Uitgebreide samenvatting van de hoorcolleges van het vak 'Onderzoeksmethoden voor Media- en Cultuurwetenschappen' van het eerste jaar van de bachelor Media & Cultuur aan de Universiteit Utrecht.
Onderzoekmethoden voor Media- en Cultuurwetenschappen
Hoorcollege 3 - Tekstuele analyse
HOOFDVRAAG: Hoe zijn culturele veronderstellingen en hiërarchieën ingebed in taal?
Het verschil tussen de letterlijke betekenis van een woord en de associaties die je daarbij hebt, is het
verschil tussen denotatie en connotatie. Hierbij is de denotatie de betekenis zoals je die bijvoorbeeld in
een woordenboek zou terugvinden en daarmee de letterlijke betekenis van het woord. De connotatie
verwijst naar de andere betekenissen die je aan dat woord zou kunnen toekennen of de associaties die
het woord oproepen.
Voorbeeld: Het woord ‘muis’ kan niet alleen maar verwijzen naar het diertje zelf, maar je
kunt daarbij ook denken aan ziektes die ze mee zou kunnen dragen of juist het
feit dat je ze schattig vindt en je ze het liefst als huisdier zou willen hebben.
Rene Magritte wijst er met enkele van zijn kunstwerken op dat de betekenis van woorden helemaal
niet zo logisch is als dat wij denken. Waarom noemen we een paard eigenlijk een paard? Waarom
zouden we dat niet een deur noemen? De betekenissen die ergens aan zijn verboden weet je niet van
nature, deze zijn je aangeleerd. Daarom dat ook verschillen hierin zouden voorkomen. Denk aan
bijvoorbeeld aan de manier waarop in verschillende landen op verschillende manieren geprobeerd
wordt om het geluid van een bepaald dier na te doen. Zo omschrijft men in het Engels het geluid dat
een varken maakt met ‘oink’, terwijl men in het Nederlands hiernaar refereert met ‘knorren’.
Semiotics Het bestuderen van de manier waarop ‘tekens’ betekenis krijgen en
uitdrukken.
Bij semiotics gaat het om een proces van associatie: hoe krijgen symbolen – en dan gaat het ook om
letters en woorden – een bepaalde betekenis? Dit proces van associatie wordt gekenmerkt door enkele
verschillende fases:
1. First Order Signification
Hierbij gaat het allereerst om het sign – oftewel
de manier waarop we bepaalde tekens en
symbolen ervaren. We ervaren ze als natuurlijk,
maar ze bestaan eigenlijk uit twee componenten:
de signified (datgene wat bedoeld wordt; de
voorstelling die je ergens van hebt) en de
signifier (dat wat hetgeen wat bedoeld wordt
symboliseert). Dit onderscheid maak je in het
dagelijks leven eigenlijk niet.
2. Second Order Signification
Doordat bepaalde signs worden gebruikt, worden zij verbonden aan elkaar. De signs worden als het
ware de signifiers in een nieuwe structuur.
Voorbeeld: Romantiek wordt gevormd door liefde en passie. Om deze twee kenmerken uit
te beelden, zijn bepaalde signs nodig. Zoals de kleur rood en rozen.
3. Narrative
, Bepaalde elementen worden een belangrijk symbool binnen een bepaalde context of een bepaald
verhaal.
Voorbeeld: In het programma The Bachelor wordt aan het einde een roos overhandigd.
Deze roos verwijst dus naar de betekenis van romantiek die aan dit symbool is
toegekend en zet dat daarnaast ook kracht bij.
Zodoende kunnen bepaalde woorden heel veel verschillende betekenissen meekrijgen, die niet eens
zozeer iets met elkaar te maken hoeven te hebben. Denk bijvoorbeeld aan het verschil tussen
stamboom en een daadwerkelijke boom.
RELATIVE AUTONOMY
Hoewel eerder is beweerd dat woorden tot in zekere zin autonoom zijn en we bepaalde zaken dus
allerlei namen hadden kunnen geven, zijn er veelal wel redenen waarom iets een bepaalde naam
gekregen heeft. Er is dus een bepaalde grens aan de mogelijkheid iets welke naam dan ook te geven.
Signs zijn namelijk verbonden aan vele andere signs en zijn daarom in betekenis niet zomaar te
veranderen. Soms zijn juist deze verbindingen nodig om een bepaalde betekenis tot stand te laten
komen.
Discourse Het geheel aan ‘tekens’ dat gebruikt wordt en de manieren waarop deze
verbonden zijn en structuren vormen.
MYTHOLOGIES
Signs kunnen een bepaalde betekenis krijgen door bepaalde situaties in de samenleving, maar ook door
persoonlijke ervaringen. Dat hoeven dus niet altijd de dominante betekenissen te zijn. Als bepaalde
associaties steeds opnieuw gemaakt worden ontstaan er discursive structures of mythologies. Het zijn
verhalen die binnen een cultuur steeds opnieuw verteld worden. Bepaalde symbolen dragen eraan bij
dat dat verhaal steeds maar weer worden opgeroepen.
Register De groep in de samenleving waaraan iets is gericht. Bepaalde vormen van
taalgebruik kunnen bijvoorbeeld direct verwijzen naar een bepaalde groep.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper SandervanKaam. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.