Samenvatting
Samenvatting Hoofdstuk 6
Dit is een samenvatting van hoofdstuk 6 van het vak Rechtseconomie dat wordt gegeven op de Universiteit Leiden. Deze samenvatting is 7 pagina's lang.
[Meer zien]Voorbeeld 2 van de 7 pagina's
Voorbeeld 2 van de 7 pagina's
In winkelwagengesponsord bericht van onze partner
Gekoppeld boek
Titel boek:
Auteur(s):
- Uitgave:
- ISBN:
- Druk:
Voorbeeld van de inhoud
Hoofdstuk 6: Geschilbeslechting6.1 Inleiding
- We gingen er steeds vanuit dat mensen rekening houden met de schadevergoeding die zij
eventueel moeten betalen.
- Dit werkt alleen als die schadevergoeding ook daadwerkelijk afdwingbaar is, door bijv. de
rechter.
- Dus zonder de mogelijkheid van een beroep op de regels van civiele rechtsvordering zou er van
de het en der in vorige hoofdstukken beloofde efficiënte uitkomsten alsnog weinig terechtkomen.
- De burgerlijke rechter is hier dus belangrijk.
- Als de dader niet uit zichzelf tot betaling van schadevergoeding overgaat, dan zal het slachtoffer
ongetwijfeld overwegen om naar de rechter te stappen. Maar daaraan zijn kosten verbonden, in
de vorm van tijd en van geld.
- Die proceskosten zouden, zeker bij een kleinere vordering, best wel eens zo goog kunnen
zijn, dat het voor het slachtoffer niet lonend is om een rechtszaak aan te spannen.
- De dader kan dan ongestoord schade veroorzaken.
- Dat betekent dat de dader kan besluiten een activiteit te ondernemen die, vanuit het oogpunt
van efficiëntie en gegeven de regels voor onrechtmatige daad, achterwege had moeten
blijven.
- Maar zelfs als het slachtoffer wel een rechtszaak tegen de dader kan beginnen. Nog steeds kost
het tijd en middelen die ook anders ingezet hadden kunnen worden. Het doet afbreuk aan de
maatschappelijke welvaart.
- Deze kosten zouden ze kunnen voorkomen, door niet te wachten op een rechterlijke uitspraak,
maar door te schikken.
- Schikking vindt plaats, indien de dader een dusdanig hoog bedrag aanbiedt, dat het slachtoffer
hiermee genoegen neemt en afziet van een proces.
- Indien de schikking inderdaad gelijk is aan de aangerichte schade, dan is dit efficiënt, omdat
enerzijds de schade wordt doorberekend aan degene die verantwoordelijk is voor de schade en
anderzijds worden er geen proceskosten gemaakt.
- Maar het is echter niet ondenkbaar dat het slachtoffer genoegen moet nemen met een lager
bedrag dan de schade.
- Gevolg hiervan is dat de dader niet met de volledige maatschappelijke kosten van zijn
activiteit wordt geconfronteerd.
6.2 Schade, rechtszaak en schikking
6.2.1 De beslissingsboom
- Niet altijd is het aanspannen van een rechtszaak voordelig. Het kan zijn dat de rechter beslist
dat de dader geen schade hoeft te vergoeden, in dat geval zit jij en met schade en met de
kosten van de rechtszaak.
- De proceskosten worden immers betaald door degene die de rechtszaak verliest.
- Het slachtoffer gaat alleen een beroep doen op de rechter, als hij daarmee per saldo beter af is
dan wanneer hij het niet doet.
- Indien het slachtoffer niet geloofwaardig kan dreigen met het aanspannen van een rechtszaak,
dan blijft hij met de schade zitten.
- Indien het slachtoffer wel geloofwaardig kan dreigen met het aanspannen van een rechtszaak,
dan staat de dader voor de keuze om bij wijze van schikking een voor het slachtoffer acceptabel
bedrag te komen, dan wel om het inderdaad op een rechtszaak aan te laten komen.
- De dader kiest de optie die voor hem naar verwachting de minste kosten met zich meebrengt.
- Samengevat: er zijn vier mogelijke uitkomsten:
- 1. Dader kiest om de schadeveroorzakende activiteit niet te doen. —> geen schade.
- 2. Dader kiest ervoor om de schadeveroorzakende activiteit wel te doen. Slachtoffer dreigt
niet geloofwaardig met een rechtszaak. —> schade blijft bij slachtoffer.
- 3. Dader kiest ervoor om de schadeveroorzakende activiteit wel te doen. Slachtoffer dreigt wel
geloofwaardig. Dader kiest voor schikking. —> schade geheel of ten dele betaald door dader.
1
, - 4. Dader kiest ervoor om de schadeveroorzakende activiteit wel te doen. Slachtoffer dreigt wel
geloofwaardig. Dader kiest voor rechtszaak. —> Rechter bepaald wie de schade betaald.
- De dader moet zichzelf steeds drie vragen afvragen:
- 1. Stel dat ik de activiteit onderneem, kan het slachtoffer dan geloofwaardig dreigen met het
aanspannen van een rechtszaak?:
- Zo ja: vraag 2.
- Zo nee: vraag 3.
- 2. Gesteld dat het slachtoffer geloofwaardig dreigt met het aanspannen van een rechtszaak,
wat is dan het voordeligste: het doen van een voor het slachtoffer acceptabel
schikkingsvoorstel of het laten aankomen op een rechtszaak?:
- Vergelijk de kosten die zijn verbonden aan een schikking en een rechtszaak. Verder naar
vraag 3.
- 3. Wat is, alles overziend, het beste: de activiteit wel of niet uitvoeren?
- Bepaal of de verwachte netto-opbrengst van het ondernemen van de activiteit positief is.
- We lichten dit nu toe met een cijfervoorbeeld:
- Je hebt A die overweegt een activiteit te ondernemen die B een schade zou toebrengen van
€1.200.
- Vraag 1 ging over of B wel geloofwaardig kan dreigen met een rechtszaak.
- Stel dat B denkt een kans te hebben van 80% om de zaak te winnen, oftewel 0,8. De
verwachte opbrengst van een rechtszaak is dan 0,80 * €1.200 = €960.
- De kans dat hij de zaak verlies, is dus 20%, oftewel 0,20. Daarbij komen proceskosten van
€400. Dus 0,20 * €400 = €80.
- Per saldo is zijn verwachte netto-opbrengst €960 - €80 = €880. Deze is dus positief. B gaat
dus een rechtszaak aanspannen.
- A is hiervan op de hoogte, dus B is geloofwaardig.
- Dan vraag 2. Is een schikking of een rechtszaak voordelig voor A?
- A weet dat de netto-opbrengst van een rechtszaak voor B €880 is. Het schikkingsbedrag
moet dus minimaal €880 zijn, anders wil B het niet. Meer betalen is kut voor A. Dus A moet
€880 betalen als schikkingsbedrag.
- Stel dat A denkt een kans te hebben van 60% dat hij de zaak wint, hij hoeft dan niks te
betalen.
- Hij heeft dus een kans van 40% dat hij verliest. De verwachte kosten zijn 0,40 * (€1.200 +
€400) = €640.
- De kosten van een rechtszaak zijn voor A goedkoper dan het schikkingsbedrag van €880. A
kiest dus voor rechtszaak.
- Vraag 3. Wel of niet de activiteit uitvoeren?
- Stel dat het persoonlijke gewin dat A aan de activiteit ontleent, gelijk is aan €750. Dat is groter
dan de verwachte kosten van €640. Hij gaat dus de activiteit uitvoeren.
- Dit is dus niet efficiënt, omdat er immers een activiteit plaats vindt die voor A een persoonlijk
gewin oplevert van €750 dat kleiner is dan de schade van €1.200 van B. Het gaat ten koste
van de maatschappelijke welvaart. Bovendien worden er ook nog een €400 proceskosten
gemaakt.
6.2.2 Vraag 1: kan B geloofwaardig dreigen?
- We gaan nu wat we boven hebben benoemd omzetten in formules.
- De verwachte netto-opbrengst van de rechtszaak voor B kun je zo opschrijven:
- Nb = Pb * S - (1 - Pb) * K. Oftewel:
- Nb = PbS - (1-Pb)K.
- Nb = de verwachte netto-opbrengst van de rechtszaak.
- Pb = is de kans dat hij de zaak wint.
- S = de schade.
- 1 - Pb = de kans dat hij de zaak verliest.
- K = de gezamenlijke proceskosten van beide partijen.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper StudySmart10. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 76669 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen