Islam
Mohammed (570-632) is een gewoon mens en niet goddelijk. Je mag Mohammed niet als
goddelijk zien, omdat je daarmee de eenheid van God bedreigt, je creëert een God naast
God. Mohammed verzet zich tegen het polytheïsme. De kritiek van de islam op het
christendom is dat het een verhuld polytheïsme is. De heilige drie-eenheid – de vader, de
zoon en de heilige geest – is een doorn in het oog van moslims. Toch was Mohammed een
bijzonder mens. Wonderen werden toegeschreven aan hem en vooral orthodoxe moslims
geloofden dat hij geen fouten maakten in zijn leven. Maar hoe weten wij eigenlijk wat over
profeten?
Dan zijn er nog de ahadith (meervoud van hadith), vertellingen over wat de Profeet zei en
deed. De oudste individuele ahadith die bekend zijn, dateren uit de tweede helft van de
achtste eeuw. Voor veel moslims vormen zij de belangrijkste bron van kennis over de islam
naast de Koran. Een hadith bestaat uit twee delen: de vertelling zelf (Matn) en de keten van
overleveraars (Isnad). De meest gezaghebbende hadithverzamelingen zijn die van de
negende-eeuwse islamitische geleerden Boechari en Moeslim. De doorvertellers moesten
van onbesproken gedrag zijn en bekend staan om hun goede geheugen. Verder mochten de
ahadith niet afwijken van de bevestigde standaardoverleveringen. Wetenschappelijk
historisch onderzoek naar de oorsprong van de islam wel bemoeilijkt door het feit dat
archeologisch onderzoek in Mekka niet is toegestaan.
Mohammed trouwde op zijn 25e met een weduwe die veel handelskaravanen bezat. Hij werd
handelsvertegenwoordiger en kwam op zijn tochten in aanraking met joden en christenen.
Mohammed begon zich vaker terug te trekken in een grot buiten de stad. Tijdens ‘de nacht
van de beslissing’, dat is de 27e dag van de maand ramadan, kwam de engel Gabriël tot hem.
Mohammed was toen 40 jaar. Engelen zijn wel intellectuele wezens, maar ze hebben geen
vrije wil. Ze zijn door God geschapen uit licht. Daarin verschillen mensen dus van engelen.
Mensen hebben wel een vrije wil. De engel bracht hem een zijden doek met tekst en toen hij
wakker werd had hij het gevoel dat een heel boek in zijn hart geschreven was.
Twee jaar later ging Mohammed als profeet aan de slag, hij was niet populair bij andere
stammen. De machtigste stam in Mekka, de Qoeraisj, probeerde de profeet uit de weg te
ruimen. In 622 vluchtte Mohammed met zijn volgelingen naar Medina. Medina woonden
verschillende stammen, waaronder ook Joodse, die niet goed met elkaar overweg konden.
Mohammed sloot een verdrag met hen: voortaan zouden ze elkaars religie accepteren en
elkaar nooit aanvallen. Mekka en Medina hadden een paar keer oorlog, maar in 630 trok
Mohammed met een leger naar Mekka en zonder bloedvergieten wist hij de Ka’aba te
bereiken. Hij vergaf zijn vroegere vijanden in voorwaarde dat ze hem trouw zwoeren. De
stammen onderwierpen zich aan de macht van Mohammed en erkende dat Allah machtiger
was dan hun eigen goden. 2 jaar later stierf Mohammed.
,Gespleten
Over de opvolging van Mohammed, ontstonden er verschillende meningen. Oethmaan was
de derde kalief en voerde een nieuwe, meer centralistische politiek waarbij hij veel van zijn
familieleden en stamgenoten belangrijke functies gaf. Ook liet hij de Koran standaardiseren.
De kalief ontnam hiermee de koranvoorlezers hun macht. Zij hadden als wachters van het
heilige boek religieuze en daardoor indirect politieke macht. Hierdoor kreeg Oethmaan veel
tegenstanders. De kalief werd vermoord. Toen volgde Ali hem op. Hij was de neef, stiefbroer
en schoonzoon van de Profeet (Mohammed). Hij had een probleem, want zijn belangrijkste
aanhangers bevonden zich onder de groep die kalief Oethmaan had vermoord, terwijl veel
moslims van Ali verwachtten dat hij de daders zou straffen. Er brak een burgeroorlog uit en
Ali werd neergestoken. Dit was de belangrijkste oorzaak voor de splitsing tussen de
soennieten en de sjiieten. De sjiieten vonden dat de profeet Mohammed alleen door een
rechtstreekse afstammeling kon worden opgevolgd (Ali). Voor de soennieten is het de keuze
van de islamitische gemeenschap. Voor de soennieten belichaamt de islamitische
gemeenschap uit de tijd van deze eerste vier heersers zonder meer de ideale maatschappij.
Uit de chawaaridj is het ibadisme voortgekomen. Ze meenden juist dat de beste moslim
kalief moest zijn, ook al is hij een slaaf. Geloof mag geen reden zijn voor bloedvergieten en
het kan juist zijn kracht behouden door zich aan te passen aan nieuwe omstandigheden.
Alevieten, is een specifieke vorm van sjiisme. Ze worden ook wel de humanisten onder de
moslims genoemd. Belangrijkste principe is dat je elk mens moet accepteren hoe hij is.
Soefisme: verzamelnaam voor verschillende mystieke islamitische stromingen. Deze mystici
willen door vroomheid en meditatie dichter bij god komen. ‘Eenheid van het bestaande’.
Neutraal
Volgens de islam komt de mens neutraal op aarde. Hij is slecht noch goed. Tijdens je leven
maak je keuzes en doe je dingen die bepalen of je goed of slecht wordt. De mens heeft een
vrije wil. Ieders daden zullen tegen elkaar afgewogen worden op de dag van het oordeel.
Door de vergevingsgezindheid van God kunnen mensen de hemel bereiken. Waarom is God
er niet op de moeilijke momenten? Daarvan moet je leren en zonder moeilijke momenten,
zijn er ook geen goede momenten. Balans is goed en God weet meer dan de mens.
Mannen en vrouwen
Als je kijkt naar de sjaria, de islamitische wetgeving die is ontstaan door de interpretatie van
de Koran en de ahadith, dan komt er een heel vrouwonvriendelijk beeld naar voren. Volgens
Barlas kwam de Koran terecht in een maatschappij waar mannen het voor het zeggen
hadden en hebben. Deze mannen legden het heilige boek vanuit hun optiek uit, met alle
gevolgen van dien voor de vrouw in de islamitische wereld. Ook hoofddoek dragen staat een
soort van in de Koran, maar kan op zoveel manieren geïnterpreteerd worden.
De ander
Hoogstwaarschijnlijk volgen de christen na de islam qua beste geloof. In de sjaria ziet het
voor de ongelovige niet best uit en kan je je als moslim beter afzijdig houden van niet-
, moslims. Maar moslimmannen mogen wel met de joodse of christelijke vrouwen trouwen,
maar niet met aanhangers van de Perzische profeet Zoroaster of afgodenaanbidders.
Moslimvrouwen mogen alleen met moslimmannen.
Hoofdstuk 2: Moraal van halal tot djihad
De vijf zuilen
De eerste zuil is de geloofsbelijdenis of sjahada. Dit is een zin die elke moslim dagelijks
meermalen zegt: ‘Er is geen god dan Allah en Mohammed is zijn gezant’. Veel ouders
fluisteren hun baby direct na de geboorte deze zin in. Als je je wilt bekeren tot de islam, is
het in principe voldoende deze zin gemeend uit te spreken. Als man wordt er ook van je
verwacht dat je je laat besnijden.
De tweede is dat moslims ten minste vijfmaal per dag de rituele gebeden, de salat,
uitvoeren. Bidden kan overal, behalve op vrijdag moeten de mannen naar de moskee voor
middaggebed. De gebeden moeten in het Arabisch uitgesproken worden en in de richting
van Mekka. Het gebed begint altijd met de eerste soera uit de Koran, daarna kan je zelf een
soera kiezen. Voor de salat moet je rein zijn, dus je handen wassen etc. De gebeden zijn op
vaste tijden, maar die tijden variëren per dag, afhankelijk van de stand van de zon. In het
gebed is iedereen gelijk en probeer je God te leren kennen.
Ten derde is het belangrijk een aalmoes, zakat, aan de armen te geven. Vaak jaarlijkse
donatie van 2.5% van het gespaarde privékapitaal.
De vierde zuil is het vasten tijdens de maand ramadan (saum of siyam). Elke maand schuift
de ramadan elf dagen op.
De laatste zuil is de pelgrimstocht naar de heilige stad Mekka in Saoedi-Arabië. In Mekka
staat de Ka-aba, het belangrijkste heilige gebouw van de islam. Voor niet-moslims is het er
verboden. De eerste profeet Adam bouwde de Ka’aba en later heeft Abraham ff opknapbeurt
gegeven. Ten tijde van Mohammed stond de Ka’aba vol met beelden van verschillende
goden. Het vereren van meerdere goden en van beelden was bij Mohammed niet
toegestaan, dus die beelden zijn allemaal weg.
Halal
Varkensvlees is verboden, maar ook vlees van carnivoren en van dieren die spontaan
gestorven zijn, is niet toegestaan. De slager moet de dieren op een speciale manier slachten.
De beesten moeten met hun kop in de richting van Mekka staan en tijdens het slachten moet
de slager de woorden: ‘in de naam van God, God is groot’ uitspreken. Met één haal dient hij
het dier te doden, waardoor het dier zo snel mogelijk het bewustzijn verliest en het leeg
bloedt. Moslims mogen namelijk geen bloed eten.