Hoofdstuk 2 Investeringsselectie
Beslissingen op lange termijn
Bij beslissingen op lange termijn spelen naast de variabele kosten de constante kosten
een belangrijke rol. Voorbeelden van beslissingen op lange termijn:
- Bepaling economische levensduur;
- Zelf maken of uitbesteden;
- Handmatige productie op mechaniseren;
- Keuze uit meer productietechnieken;
- Investeringsselectie.
Uitbreidings- en vervangingsinvestering
Investeren is het vastleggen van vermogen in duurzame activa. Ook wel
kapitaalgoederen genoemd. Bij een uitbreidingsinvestering neemt de hoeveelheid vaste
kapitaalgoederen en daarmee ook de productiecapaciteit toe. Bij een
vervangingsinvestering worde de vaste kapitaalgoederen vervangen en blijft de
productiecapaciteit gelijk.
Cashflow
Cashflow of exploitatieoverschot bestaat uit de som van de nettowinst en
afschrijvingen.
Samengestelde interest
Bij samengestelde interest wordt rente vergoed over het beginkapitaal maar ook over de
rente van de voorgaande jaren. Jaarlijks neemt de rente toe, omdat er dan over een
steeds groter bedrag rente wordt vergoed.
Contante waarde
Bij de berekening van samengestelde interest kan een eindwaarde worden bepaald,
maar ook een beginwaarde (contante waarde). Hierbij wordt aan de hand van het
bekende eindkapitaal en het rentepercentage de beginwaarde (terug)berekend. In
formule: contante waarde = en x 1/(1+i)^n bv. € 1000 * (1.04^-2).
Post en prenumerando rente
Interest is de vergoeding voor het beschikbaar stellen van kapitaal. Rente is niet gelijk
aan interest, maar is gelijkblijvend, periodiek vervallend bedrag. Deze termijn kan zowel
aan het begin van de periode als aan het einde van de periode vervallen. Dit noemen we
prenumerando rente respectievelijk postnumerando rente.
, Investeringsselectie
Er zijn 4 methoden om een prioriteitsvolgorde van investeringsprojecten te maken:
1. Terugverdienperiode:
Laagste terugverdientijd is het beste.
Bezwaren terugverdientijd:
- Er wordt geen rekening gehouden met de factor interest (euro’s van een bepaald
moment worden gelijkwaardig gesteld aan euro’s die in de toekomst zullen
worden ontvangen;
- Bedragen die na de terugverdientijd vervallen, worden in de beoordeling buiten
beschouwing gelaten.
2. Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit:
GBR= (gemiddelde cashflow – gemiddelde afschrijvingen)/ gemiddeld geïnvesteerd
vermogen * 100%.
Hoogste GBR is de beste.
Bezwaren GBR:
- Volgorde van cashflows is niet meegerekend;
- Investeringsbedrag wordt buiten beschouwing gelaten.
3. Netto contante waarde:
NCV = contante waarde cashflows – investeringsbedrag.
Hoogste NCW is het beste, NCW moet wel positief zijn.
Bezwaren NCW:
- De netto contante waarde methode meet niet de rentabiliteit van een project
want de uitkomst wordt niet gerelateerd aan de hoogte van het te investeren
bedrag;
- De netto contante waarde methode houdt geen rekening met het verschil in
looptijd van de verschillende investeringsprojecten.
4. Interne-rentevoetmethode
Interne rentevoet is die rentevoet waarbij de NCW 0 is.
Hoofdstuk 3 Vermogensbehoefte bepalen
Een balans is een staat waarop op een bepaald moment wordt weergegeven:
- Debet: de activa ofwel de bezittingen;
- Credit: de passiva ofwel het eigen vermogen en de schulden
De activa worden verdeeld in:
- Vaste activa: deze zijn bestemd om de werkzaamheden van de onderneming
duurzaam te dienen. Staat langer dan een productieproces (1 jr) ter beschikking;
Beslissingen op lange termijn
Bij beslissingen op lange termijn spelen naast de variabele kosten de constante kosten
een belangrijke rol. Voorbeelden van beslissingen op lange termijn:
- Bepaling economische levensduur;
- Zelf maken of uitbesteden;
- Handmatige productie op mechaniseren;
- Keuze uit meer productietechnieken;
- Investeringsselectie.
Uitbreidings- en vervangingsinvestering
Investeren is het vastleggen van vermogen in duurzame activa. Ook wel
kapitaalgoederen genoemd. Bij een uitbreidingsinvestering neemt de hoeveelheid vaste
kapitaalgoederen en daarmee ook de productiecapaciteit toe. Bij een
vervangingsinvestering worde de vaste kapitaalgoederen vervangen en blijft de
productiecapaciteit gelijk.
Cashflow
Cashflow of exploitatieoverschot bestaat uit de som van de nettowinst en
afschrijvingen.
Samengestelde interest
Bij samengestelde interest wordt rente vergoed over het beginkapitaal maar ook over de
rente van de voorgaande jaren. Jaarlijks neemt de rente toe, omdat er dan over een
steeds groter bedrag rente wordt vergoed.
Contante waarde
Bij de berekening van samengestelde interest kan een eindwaarde worden bepaald,
maar ook een beginwaarde (contante waarde). Hierbij wordt aan de hand van het
bekende eindkapitaal en het rentepercentage de beginwaarde (terug)berekend. In
formule: contante waarde = en x 1/(1+i)^n bv. € 1000 * (1.04^-2).
Post en prenumerando rente
Interest is de vergoeding voor het beschikbaar stellen van kapitaal. Rente is niet gelijk
aan interest, maar is gelijkblijvend, periodiek vervallend bedrag. Deze termijn kan zowel
aan het begin van de periode als aan het einde van de periode vervallen. Dit noemen we
prenumerando rente respectievelijk postnumerando rente.
, Investeringsselectie
Er zijn 4 methoden om een prioriteitsvolgorde van investeringsprojecten te maken:
1. Terugverdienperiode:
Laagste terugverdientijd is het beste.
Bezwaren terugverdientijd:
- Er wordt geen rekening gehouden met de factor interest (euro’s van een bepaald
moment worden gelijkwaardig gesteld aan euro’s die in de toekomst zullen
worden ontvangen;
- Bedragen die na de terugverdientijd vervallen, worden in de beoordeling buiten
beschouwing gelaten.
2. Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit:
GBR= (gemiddelde cashflow – gemiddelde afschrijvingen)/ gemiddeld geïnvesteerd
vermogen * 100%.
Hoogste GBR is de beste.
Bezwaren GBR:
- Volgorde van cashflows is niet meegerekend;
- Investeringsbedrag wordt buiten beschouwing gelaten.
3. Netto contante waarde:
NCV = contante waarde cashflows – investeringsbedrag.
Hoogste NCW is het beste, NCW moet wel positief zijn.
Bezwaren NCW:
- De netto contante waarde methode meet niet de rentabiliteit van een project
want de uitkomst wordt niet gerelateerd aan de hoogte van het te investeren
bedrag;
- De netto contante waarde methode houdt geen rekening met het verschil in
looptijd van de verschillende investeringsprojecten.
4. Interne-rentevoetmethode
Interne rentevoet is die rentevoet waarbij de NCW 0 is.
Hoofdstuk 3 Vermogensbehoefte bepalen
Een balans is een staat waarop op een bepaald moment wordt weergegeven:
- Debet: de activa ofwel de bezittingen;
- Credit: de passiva ofwel het eigen vermogen en de schulden
De activa worden verdeeld in:
- Vaste activa: deze zijn bestemd om de werkzaamheden van de onderneming
duurzaam te dienen. Staat langer dan een productieproces (1 jr) ter beschikking;