FS Bot (week 2)
Leerdoelen
• De student kan de opbouw van (pijp)beenderen beschrijven (REP)
• De student kan de rol van botweefsel bij de calciumregulatie en bloedaanmaak
uitleggen (VER)
• De student kan uitleggen hoe groei van botweefsel plaatsvindt en welke factoren
hierop van invloed zijn (VER)
• De student kan uitleggen hoe herstel van botweefsel na een fractuur plaatsvindt
(VER)
Terminologie
Osteoclast, osteoblast, osteocyt, kraakbeen, plexiform been, spongieus been,
compact been, primaire verbeningskern, secundaire verbeningskern, desmale,
verbening, enchondrale verbening, epifyse, diafyse, metafyse, epifysair schijf, periost,
endost, kanalen van Havers/Volkmann, groeihormoon, parathormoon, calcitonine,
schildklierhormoon, geslachtshormonen, osteoporose.
*Onderaan document uitgewerkt
Functie van botweefsel (bot is bindweefsel)
• Stevigheid: zorgt ervoor dat je lichaam niet in elkaar zakt
• Aanhechting voor spieren
• Aanmaak bloed
• Bescherming : bescherming van de organen. Bijv. de borstkas
• Opslag calciumfosfaat: bot is een belangrijke opslag plaats van calcium. Zonder
calcium kan er geen spiercontractie plaats vinden.
Calcium regulatie
In het bloed moet een constante hoeveelheid calcium aanwezig zijn, dit wordt geregeld
door een twee tal hormonen:
• Parathormoon: komt vrij wanneer er te weinig calcium in bloed aanwezig is. Het
parathormoon stimuleert de afbraak van bot om extra calcium aan het bloed te
geven. Het parathormoon stimuleert dus de osteclasten om extra calcium uit het
bot te halen en aan het bloed te geven.
• Calcitonine: komt vrij wanneer er te veel
calcium in het bloed aanwezig is. Calcitonine
stimuleert de osteoblasten en de opslag van
calcium in het bot. Dus bij te veel calcium in
het bloed wordt het bot opgebouwd.
Beide hormonen worden aangemaakt door de
schildklier.
Er wordt veel meer calcium uit groente opgenomen
dan uit zuivel.
Vitamine D: stimuleert opname calcium vanuit de
darmen in het bloed. Dit betekend dat wanneer je
een vitamine D te kort hebt, er calcium verloren gaat
via je ontlasting.
, Functie van Calcium
• Buffer: neutraliseren van zuren in het bloed
• Stolling: op het moment dat een bloedvat beschadigd is, speelt calcium een rol bij
de stolling van het bloed.
• Stevigheid: calcium houdt het bot hard, zonder calcium is het bot zo buigzaam
als een pees
• Neurotransmitter release: zonder calcium buiten de neuronen, kan er geen
neurotransmitter release zijn. Als dit niet mogelijk is, kunnen de neuronen niet
met elkaar communiceren.
• Spiercontractie: zonder calcium kan er geen spiercontractie zijn omdat calcium
hecht aan troponine wat ervoor zorgt dat het vlies tropomyosine aan de kant
schuift. Hierdoor kunnen de myosinekopjes aan de bindingsplaatsen hechten
voor spiercontractie.
Bouw botweefsel
• Cellen
(onderstaande cellen worden ook wel mestcellen genoemd, dit zijn vaste cellen in bindweefsel)
o Osteoblasten (bouwen botweefsel op)
o Osteoclasten (breken botweefsel af)
o Osteocyten (onderhouden botweefsel)
• Matrix
o Water: 20% in bot is ongeveer water. (functie: transport/ diffusie van voedingstoffen)
o Vezels:
Collageen: zonder collageen zou het bot zo breekbaar zijn als een krijtje.
Bij de bot aandoening osteogenesis imperfecta: dan zit er te weinig
collageen in het bot waardoor een bot erg snel breekt. Collageen zorgt er
voor dat het bot een beetje kan buigen bij beweging waardoor het bot
minder snel breekt.
o Grondsubstantie: PG/ GAG (proteoglycanen en glycosaminoglycanen).
Vormen samen de grondsubstantie. Functie: bind water en vezels in elkaar.
o Calciumfoafaat: calcium maakt het bot hard, zonder calcium zout het bot zot
buigzaam zijn als een pees.
Structuur bot (1/3)
Soorten beenderen (verschillende soorten botten)
• Platte beenderen: sternum, scapula, ribben, bekken, schedel
• Pijpbeenderen : langwerpige beenderen, humerus, radius, ulna, vingerkootjes
• Onregelmatige beenderen: wervels, hand- voetwortel beentjes
Deze soorten beenderen bestaan uit verschillende soorten botweefsel (of een
combinatie daarvan)
• Compact been: lamellair opgebouwd hard bot
• Spongieus been: opgebouwd uit trabecula (=botbalkjes)
• Plexiform been: overgang bindweefsel naar bot (been in opbouw)