecten van ethiek van mensgeboden onderzoek
o Belmont-rapport 1979:
Respect for persons (respect voor personen)
Beneficence (goed doen)
Justice (gerechtigheid)
o Algemene uitgangspunt van ethische richtlijnen is apply or explain.
o Goedkeuring gaat via de ethische commissies -> zij beoordelen en
evalueren het onderzoeksplan voorafgaand aan de uitvoering van
het onderzoek op basis van de ‘’code of ethics’’. In het onderzoek
moet duidelijk beschreven worden op welke wijze er relevante
inzichten zullen worden verkregen
o Code of ethics:
informed consent -> op de hoogte zijn waar je aan
deelneemt, vrijwillige deelname zonder nadelige
consequenties. Op zeggen wanneer je wilt.
leeftijd -> jonger dan 12 jaar toestemming van de ouder.
Jonger dan 16 informed consent via de ouder
bescherming gegevens
, hoofdstuk 2:
weten dat een onderzoeksplan bestaat uit een probleemstelling en een
onderzoeksontwerp
o in de probleemstelling staat: wat en waarom?
o In het onderzoeksontwerp staat: hoe?
10 onderdelen van een onderzoeksplan
o Probleemstelling: (volgorde staat niet vast!)
1: vraagstelling
2: doelstelling:
3: theoretisch raamwerk
o Onderzoeksontwerp:
4: hoe wil je je onderzoek opzetten?
Grootschalig veldonderzoek, experiment, etnografisch
onderzoek, tekst analyse, literatuuronderzoek met
meta-analyse, gebruik secundaire data?
5: wat voor data wil je verzamelen?
Dataverzamelingsplan
6: bij wie wil je die data verzamelen?
Steekproef plan
7: wanneer wil je die data verzamelen?
8: waar wil je die data verzamelen?
9: hoe wil je die data analyseren?
Data-analyseplan
10: hoe wil je rapporteren?
Relatie tussen literatuuronderzoek en probleemstelling beschrijven
o Literatuuronderzoek als oriëntatie. Het gericht verkennen van wat
er zoal bekend is over het onderwerp. Het doel is dat je je
vraagstelling, doelstelling en theoretisch raamwerk beter
geïnformeerd kunt kiezen en hoe eerdere onderzoekers terugkijken
op het door hun gekozen onderzoeksplan. Het is geen systematisch
literatuur onderzoek omdat je je vraag niet gaat beantwoorden!!!!!!
o Het heeft nut voor de inhoudelijke kant als voor de methodologische
kant van het werk.
o Literatuur onderzoek bij fundamenteel onderzoek: wat is er al
beantwoord, wie is er betrokken geweest, vanuit welke theorieën is
het al eens benaderd etc. welke vraagstellingen hebben eerdere
onderzoekers al beantwoord en met welke doelstellingen?
o Literatuur onderzoek bij praktijk onderzoek: welke kennis ontbreekt,
wie waren daarbij gebaat, waaruit bestonden voor en nadelen?
Welke kennis is er waarmee anderen vergelijkbare problemen
hebben helpen oplossen en welke kennis ontbreekt er?
o In je literatuur onderzoek kan je ook kijken wat andere al aan
onderzoek/onderzoeksontwerp hebben gedaan en hoe zij daarop
terugkijken.
Weten dat de probleemstelling bestaat uit een vraagstelling, doelstelling,
theoretisch raamwerk, weergeven als een conceptueel model
o Bij formulering van doel/vraagstelling is de persoonlijke interesse
belangrijk maar zijn er weinig structurele mogelijkheden om
onderzoek te doen in het gebied van persoonlijke interesse. Bij
universitair onderzoek is dit wel meer het geval dan als iemand
gebonden is aan een commercieel bedrijf.
