Inhoud
Hoofdstuk 1 – Geest, gedrag en psychologische wetenschap.................................................................2
Hoofdstuk 2 – biopsychologie, neurowetenschappen en de menselijke aard........................................5
Hoofdstuk 3 – Sensatie en perceptie......................................................................................................9
Hoofdstuk 4 – Leren en omgeving........................................................................................................12
Hoofdstuk 5 – Geheugen......................................................................................................................15
Hoofdstuk 6 – Leren en intelligentie.....................................................................................................17
Hoofdstuk 7 – Psychologische ontwikkeling.........................................................................................21
Hoofdstuk 8 – Vormen van bewustzijn.................................................................................................25
Hoofdstuk 9 – Motivatie.......................................................................................................................28
Hoofdstuk 10 – Persoonlijkheid: Theorieën van de gehele persoon.....................................................32
,Hoofdstuk 1 – Geest, gedrag en psychologische
wetenschap
Kernconcept 1: psychologie is de wetenschap van gedrag en geestelijke processen
Interne processen: denken, voelen, herinneren niet zichtbaar
Externe processen: praten, glimlachen, lopen wel zichtbaar
Soorten psychologen
1. Experimenteel psychologen: onderzoeken van elementaire psychologische processen
2. Toegepast psychologen: kennis van experimenteel psychologen toepassen om problemen van
mensen op te lossen
arbeids- en organisatie, sportpsychologen, schoolpsychologen, klinisch psychologen en
counselors, forensisch psychologen, omgevingspsychologen, gerontopsychologen
3. Docent psycholoog: primaire taak is het geven van onderwijs
Psychologie is een groot terrein met de nadruk op onderzoek. Psychiatrie is een medische invalshoek
vanuit de geneeskunde, waarbij gedragsproblemen of geestelijke problemen vanuit een medisch
perspectief en vaak met behulp van medicatie behandeld worden. Psychologen mogen geen
medicatie voorschrijven, en werken bij complexe problematiek vaak samen met psychiaters.
Pseudopsychologie zijn niet-onderbouwde psychologische aannamen die als wetenschappelijke
waarheden worden gepresenteerd (horoscopen, handpalmen lezen).
Vaardigheden voor kritisch denken om psychologische ondervindingen te onderscheiden van
pseudopsychologie of zelfs verzonnen fenomenen:
1. Wat is de bron? Is deze betrouwbaar en objectief?
2. Is de bewering redelijk of extreem?
3. Wat is het bewijsmateriaal? Is dit anekdotisch bewijsmateriaal of wetenschappelijk
bewijsmateriaal?
4. Kan de conclusie beïnvloed zijn door een bias? (emotionele bias, conformation bias)
5. Worden veelvoorkomende denkfouten vermeden? gezond verstand is niet genoeg,
correlatie is geen causaal verband
6. Zijn voor het oplossen van het probleem verschillende invalshoeken nodig?
Kernconcept 1.2: zes belangrijke perspectieven domineren snel het veranderende veld van
de moderne psychologie; het biologische, cognitieve, behavioristische, whole-person-,
ontwikkelings- en socioculturele perspectief. Allen kwamen voort uit radicaal nieuwe
ideeën over geest en gedrag.
1. Het biologische perspectief
Descartes: scheiding van geest en lichaam biologische verklaringen voor geestelijke processen in
plaats van spirituele krachten. Descartes behoorde tot de rationele denkwijze.
Het moderne psychologische perspectief beschouwt de geest als een product van de hersenen.
Oorzaken van ons gedrag worden door biologisch psychologen gezocht in lichamelijke processen. Er
zijn twee soorten biologische psychologie. Neurowetenschap focust zich op hoe de hersenen
mentale processen creeëren. Evolutionair psychologen verklaren mentale processen vanuit
genetische aanpassingen in het brein voor overleving en voortplanting.
, 2. Het cognitief perspectief
Volgens Wilhelm Wundt en William James kan de wetenschappelijke methode voor onderzoek
worden toegepast op het bestuderen van de geest. Hierbij wordt de nadruk gelegd op cognitieve
geestelijke activiteiten (waarnemen, interpretaties, verwachtingen).
3. Het behavioristisch perspectief
Volgens John Watson en BF Skinner moet de psychologie de wetenschap zijn van enkel observeerbaar
gedrag, aangezien geestelijke processen niet gecontroleerd of bewezen kunnen worden. Hierbij wordt
de invloed van de prikkels om ons heen als consequentie van ons gedrag onderzocht.
4. Perspectief van de whole person
Psychodynamische psychologie: persoonlijkheid en psychische stoornissen komen voort uit
onbewuste processen (Sigmund Freud).
Humanistische psychologie: psychologie moet meer nadruk leggen op menselijke groei en potentie
dan op problemen. Onze aangeboren behoefte om te verbeteren moet verwezenlijkt worden. (Carl
Rogers en Abraham Maslow). Van grote invloed geweest op therapie en counseling.
Psychologie van karaktertrekken en temperament: individuelen kunnen worden begrepen door te
kijken naar hun temperament en karaktertrekken. Ieder mens is opgebouwd uit een combinatie van
temperament en karaktertrekken. Deze unieke persoonlijkheidskenmerken zijn tijd en situatie
bestendig. (de oude grieken)
5. Ontwikkelingsperspectief
Mensen veranderen aan de hand van een interactie tussen omgeving en genen. Deze voorspellen
patronen in gedrag en geest (Mary Ainsworth, Jean Piaget). Mensen veranderen voorspelbaar als
nature en nurture door een leven heen veranderen.
6. Sociocultureel perspectief
Sociale culturele invloeden kunnen krachtiger zijn dan alle andere invloeden op de geest. De situatie
neemt de overhand in gedrag en geest. (Stanley Milgram, Philip Zimbath). Cultuur is van grote invloed
op hoe mensen zich ontwikkelen. Crossculturele psychologen beoordelen de wetten van de
psychologie aan de hand van etnische en culturele normen.
In het kort:
1. Biologisch perspectief: zenuwstelstel, hormoonstelsel, genetica, fysieke kenmerken
2. Behavioristisch perspectief: leren, beheersing gedrag door omgeving, stimuli en responsen
3. Ontwikkelingsperspectief: verandering in functioneren tijdens het leven, erfelijkheid en
omgeving
4. cognitieve perspectief: mentale processen, geest als computer, hoe emotie en motivatie
gedachten en perceptie beïnvloeden
5. whole person: psychodynamisch, humanistisch, karaktertrekken en temperament
6. socioculturele perspectief: sociale invloed op gedrag en mentale processen, functioneren
individu in groep, culturele verschillen
kernconcept 1.3: Psychologen gebruiken de wetenschappelijke methode om hun ideeën
empirisch te toetsen.
, De wetenschappelijke methode werpt ideeën onder aan onderzoek, om ze te bewijzen of te
verwerpen. Met empirisch onderzoek wordt objectieve informatie direct verzameld door metingen
die gebaseerd zijn op sensorische ervaringen of observatie. Het doel is om uiteindelijk een theorie te
vormen, een toetsbare verklaring voor meerdere, tegelijkertijd optredende feiten of observaties.
Deze kan feiten verklaren, en getest worden.
De wetenschappelijke methode
1. hypothese: aan de hand van variabelen die geformuleerd zijn met operationele definities
objectief je verwachtingen vastleggen voor je het onderzoek gaat uitvoeren
2. objectieve data verzamelen: objectief systematisch data verzamelen, experimentele groep en
een controlegroep
3. resultaten analyseren
4. resultaten publiceren, bekritiseren, repliceren (onderzoek laten uitvoeren door andere
wetenschappers om resultaten te vergelijken)
5 soorten psychologisch onderzoek
1. Experiment
2. Correlatieonderzoek positieve, negatieve of geen correlatie
3. Surveys
4. Natuurlijke observaties
5. Gevalstudie (gericht op 1 persoon)
Vertekeningen van resultaten kunnen ontstaan wanneer onderzoekers werken met een bias. Een
emotionele bias heeft een aanname, voorkeur of ingebakken opvatting invloed op de mening, en
daarmee ook de objectiviteit van een onderzoeker. Een expectancy bias treed op als de waarnemer
zich in het onderzoek laat leiden door wat er verwacht wordt. Dit kan doormiddel van placebo
voorkomen worden, waarbij een blind onderzoek ervoor zorgt dat de experiment groep niet weet dat
zij een medicijn wel krijgen, en de controlegroep niet weet dat hun medicijn geen effectieve stof
bevat. In een dubbelblind onderzoek weten onderzoeker en proefpersoon zelfs allebei niet wie de
werkende stof krijgt.
Ethische kwesties zorgen ervoor dat de lezer van een rapport vaak geïnformeerd wordt over dat er
toestemming is verleend voor het onderzoek. Maar misleiding om een reactie te onderzoeken
gebeurd wel. Ook kunnen gebruikers van sociale media via hun algoritme worden onderzocht.
Dierproeven worden in Nederland streng gecontroleerd en mogen alleen als het niet anders kan, ook
al zijn hier alsnog veel mensen tegen.