100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Fysiologie Samenvatting Anatomie en fysiologie van de mens €2,99
In winkelwagen

Samenvatting

Fysiologie Samenvatting Anatomie en fysiologie van de mens

 15 keer bekeken  1 keer verkocht

Fysiologie/endocrinologie en nieren Samenvatting DAW 3.1 Anatomie en fysiologie van de mens (Grégoire) - Hoofdstuk 11.1-11.8 - Hoofdstuk 8

Voorbeeld 2 van de 13  pagina's

  • Nee
  • H11.1-11.8, h8
  • 31 oktober 2019
  • 13
  • 2019/2020
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (19)
avatar-seller
bentebrandsma
Endocrinologie en
Nieren
Anatomie en fysiologie van de mens



Hoofdstuk 11. Hormonale stelsel
Twee stelsels die afstemming van vegetatieve functies (voor levensonderhoud lichaamscellen)
verzorgen en die nauw samenwerken:
- Hormonale stelsel  trage werking, effect van lange duur.
- Zenuwstelsel  snelle werking, effect van korte duur, werkt met impulsen.


11.1 Algemene werking van hormonen
Hormoon  chemische boodschapperstof die door gespecialiseerde kliercellen wordt geproduceerd,
aan het bloed wordt afgegeven en elders in lichaam in werking treedt  interne secretie (aan
inwendig milieu afgegeven).
Meeste hormonen gemaakt door endocriene cellen (houden zich alleen bezig met product bepaald
hormoon en zijn daarom gespecialiseerd) of soms door neurosecretoire cellen (gespecialiseerde
zenuwcellen die in nauw contact staan met het zenuwstelsel en bepaalde hormonen aan het bloed
afgeven). Gewone lichaamscellen kunnen ook hormoonachtige stoffen produceren en werken in
omringende omgeving. Hormoon heeft alleen invloed op cellen dat voor specifiek hormoon gevoelig
zijn  doelwitcellen, en wanneer dat onderdeel van een orgaan is  doelwitorgaan.

11.1.1 Steroïdhormonen en peptidehormonen
Op basis van chemische structuur en het effect op doelwitorganen twee groepen:
- Steroïdhormonen  vetachtige, aan cholesterol verwante stoffen (geslachtshormoon,
bijnierschorshormoon). Gaat orgaan binnen en in het cytoplasma bindt het hormoon zich aan
receptoreiwit en vormt een hormoonreceptorcomplex  dringt door in celkern en bindt op
bepaalde plaats aan DNA wat een signaal is voor DNA om aanmaak van bepaalde eiwitten
(meestal enzymen) te starten of juist af te remmen
- Peptidehormonen  eiwitten (insuline, groeihormoon). Doelwitcellen hebben gevoelige
receptor in celmembraan, die past bij molecuulstructuur van hormoon  binding met
receptor en dan gaat cel reageren  het verkleint (of vergroot) doorlaatbaarheid
celmembraan voor bepaalde stoffen of verlaagt (of verhoogd) stofwisselingsniveau  gevolg
meer of minder enzymafgifte.

11.1.2 Regelkringen
Pas effect van het hormoon als bepaalde concentratie in het bloed zit, wat afhankelijk is van het
evenwicht aanmaak en afbraak ervan  lever doet continu hormoonafbraak tot hormonen uit het
bloed zijn, maar heeft geen functie van regulatie. Regelkring  zorgen om concentratie op peil te
houden. Elke hormoonklier en het daar geproduceerde hormoon maakt deel uit van een eigen
regelkring, met een belangrijke stap  negatieve terugkoppeling  een van de schakels in

, regelkring wordt geremd in zijn activiteit waardoor schakels in de kring ook minder actief worden.
Hormoonspiegel  concentratie schommelt rond een voor dat hormoon kenmerkend niveau.


11.2 Het hypothalamus-hypofysesysteem
Hypothalamus-hypofysesysteem gevormd door twee organen:
- Hypothalamus  onderdeel hersenstam en bestaat uit zenuwvezels, waarvan sommigen in
hypofyse eindigen.
- Hypofyse (hersenaanhangsel)  kleine hormoonklier die met dunne verbinding
(hypofysesteel) onderaan hypothalamus hangt. Het is gedeeltelijk endocrien en gedeeltelijk
zenuwweefsel. Ook wel centrale klier (mastergland) genoemd van het hormoonstelsel omdat
hij veel andere hormoonklieren in het lichaam aanstuurt. Op zijn beurt onder controle van
hypothalamus.
Hypothalamus en hypofyse nauw met elkaar verweven. Dit systeem is belangrijke functioneel
anatomische relatie tussen het hormoonstelsel en het zenuwstelsel.


11.3 Hypofyse
Twee delen:
- Achterste deel  neurohypofyse (bestaat uit zenuwweefsel)
- Voorste deel  adenohypofyse (endocrien weefsel)

11.3.1 Neurohypofyse
Vanuit hypothalamus zenuwvezels naar neurohypofyse  twee peptidehormonen dia in
hypothalamus zijn gemaakt worden aan neurohypofyse afgegeven die ze opslaat en zo nodig afgeeft
aan het bloed  neurosecretie. Dus neurohypofyse geen hormoonproducent, maar alleen
doorgeven. De twee peptidehormonen:
- Antidiuretisch hormoon (ADH)/vasopressine  aanmaak wanneer osmosensoren in
hypothalamus stijging van osmotische waarde in bloed registreren (te hoog kan door te hoog
zoutgehalte en/of te laag watergehalte). Het is werkzaam in nieren (dus doelwitorgaan).
Hormoon veroorzaakt verminderde wateruitscheiding door nieren. Regelkring met negatieve
terugkoppeling:
Osmosensoren in hypothalamus registreren hoge osmotische waarde  hypothalamus
wordt gestimuleerd om ADH te maken  via neurohypofyse komt ADH in het bloed 
nieren scheiden minder water uit  osmotische waarde bloed daalt  osmosensoren
registreren lagere osmotische waarde  hypothalamus wordt geremd in de afgifte van ADH.
- Oxytocine  bij vrouwen aanmaak eind zwangerschap toename. Oxytocine veroorzaakt
contractie van gladde spierweefsel, met name in baarmoederwand. Progesteron verhoogd
tijdens zwangerschap en dat maakt het gladde spierweefsel ongevoelig voor oxytocine.
Bevalling  progesteron daalt en oxytocine stijgt  weeën. Oxytocine bevordert ook gladde
spierweefsel in melkklieren  toeschietreflex (moedermelk schiet naar tepels) waarbij het
zuigen van de baby de prikkel is voor de reflex. Prikkel zet hypothalamus aan tot productie
oxytocine. Horen of zien van de baby kan bij de moeder al een prikkel zijn van de
toeschietreflex. Verhoogde oxytocineproductie tijdens zogen kan leiden tot opnieuw
samentrekken van baarmoederwand  naweeën  nodig om opgerekte baarmoeder weer
naar oorspronkelijke afmetingen te krijgen (moeder voelt alleen een kriebel in haar buik,
soms pijnlijk).
Oxytocine ook wel knuffelhormoon genoemd  verstevigd namelijk band van moeder en
kind, maar ook tussen geliefden.
Bij man ook in mindere mate gemaakt  stimuleert samentrekking van zaadleiders.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bentebrandsma. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 50064 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd