100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting An Introduction To Human Geography - Inleiding Sociale Geografie (GEO1-3002) €6,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting An Introduction To Human Geography - Inleiding Sociale Geografie (GEO1-3002)

 0 keer verkocht

Een duidelijke, overzichtelijke samenvatting van alle tentamenstof voor inleiding sociale geografie. Van tentamen 1 en 2.

Voorbeeld 4 van de 50  pagina's

  • Nee
  • Onbekend
  • 4 juni 2024
  • 50
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (18)
avatar-seller
maartjerynja
Volledige samenvatting Inleiding Sociale Geografie 9-10-2020


Tentamen 1
Week 1 = Kapitalisme Hoofdstuk 2 & 3 + artikel Doucet
Week 2 = Demografie Hoofdstuk 4
Week 3 = Stadgeografie Hoofdstuk 9 & 10 + artikel Knox & Marston
Week 4 = Ontwikkelingsgeografie Hoofdstuk 7 & 8

Hoofdstuk 2- Kapitalisme
Wat is het? Economisch systeem waarin private ondernemers goederen laten produceren
voor de markt, om die met winst te verkopen. Sprake van een vrije markt.

Productie kosten zo laag mogelijk, dit gebeurde op twee manieren
1. Spreiding van arbeid. Taken verdelen in simpele taken, die gedaan kunnen worden door
ongeschoolde, goedkope, werknemers.
2. Nieuwe technologie gebruiken.

Marxisme; hij zei dat winst (binnen het kapitalisme) komt door de manier waarop kapitalisten
de werknemers domineren in een ongelijke, klassen gebaseerde relatie.
 Deze denkwijze is heel erg historisch en Europees gefocust en niet ruimtelijk.

Wallerstein deelde de wereld op in centrum, semi-periferie en periferie.
- Centrum; hoge inkomens, goede technologie en verschillende producties.
- Periferie; lage inkomens, simpele technologie en weinig producties.
- Semi-periferie; exploiteren de periferie en worden geëxploiteerd door het centrum

Eurocentrisme; vooral focussen op ‘the rise of the west’ en niet op het oosten. In
oriëntalisme wordt juist uitgelegd dat de rise of the west niet tot stand was gekomen zonder
de import van oosterse technologie, ideeën en resources.

Sprake van slavendriehoek rond 15e
eeuw.

Blaut (1993) ziet dit als event dat,
meer dan al het andere,het
Europese kapitalisme een kickstart
gaf.




In de 18e eeuw ging ook de landbouw veranderen door vroeg kapitalisme, hiervoor was dat al
gebeurt bij textiel, metaal en pottenbakkerij.
- Er kwamen steeds minder eigenaren voor een stuk land
- Land was niet meer verdeeld in willekeurige vlakken, vanaf nu duidelijke blokken
- Er moest steeds meer verbouwt worden voor de groeiende populatie

,Volledige samenvatting Inleiding Sociale Geografie 9-10-2020


- Steeds meer mensen gingen van Europa naar Amerika en benadeelde hiermee de
oorspronkelijke bewoners. F.J. Turner benoemt deze verschuiving vooral positief en laat
hiermee de negatieve gevolgen achterwegen.

Ontwikkelingsfases
1. Engeland urbanisatiefase 1770, kenmerken;
 Er moesten woningen komen voor werknemers toen het productieproces zich niet
meer thuis afspeelde.
 Zoveel mogelijk huizen op een zo klein mogelijk gebied
 Geen plannen of wetten.
 Leidde tot vreselijke omstandigheden zoals een slecht riool, slechte wegen en
ziektes.
 Als gevolg een scheiding tussen middenklasse en arbeiders, er kwamen klassen.
 Stadcentrums werden steeds belangrijker voor kapitalisten, het werden economische
centrums. Engels ‘the condition of het working class in England’ opslag bij kanalen,
centrums in de stad.
2. 1840- 1890 suburbanisatie, kenmerken;
 Meer regulaties, beter riool en water
 Leidde tot steeds meer suburbanisatie
 Gettovorming van immigranten in Amerika
 In centrale business districten kwamen andere soorten bedrijven; banken,
verzekeringsmaatschappijen, winkels en shops. Steeds meer consumenten.
3. Verbeteren van de leefomgeving. Kapitalisten controleren het privé en werk leven van
werknemers. Groenere buitenwijken en sociale huisvesting.

Hoofdstuk 3- wereld in de 20ste en 21ste eeuw
In de 20ste eeuw nam het kapitalisme de wereld over, maar niet zonder weerstand. Door die
weerstand is het kapitalisme zelf ook veranderd.

Priestley reed in 1937 door Engeland, wat viel op?
- Wegen waren compleet anders, vroeger waren ze er soms niet eens.
- Fabrieken waren mooier en nieuwer.
- Fabrieken fabriceerde minder duurzame producten.
- Dat is het verschil tussen de industriële wereld in de 19e en 20ste eeuw.
 Weergave van hoe heel de wereld in de 2de industriële revolutie zit.

2de industriële revolutie
- Begon in de eerste helft van de 19e eeuw vooral voor west Europa
- 1930 ook bij de Sovjet Unie en andere regio’s
- Ontwikkelingslanden moesten het nog steeds vooral van landbouw hebben, wel kregen
landen hun eigen specialiteit in wat zij verbouwde. Dat gaf export zekerheid.

In de 20ste eeuw kwam Karl Marx er als eerste mee dat kapitalistische ontwikkeling
ongepland, competitief en chaotisch is. Oplossing hiervoor;
- Het creeëren van grotere bedrijven, hier zijn ook veel multinationale bedrijven ontstaan.
Ford, Coca-Cola, Pepsi en veel oliebedrijven zijn toen ontstaan.
- Massaproductie was ook een oplossing

Fordism
- Massaproductie (begon bij de auto Ford)
- Steeds meer lopende band werk waardoor de productie kosten heel laag werden

,Volledige samenvatting Inleiding Sociale Geografie 9-10-2020



De overheid moest steeds meer in handen nemen om kapitalisme te ordenen. Er kwamen
plannen om sloppenwijken op te knappen, deze zijn succesvol geweest.
In de 20ste-eeuwse kapitalisme kwamen er ook opstanden zoals het kapitalisme en het
fascisme, zij wilden af van de kapitalistische moderne wereld die commercieel, individueel
en ook vrouwgericht was. Daarentegen wilden zij een nieuwe soort democratie, waarin ze de
macht geven aan één iemand.
- Aan de ene kant tegen het kapitalisme in; vrouwen moesten thuis blijven en mannen
werkten, je woonde op het platteland en verbouwde je eigen eten.
- Aan de andere kant mee met het kapitalisme; nieuwe snelwegen, verbeteren v.d.
industrie en veel geld naar het leger.
 De nazi’s wilden een ‘puur Duitsland’ bereiken; dus geen Joden of andere buitenlanders
en geen mentaal of fysiek zwakken.

Tussen 1960 en 1970 leefde 1/3 van de wereld in communisme en waren tegen kapitalisme.

Marxisme veranderde, voorspelt was dat het in centrum landen zou spelen, nu juist sterk in
semi-periferie lanen zoals Rusland in 1917. Hun waren de bakermat van communisme;
- Rusland gooide kapitalisme weg en pakten het communisme op
- De overheid reguleerde alles en er was een volledig centrale economie
- Waarom?  om economische ontwikkelingen te versnellen en een groter leger te
maken.
- Communisme spreidde al snel naar andere perifere landen

De wereld was opgedeeld in tweeën; de kapitalisten en de communisten. Hieruit volgde een
confrontatie genaamd de koude oorlog. Dit had grote invloed op beide kanten.

Communisme was zeker niet overal hetzelfde, maar het waren altijd modifacties op Marx’s
ideeën.

Qua RO lijkt communisme en nazisme op elkaar, beide hadden grote pleinen in de stad voor
demonstraties of toespraken. ‘Spaces of terror’.

In 1991 viel het communisme en kwam er een eind aan de koude oorlog. China heeft nog
wel haar eigen vorm van communisme. Deze landen hebben wel nog moeite met
aanpassen.

In het begin van de 20ste eeuw werd er al getwijfeld aan het imperialisme
- Lenin zei dat de overzeese landen werden geëxploiteerd
- Hij dacht dat imperialisme het product was van kapitalisme
Hoe is het tot zijn eind gekomen?
- De 1ste en 2de WO en de grote depressie heeft er voor gezorgd dat landen
nationalistisch werden. Niet alleen de westerse landen kregen dit, maar ook de kolonies
wilde vrijheid.
- Het begon met India in 1947 en in de volgende kwart eeuw braken alle imperiums.

Landen werden opeens onafhankelijk, maar wat nu?  veel probeerde het westerse
kapitalisme instant te houden. Dit was niet altijd passend, waarom?
- Kolonialen grenzen vaak door dorpen en stammen heen gingen. Hierdoor zat je opeens
in een land met mensen waar je niks mee gemeen hebt.
- Zij gaven het kapitalisme de schuld van hun problemen

, Volledige samenvatting Inleiding Sociale Geografie 9-10-2020


 Vaak zochten ze andere manieren, zoals socialisme of communisme

Een ander groot gevolg van onafhankelijkheid is de grote stroom van migranten naar de
kernlanden van de oude imperiums.

Sommige mensen vonden dat het imperialisme slecht van officieel naar onofficieel is
gegaan.
In 1960 zorgde west Europa en noord Amerika voor 80% van de industrie. Sommige derde
wereld landen hadden hier profijt van; de nieuw geïndustrialiseerde landen, oost Azie,
Brazilië en Mexico.

Globalisatie; de wereld werd steeds kleiner door snellere communicatie en wereldwijd
kapitalisme. Derde wereld landen waren bestemd voor het goedkoop fabriceren van
producten. (Post-Fordism).

Disorganized capitalism; minder belang voor het fabriceren van producten en meer belang
voor de service en consumenten. Flexibele technologie, veel taken aan andere bedrijven
geven, geen gestandaardiseerde productie en hogere kosten.

Fukuyama schreef in 1992 (3 jaar na val van de muur) ‘the end of history and the last man’,
waarin hij beschrijft dat het kapitalisme heeft gewonnen. Hij had het over een ideologie van
liberale democratie. Op dit moment zijn er wel wat uitdagingen met betrekking tot deze
ideologie;
1. Economische uitdaging; veel landen hadden neoliberalisme (vrije markten, zoveel
mogelijk privaat). Grote geldcrisissen lieten mensen het systeem wantrouwen.
2. Geopolitieke uitdaging
3. Milieu uitdagingen
4. Waarde en identiteitsproblemen
5. Veiligheidsproblemen

Tijdlijn hoofdstuk 2 en 3
Feodalisme (tot 15e eeuw) - Sterk gecontroleerde markt
- Sterk klassen systeem
Kolonialisme (vanaf eind 15e eeuw) - Vooral in Azië en Zuid-Amerika
- Uitbuiting maar ook globalisering
- Zeker slecht maar had ook voordelen
Merchant Capitalism (eind 15e eeuw- 1770) - Kooplieden investeren in onderneminge
- Je deed het goed als jij producten
goedkoper kon fabriceren dan anderen.
- Vooral op het platteland
e
Proto-industrialisatie (eind 15 eeuw- 1770) - Textiel werkers vooral
- MC was vooral voor eigen inkomen, PI
is marktgericht en niet voor eigen
behoefte.
Industriële revolutie 1 (1770-1830) - Opkomst van fabrieken
- Vooral gefocust op katoen
- Grote verschillen in ervaring
(Engelse) urbanisatie (vanaf 1770) - IR zorgde voor grotere fabrieken
- Mensen wilde hier dichterbij wonen
- Hierdoor grotere steden
Industriële revolutie 2 (+/- 1900) - Technologische revolutie
- Elektriciteit en nieuwe materialen

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maartjerynja. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 64670 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€6,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd