Dit is een samenvatting van de hoorcolleges met mijn eigen aantekeningen. De grafieken en tabellen worden uitbundig uitgelegd met de uitleg van de prof.
H13: PUBLIEKE GOEDEREN EN EXTERNE
EFFECTEN
1 PUBLIEKE GOEDEREN
1.1 NIET-UITSLUITBAARHEID EN NIET-RIVALITEIT IN CONSUMPTIE
▪ (zuivere) publieke goederen:
o Niet-uitsluitbaar: onmogelijk om tegen redelijke kosten iemand van consumptie van goed uit te sluiten
o Niet-rivaal: marginale kost om publiek goed aan extra individu aan te bieden, is nul
o Bv. defensie, dijk
o Ook publieke goederen bij private bedrijven, bv. parking of verwarming in groot winkelcentrum
1.2 QUASIPUBLIEKE GOEDEREN
▪ Grijze zone tussen zuiver publieke en zuiver private goederen
o Bv. tunnels, zwembaden, wegen, parken, …
▪ Uitsluiting is in principe mogelijk
▪ Congestie is mogelijk, waardoor rivaliteit in consumptie ontstaat
o Begrip kan evolueren door technologische ontwikkelingen: uitsluitbaarheid kan goedkoper/gemakkelijker
▪ Clubgoederen
o Consumptie is niet-rivaal, maar laten uitsluiting toe
o Bv. Abonnement
o Niet-rivaal want als je een abonnement hebt, kan er iemand naast je gewoon meekijken
▪ Commons
o Consumptie is rivaal, maar zeer kostelijk om mensen uit te sluiten
o Bv. visvangst
Figure 13.1 Verschillende vormen van publieke goederen
1
,1.3 MAATSCHAPPELIJK WENSELIJK AANBOD VAN ZUIVERE PUBLIEKE GOEDEREN
▪ Niet-rivaliteit heeft ingrijpend gevolg voor waardering
o Elke eenheid kan door iedereen tegelijk geconsumeerd worden
o Waardering individu: individuele bereidheid tot betalen
o Marginale maatschappelijke betalingsbereidheid:
▪ Som van de marginale individuele bereidheden tot betalen
▪ Grafisch: verticale som individuele vraagcurven
▪ Voorbeeld: dijk voor Bart en Lisa
▪ Elk een bepaalde betalingsbereidheid
voor een publiek goed
o MBBL en de MBBB
▪ Hoe hoger die dijk wordt hoe lager hun
betalingsbereidheid is
o = marginaal
▪ Je moet dat lezen als elke bijkomende
centimeter dat die dijk hoger wordt,
hoeveel waarde hechten ze aan die
extra centimeter
▪ Voor die eerste 100 cm zie je dat die vrij
hoge waarde hechten, hoge
betalingsbereidheid
▪ Maar hoe hoger dat die dijk wordt,
betalingsbereidheid daalt
▪ Bv. Bart na die 300 cm geen
betalingsbereidheid meer, geen
toegevoegde waarde meer levert
▪ Bv. Lisa gaat tot 400 cm
Figure 13.2 Maatschappelijke bereidheid tot betalen voor een publiek goed
▪ MK = elke centimeter dijk hoger wordt, moeilijker om te bouwen want duurder
o eerste 5 cm vrij goedkoop gebouwd
o hoe hoger die dijk wordt, hoe duurder
o die 200 cm bouwen kost meer dan die 100e centimeter bouwen
▪ Als dijk er komt, voordeel voor zowel Bart als Lisa
o voor private goederen om van individuele vraag naar de marktvraag te gaan
o hoeveelheden bij elkaar opgeteld, uitgegaan van bepaalde prijs
o dan kijken bij die prijs hoeveel wil Bart dan van het goed, hoeveel wil Lisa
o dan hoeveelheden optellen = horizontale sommatie
o niet de hoeveelheden sommeren MAAR wel de waardering sommeren
o kijken die 100e centimeter dijk hoeveel waardering krijgt
▪ wat is de totale betalingsbereidheid in de maatschappij?
o dat die 100e centimeter die is voor Bart 2 waard - voor Lisa 3
o totale betalingsbereidheid/maatschappelijke marginale betalingsbereidheid = 2+3 = 5
▪ Na 200cm: MK > maatschappelijke marginale betalingsbereidheid
2
, ▪ Samuelson-regel: voorwaarde voor optimale voorziening publieke goederen
o Geconsumeerde hoeveelheid is dezelfde voor allen
o MBB kan verschillen
o Dit hebben we net gedaan: alle MBB’s optellen en die laten snijden met de MK
o Totale waardering achterhalen
▪ Fundamenteel anders bij private goederen
o Geconsumeerde hoeveelheid varieert per consument
o Individuele MBB voor elke consument = marktprijs
1.4 HET VRIJBUITERSPROBLEEM
▪ Maatschappelijk gewenste hoeveelheid publieke goederen is gekend, maar wordt die ook aangeboden op de vrije
markt?
▪ Bv. landbouwer in een polder vraagt om bijdrage aan dijk
o Speltheoretische analyse
o Of anderen het ook willen of niet, heeft invloed op jou
o Dominante strategie: niet betalen
o Dijk komt er niet, hoewel alle bewoners hem liever wel hebben
▪ Vrijbuitersprobleem
o Niemand kan van consumptie uitgesloten worden
o Neiging betalingsbereidheid verkeerd voor te stellen: ‘profiteren’
o Overheidsinterventie
▪ Hier maar 1 getal
o Is alleen van de landbouwer
o Hoe hoger, hoe beter de uitkomst
▪ Ze willen liever wel een dijk maar
Tabel 13.1 Het vrijbuitersprobleem bij publieke goederen landbouwer liever niet-betalen dan wel
betalen (4)
▪ (3) wel meebetalen en dijk komt er
▪ (2) niemand betaalt, de dijk komt er niet
▪ Vrijbuitersprobleem → overheidsinterventie, dwang. Maar:
▪ (1) landbouwer wil wel meebetalen en de
o Bij herhaald spel of in kleine, niet-anonieme groepen
rest niet (heeft wel geld in de pot gedaan
geen dwangmacht nodig
en is het kwijt)
▪ DUS ongeacht de strategie van
o Nadelen van collectieve voorziening door overheid: de
polderbewoners, heeft landbouwer zeer
agenten die niet geïnteresseerd zijn in het publieke
sterke prikkel om niet mee te betalen
goed moeten toch mee betalen via belastingen
▪ = dominante strategie
▪ Dus OH gaat moeten optreden want
o Collectieve voorziening en financiering betekent niet
uitsluitbaarheid is niet mogelijk
noodzakelijk productie door overheidsondernemingen
o Moeilijk te bestrijden door het globale karakter, cf. CO2 uitstoot
o Bv. klimaatopwarming
3
, 2 EXTERNE EFFECTEN
2.1 POSITIEVE EN NEGATIEVE EXTERNE EFFECTEN IN PRODUCTIE EN CONSUMPTIE
▪ Externe effecten of externaliteiten
o Gedrag van economische agenten heeft rechtstreeks invloed op nut of productiemogelijkheden van een
andere zonder dat daarvoor via de markt compensaties worden betaald
▪ Positieve externe effecten (baten): bijen, meer vissen in windmolenparken op zee,…
▪ Negatieve externe effecten (kosten): CO2 uitstoot (bij de productie of de consumptie van een goed),
stikstof, …
▪ Externaliteiten veroorzaken dus niet enkel marginale baat of kost voor de agent zelf, maar ook andere marginale baten
en kosten elders
o Vooral kijken naar kant van producent
Tabel 13.2 Negatieve en positieve consumptie- en productie-externaliteiten
2.2 PARETO-EFFICIËNTIE EN HET EFFICIËNTE VERVUILINGSNIVEAU
▪ Vervuilende papierfabriek: de productie van papier brengt vervuiling met zich mee, waarvoor de onderneming initieel
geen compensatie betaalt
▪ In het initiële evenwicht E (figuur 13.3):
o wordt er geen rekening gehouden met de vervuiling
o weerspiegelt MK enkel de private kosten, en niet de maatschappelijke kosten
▪ Bij negatieve externe effecten (kosten) ligt MMK boven MK
▪ Bij positieve externe effecten (baten) ligt MMK onder MK
▪ P is Pareto-efficiënte situatie, waar MMB = MMK
▪ Vraag = weergave van marginale bereidheid tot betalen = maatschappelijke marginale baat
o alle baten allemaal mee rekening gebracht
o DUS de MMprivateB voor die consumenten = baten volledige maatschappij
▪ Aanbod = MK
o private marginale kosten van de onderneming = papierproducent die papier kan produceren aan een
bepaalde kost
o weergave van MK
o MAAR papierproducent brengt iets niet in rekening: die veroorzaakt schade aan lucht, water, grond,
… als een kost voor de maatschappij
o willen we die graag wel in rekening brengen - rekening houden met externe kosten wil
▪ kosten in ons model toevoegen
▪ dus deze aanbodcurve is onvolledig de kosten zijn in realiteit hoger
o kosten voor maatschappij erbij optellen = MMK
▪ = MK + MEK
o In punt P= pareto-efficiënt
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper gabriellederwael. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,16. Je zit daarna nergens aan vast.