Burgerlijk recht 3, eerste kans d.d. 12 juni 2024 (6 casus, 30 punten)
Casus 1 (5 punten)
De Actieshop verkoopt allerhande producten tegen zeer lage prijzen. Op een drukke zaterdagmiddag
loopt Gerlinde de winkel in om een paar sokken te kopen. Deze liggen door elkaar onderin het schap
van een hoge kast. Gerlinde manoeuvreert zich tussen het winkelend publiek en gaat op haar hurken
op zoek naar de juiste maat sokken. Op dat moment staat Tim naast Gerlinde de grote 5 kilo
wegende Boeddhabeelden te bewonderen die op 1.80 m hoogte in dezelfde kast staan uitgestald.
Tim probeert op zijn tenen een beeld uit het schap te halen, maar schuift daarbij per ongeluk een
ander beeld uit het schap. Het beeld komt op het hoofd van Gerlinde terecht. Tim maakt zich snel uit
de voeten. Gerlinde heeft een hoofdwond en een hersenschudding opgelopen.
Kan Gerlinde de Actieshop met succes aansprakelijk houden voor de door haar geleden schade?
Modelantwoord:
Voor de vraag of de Actieshop daarvoor aansprakelijk kan worden gesteld is bepalend of een klant
aan een groter risico is blootgesteld dan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs
verantwoord is. Daarbij dient te worden gelet op de mate van waarschijnlijkheid waarmee niet-
inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid kan worden verwacht, de
hoegrootheid van de kans dat daaruit ongevallen ontstaan, de ernst die de gevolgen daarvan kunnen
hebben en de mate van bezwaarlijkheid van te nemen veiligheidsmaatregelen (HR 5 november 1965,
NJ 1966/136, Kelderluik). M.a.w.: is sprake van gevaarzetting door de Actieshop?
De vraag is of de Actieshop er rekening mee had moeten houden dat een beeld uit het schap zou
kunnen vallen met een ongeval tot gevolg. Beargumenteerd kan worden dat het beeld redelijk hoog
staat (Tim moest op zijn tenen staan); klanten spullen vaak niet netjes terugzetten en dat er i.c.
blijkbaar weinig ruimte tussen de beelden aanwezig was (Tim schoof een ander beeld uit het schap
toen hij een beeld eruit wilde pakken). Het was bovendien druk in de winkel en dus weinig ruimte.
Verder is te verwachten dat andere klanten die onder de beelden gehurkt bij de sokken staan niet
opletten op wat er boven hen gebeurt. De beelden staan op zo’n hoogte en zijn relatief zwaar,
waardoor de gevolgen van een ongeval ernstig (hoofdletsel) kunnen zijn. De Actieshop had dit
eenvoudig kunnen voorkomen door de beelden onderin het schap te plaatsen of het schap minder vol
te zetten. Gelet op deze omstandigheden kan voor aansprakelijkheid worden gepleit. Verheij, nr. 16.3
Alternatief (niet alle punten maar bij sterke onderbouwing wel 3/5?): OSVO. Uit de casus blijkt niet
dat het schap zo vol stond dat er een de kans dat een beeld uit het schap zou vallen groot was. Dat
dit toch is gebeurd en ook nog precies op het hoofd van Gerlinde is eerder een zeer ongelukkige
samenloop van omstandigheden (Zwiepende tak, verplicht). Casus ontleend aan, maar enigszins
aangepast: ECLI:NL:RBDHA:2023:21222, HC 1 en 2.
Casus 2 (5 punten)
Betty, Aron, Marc en Susan zijn 12 jaar oud en besluiten om ‘fietstikkertje’ te gaan spelen. Betty en
Aron nemen het daarbij op tegen Marc en Susan. Laatstgenoemd stel krijgt 5 minuten voorsprong
om zich per fiets in de woonwijk te ‘verstoppen’. Betty en Aron, eveneens per fiets, zullen Marc en
Susan moeten proberen te vinden. Zodra het ene ‘team’ het andere heeft gevonden, is het zaak om
, zo dichtbij te gaan fietsen dat een aanraking met de hand mogelijk is (‘tikken’). Wanneer de beide
spelers van het ene team door het andere team zijn ‘getikt’, draaien de rollen om. Nadat de
kinderen het spel zo enige tijd met plezier hebben gespeeld, gaat het mis. Betty en Aron zien Marc
aan het einde van de straat fietsen en zetten de achtervolging in. Als ze dichtbij zijn, steekt Aron zijn
hand uit om Marc te tikken. Helaas schiet Arons voet, waarmee hij net veel kracht zet, van zijn
fietspedaal. Hierdoor maakt Aron een slingerbeweging, waardoor hij in contact komt met de fiets
van Betty, die naast hem rijdt. Betty komt met haar fiets ten val en loopt een gecompliceerde
polsbreuk op.
Tot wie moet Betty zich richten als zij aanspraak op schadevergoeding wil maken? Heeft deze
schadevergoedingsactie kans van slagen?
Modelantwoord:
Aron is de schadeveroorzaker; hij is 12 jaar oud. Art. 6:164 BW: bij kinderen t/m 13 jaar is geen
sprake van een dit kind toe te rekenen onrechtmatige daad (Verheij, nr. 17.5). Grondslag is art. 6:169
luid 1 BW (Verheij, nr. 32); deze bepaling legt een risicoaansprakelijkheid op de ouders van Aron.
Twee vereisten: als een doen te beschouwen gedraging zijdens Aron; daarvan is hier sprake. Tevens
moet beoordeeld worden: stel dat een volwassene de gedraging van Aron zou hebben verricht, zou
dan sprake zijn van een toerekenbare onrechtmatige daad of is in dat geval (kort gezegd) sprake van
‘toelaatbaar’ gedrag? Abstraheren van de leeftijd. Zie arrest Sneeuwballende kinderen. Er is sprake –
ook uitgaande van gedrag van volwassenen - van een sport- en spelsituatie; er geldt een verhoogde
drempel voor aansprakelijkheid. Als dit gedrag zich tussen volwassenen had afgespeeld, zou er geen
toerekenbare OD zijn: er is sprake van een ‘misslag’ die inherent is aan het spel. Verhoogde drempel
voor aansprakelijkheid. Ouders Aron zijn dan ook niet aansprakelijk ex art. 6:169 lid 1 BW voor het
schadeveroorzakende gedrag van Aron. HC 3 en 4.
Casus 3 (5 punten)
Lance is een fanatieke sportschoolbezoeker en een enorme wielerliefhebber. Hij heeft een plan voor
een gespecialiseerde fietsschool waar mensen op hometrainers kunnen fietsen terwijl zij deskundig
advies van hem krijgen. Lance heeft een ruimte gehuurd in de binnenstad van Groningen en hij heeft
tien nieuwe hometrainers gekocht bij fietshandel Breukink. Deze zijn gemaakt door Molteni, een
Nederlandse fabrikant die steeds bekender wordt. Lance heeft zijn fietsschool net geopend, als er
een ongeluk gebeurt met een hometrainer. De stuurpen breekt zomaar af en een fietser valt hard op
de grond. Gelukkig raakt hij niet gewond, maar Lance heeft wel een probleem, want ook van andere
exemplaren breken de stuurpennen zomaar af. Alle hometrainers in Nederland worden door
Molteni ingenomen. Molteni stelt andere fietsen ter beschikking maar dat duurt enkele dagen: in de
tussentijd staat de fietsschool van Lance leeg. Hij moet zijn deuren voor het publiek sluiten en lijdt
hierdoor voor enkele duizenden euro’s omzetschade.
Lance spreekt Molteni en Breukink aan voor de schade die hij lijdt omdat hij dicht moet. Kan Lance
met succes schadevergoeding vorderen van Molteni en/of Breukink? Zo ja, bespreek de mogelijke
grondslag(en) hiervoor. Zo nee, waarom niet?
Modelantwoord:
Lance kan allereerst producent Molteni aanspreken: er is sprake van een gebrekkig product, nu de
hometrainers niet de veiligheid bieden die mag worden verwacht (art. 6:185 lid 1 jo. 186 lid 1 BW).
Producent Molteni is hiervoor in beginsel aansprakelijk, maar de door Lance geleden bedrijfsschade