Fiona M. Wilson - Organizational Behaviour and Work
Hoofdstuk 1
Belangrijke kwesties met betrekking tot mensen en werk.
- Globalisatie: globale circulatie van goederen, diensten en kapitaal (informatie, ideeën en
mensen). Het is belangrijk dat de voordelen van globalisatie over de hele samenleving
verdeeld zijn, zodat globalisatie niet tot meer ongelijkheid leidt. Ook mag het niet leiden tot
mensenhandel.
- Er is steeds meer nadruk op MVO (CSR, corporate social responsibility), waar vooral gefocust
wordt op het proces i.p.v. de uitkomst, het is dus vooral belangrijk dat mensen en organisaties
bezig zijn met ‘people, planet, profit’.
- Door globalisatie wordt er meer nadruk gelegd op ondernemerschap.
- De bevolking wordt steeds ouder door de hogere levensverwachting. Oudere mensen hebben
het moeilijk doordat ze discriminatie ervaren. Zo krijgen ze minder snel een baan of training.
- Door de hogere levensverwachting komen er ook meer mensen met beperkingen. Zij ervaren
ook discriminatie. Dat probleem ligt in de ‘beperkte wereld’.
- Afgestudeerden krijgen makkelijker een baan dan vroeger en dan mensen die niet hebben
doorgeleerd.
- Er komt steeds meer werkloosheid.
- Er wordt gediscrimineerd op de werkvloer op basis van ras, religie en etniciteit.
- Het nationale inkomen wordt hoger, maar er komt ook meer ongelijkheid en steeds minder
sociale mobiliteit (dus mensen kunnen minder snel ‘een klasse hoger/lager’ komen). Dit komt
omdat financiële druk ervoor zorgt dat mensen in een lagere klasse sneller gaan werken dan
studeren, zodat ze een inkomen krijgen.
- Steeds minder mannen werken, steeds meer vrouwen werken. Er blijft een groot verschil, want
komt door functiescheiding (‘mannenbanen’ en ‘vrouwenbanen’)
- Ouders krijgen steeds minder kinderen.
- Vrouwen krijgen steeds vaker helemaal geen kinderen.
- Vrouwen krijgen steeds vaker hogere functies, maar hoe hoger de functie, hoe minder
vrouwen er werken. Dit komt deels omdat vrouwen in managementposities niet worden
beschouwd als natuurlijke bondgenoten.
- Mannen veranderen bijna niks aan hun werk voor hun kinderen, vrouwen juist heel veel.
- Er worden steeds meer uren gewerkt.
- Er wordt steeds meer ‘parttime’ gewerkt.
- Er wordt steeds meer thuis gewerkt.
- Steeds meer mensen zoeken overeenstemming met normen en waarden met de organisatie
waar ze voor werken.
Hoofdstuk 3
Managers staan onder leiders.
Manager VS. Leider
Verantwoordelijk ‘In charge’
Monitoren van status bedrijf Complexe problemen
Problemen oplossen als ze opkomen Heroïsch
Stabiliteit behouden
Iedereen doet aan managen, maar managers zijn hiertoe opgeleid en aangesteld en hebben controle en
macht en gezag over groep mensen (dus die mensen hebben vrijwillige bereidheid t.o.v. manager).
, Fayol: Functies van manager:
- Plannen
- Organiseren
- Motiveren
- Controleren
Steward: Managers discussiëren vooral (50% vd tijd) en verder wisselen ze snel tussen activiteiten.
5 typen managers:
- Emissary: vertegenwoordiger
- Writers: documenteren, beleidsmatig
- Discussers: interpersoonlijk
- Troubleshooters: meest gefragmenteerd, dus vaak crisis
- Committee men: vergaderingen, in organisatie
Mintzberg: Onderzoek naar managers d.m.v. observatie: 4 mythen over management:
- Managen is reflectief en systematisch plannen > NIET want managers houden van actie, niet
van reflectie.
- Effectieve manager voert geen ‘gewone’ taken uit > NIET want ook managers hebben
routinematige activiteiten.
- Hogere manager heeft informatie nodig van formeel informatiesysteem > NIET want meestal
wordt mondeling of vanuit ervaring informatie gedeeld, dus beslissingen uit intuïtie.
- Managen is een wetenschap/professioneel beroep > NIET want informatie is niet systematisch
overwogen, bewijsmatig en analytisch.
Zijn andere theorie: managers hebben verschillende rollen:
Interpersonal roles Information roles Decisional roles
Figure head (voor ceremonies Monitor Entrepreneur
e.d.)
Leader Disseminator (informatie Disterbance handler
delen)
Liaison (relaties leggen tussen Spokesperson Resource allocator
mensen)
Negotiator
Kotter: vergelijkt zijn data met Mintzberg en Steward. Conclusie:
- Werk manager is reactief i.p.v. proactief
- Gevarieerd, gefragmenteerd en onderbroken
- Goed met mensen kunnen omgaan is belangrijk
- Persoonlijk netwerk en politieke vaardigheden belangrijk.
Drucker: managers zouden…
- economische prestaties tot prioriteit maken, want daarvan zijn ze afhankelijk;
- productief moeten zijn met werknemers en materialen;
- werkers en werk moeten managen.
Wat een beroep professioneel maakt:
- Gespecialiseerde vaardigheden
- Intellectuele en praktische opleiding
- Professionele integriteit d.m.v. een professioneel orgaan, welke toegang tot het beroep
verschaft
Midden management lastig want: