Samenvatting corporate finance
Hoofdstuk 1 – introduction to corporate finance
1.1 Corporate finance and the financial managers
Corporate finance is samen te vatten in drie vragen:
- Welke lange termijn investeringen zou je moeten doen?
- Waar haal je op de lange termijn het geld vandaan voor die investering?
- Hoe beheer je je dagelijkse financiële activiteiten?
De mensen die het meeste profijt hebben van een financieel goed lopende onderneming, de
aandeelhouders, bemoeien zich meestal niet bij het maken van beslissingen. In hun plaats
bestaat er meestal een FD (financiële directeur) of een CFO (chief financial officer).
Het verschil het accounting deel van het bedrijf en het ‘finance’ deel is dat het finance deel
zich bezig houdt met de drie hoofdvragen (zie hierboven) en accounting verzamelt en
verwerkt de financiële resultaten (financial accounting) waarna er een beslissing genomen
kan worden (management accounting).
De eerste hoofdvraag heeft te maken met het plannen van lange termijn investeringen. Dit
noem je ook wel capital budgeting. Het doel van capital budgeting is dat de financiele
manager onderzoekt welke investeringsmogelijkheden meer geld opbrengen dan dat ze
kosten. Je kijkt vooral naar de grootte, timing en het risico van de investering.
De tweede hoofdvraag houdt zich bezig met de lange termijn financiering voor de
investeringen. De capital structure van een bedrijf bestaat uit de mix van vreemd vermogen
lang en eigen vermogen. Door deze mix kun je zien of je het meeste geld kwijt bent aan
eigen vermogen (aandeelhouders) of vreemd vermogen lang. Er is geen ‘beste
samenstelling’, elk bedrijf heeft zijn eigen manier. Naast het kijken hoeveel geld ze kwijt zijn
aan vermogen, moeten ze ook kijken hoe ze nou eigenlijk aan het vermogen komen, de
keuze tussen verschillende soorten leningen etc,is ook een taak voor de financiele manager.
De derde hoofdvraag houdt zich bezig met working capital management. Met andere
woorden; met de vlottende activia en vreemd vermogen kort. De financiele manager moet
op dat gebied beslissen of een bedrijf op rekening gaat verkopen, hoeveel voorraad er moet
zijn, etc etc.
1.2 The goal of financial management
Gezien de positie van de finaciele manager, de vertegenwoordiger van de aandeelhouders,
moet de manager ook beslissingen nemen die het beste zijn voor de aandeelhouders. Het
doel van het financiele management is dan ook het maximaliseren van de marktwaarde van
de aandelen van het vermogen. Corporate finance kun je dus ook wel de studie die zich bezig
houdt met de relatie tussen bedrijfsbeslissingen en de waarde van het vermogen van het
bedrijf.
Als een bedrijf echter geen uitstaande aandelen heeft, moet je een ander doel kiezen. Dan
kies je voor; maximaliseren van de marktwaarde van het eigen vermogen.
1.3 Financial markets and the corporation
Ondanks dat een bedrijf geen aandelen verhandeld, is de aandelenmarkt alsnog van belang
voor ze, omdat het informatie kan geven over de positie van de concurrenten.
Binnen de financiele markt bestaan er primaire en secundaire markten.
In een primaire markt is de transactie tussen het bedrijf als verkoper en het bedrijf krijgt geld
voor de verkoop. Bedrijven bevinden zich in twee primaire markten; public offerings en
,Samenvatting corporate finance
private placements. Private placements zijn verkopen waarin er onderhandeld wordt met
één specifieke koper, public offerings zijn normale verkopen
Bij secundaire markten verkoopt een eigenaar iets aan iemand anders. Denk bijvoorbeeld
aan obligaties. Secundaire markten bestaan uit soorten; dealer en veiling (auction). Een
dealer verkoopt voor zichzelf, en draagt ook zijn eigen risico. Bij een veiling is er een fysieke
locatie en is er maar een beperkte rol voor de dealers, het is een samenspel tussen koper en
dealer.
Private placements
Primaire
markten Public offerings
Dealer
Secundaire
markten
Auction
Hoofdstuk 2 – corporate governance
2.1 Forms of business organization
Sole proprietorship (eenmanszaak):
- Één eigenaar
- Makkelijkste om mee te beginnen
- Eigenaar krijgt alle winst, maar is ook volledig aansprakelijk
- Bedrijf stopt als eigenaar overlijdt
- Wordt ook wel micro company genoemd
Partnership (VOF):
- Lijkt op eenmanszaak, maar dan met meer eigenaren
- Eigenaren delen winst, maar hebben allen volledige aansprakelijkheid bij general
partnership. Andere variant is dat een 1 of 2 partners general partners zijn, en er ook 1 of
meerdere limited partners zijn.
- General partners leiden de organisatie, limited partners doen niet actief mee.
- Groot belang van een geschreven overeenkomst om miscommunicatie te voorkomen
Nadelen van de twee bovenstaande vormen:
- Volledige aansprakelijkheid
- Gelimiteerde bestaan van het bedrijf
- Moeilijk om te wisselen van eigenaar
Corporation(BV):
- Een rechtspersoon
- ‘articles of incorporation’ & ‘memorandum of associtation’ nodig om op te richten.
- Scheiding tussen eigenaarschap en management
- Grote bedrijven
- Nadeel: dubbel belasting want dividendbelasting en vennootschapsbelasting
- Regels etc verschillen tussen landen
, Samenvatting corporate finance
2.2 The agency problem and control of the corporation
Een probleem dat zich vooral voordoet in de VS, GB en Ierland is het agency probleem tussen
management en aandeelhouders. Vooral in die landen zijn er heel veel aandeelhouders, dus
eigenaarschap is heel erg verspreid. De controle ligt dan dus eigenlijk bij het management. Zal het
management zich dan blijven focussen op de doelstelling ‘het beste voor de aandeelhouders’? De
relatie tussen het management en de aandeelhouders heet een type 1 agency relatie.
Agency costs noem je de kosten van de ‘conflict of interest’ tussen het management en de
aandeelhouders. Die kosten kunnen direct en indirect zijn. Een voorbeeld van die kosten is een
gemiste kans voor een investering, die geld had opgeleverd.
Binnen directe agency costs heb je twee vormen;
- Een uitbreiding die irrelevant is voor de aandeelhouders, maar voor het management is.
Bijvoorbeeld een prive jet
- Kosten die ontstaan omdat het management in de gaten gehouden moet worden.
Het management is vaak te voorzichtig, om hun baan te behouden. Door het nemen van risico’s
zouden de aandeelhouders veel meer geld kunnen verdienen.
Twee belangrijke indicatoren om te kijken in hoeverre het management in het belang van de
aandeelhouders werkt:
- In hoeverre liggen de doelen van het management en de aandeelhouders op een lijn?
- Kunnen de managers worden vervangen als ze niet handelen in het belang van de
aandeelhouders?
Twee dingen waardoor het management vaak gemotiveerd is om zo veel mogelijk winst te maken:
- Het koppelen van bonussen en winst, dit heet managerial compensation. De financiele
resultaten bepalen hoeveel de managers verdienen.
- Kansen om door te groeien binnen hetzelfde bedrijf
De aandeelhouders stemmen het bestuur bij elkaar, dit is een van de shareholder rights. Zo houden
de aandeelhouders hun control of the firm. Er zijn twee stemprocedures. Bij cummulative voting
worden alle bestuursleden in een keer gekozen. Bij straight voting wordt elk bestuurslid apart
gekozen. Door middel van een proxy geef je een andere aandeelhouder toestemming om namens
jou te stemmen. Vaak zijn er ook nog verschillende klassen aandelen.
Naast het recht om te stemmen, hebben aandeelhouders het recht:
1. Op dividend
2. Op activa na liquidatie
3. Op stemming bij grote gebeurtenissen, zoals een fusie.
Ook de relatie tussen dominante en andere aandeelhouders kent een agency probleem, dat is het
type 2 agency probleem. Problemen kunnen hierbij ontstaan onder andere door related party
transaction. Een aandeelhouder kan er voordeel uit halen als een bedrijf met prijzen stunt, als
diegene ook aandelen heeft van een ander bedrijf.
Een derde partij die te maken heeft met het bedrijf zijn de stakeholders. Zij maken geen deel uit van
de crediteuren of de aandeelhouders, maar ontvangen toch geld van de organisatie. Bijvoorbeeld
personeel en de overheid.
2.3 International corporate governance
Er zijn drie soorten wetten waaraan een bedrijf zich moet houden, elk land heeft een soort. Denk aan
common law, bijvoorbeeld in de VS. Civil law in Europa. Religious law, in Iran. De soort wetten heeft
heel veel invloed op een bedrijf. Vooral als sommige activiteiten verboden worden door religieuze
overwegingen.