Overzicht Internationaal Privaatrecht - Intellectueel Eigendomsrecht
WEEK 1
Inleiding: ontwikkeling van het IPR
Studiewijzer
Onderwerp
Algemene inleiding - het IPR - het con ictenrecht - het internationaal bevoegdheidsrecht - het internationale
erkennings- en executierecht – globale ontwikkelingen.
Doelen week 1
Deze week gaat over de algemene inleiding van het IPR, het con ictenrecht, het internationaal bevoegdheidsrecht, het
internationale erkennings- en executierecht en globale ontwikkelingen.
- Onderscheiden van hoofdvragen van IPR;
- Identi ceren van internationale, Europese en nationale bronnen;
- Weergeven van de verhouding tussen deze bronnen;
- Uitleggen van algemene leerstukken;
- Bediscussi ren van deze regels in het licht van actuele maatschappelijke ontwikkelingen;
- Onderscheiden en toepassen van internationale, Europese en nationale regelingen in de Ars Aequi Wetseditie;
- Strategie kunnen toepassen om concrete vragen van IPR te beantwoorden (het stappenplan);
- IPR-terminologie kunnen hanteren;
- Beschrijven en samenvatten wetenschappelijk IPR-stuk.
Vragen die ik mezelf kan stellen na het leren
- Wat is het doel van het IPR?
- Uit welke hoofdonderdelen bestaat het IPR?
- Hoe verhoudt het IPR zich tot het eenvormig privaatrecht?
- Hoe verhoudt internationaal, Europees en Nederlands IPR zich tot elkaar?
- Hoe verhoudt het IPR zich tot de rechtsvergelijking?
- Welke problemen lost het IPR op?
- Wat zijn de (internationale, Europese en Nederlandse) bronnen van het IPR en met welk doel zijn die ontworpen?
- Welke functie hebben con ictregels?
- Welke soorten con ictregels zijn er?
- Welke drie elementen kun je onderscheiden bij de meerzijdige con ictregel?
- Hoe wordt de aanknopingsfactor bepaald?
fi ë fl fl fl fl fl
, - Wat houdt het kwali catieleerstuk in?
- Wat houdt het leerstuk van de aanpassing in?
- Wat houdt het leerstuk van de voorvraag in?
- Wat houdt de openbare orde exceptie in?
Internationaal privaatrecht in het algemeen
Internationaal privaatrecht, dit vak
En kort voorbeeld om te schetsen waar we het over gaan hebben: stel er is geen rechtskeuze gemaakt en er is con ict
over welk recht van welk land toepasselijk was. Er kan dan worden geoordeeld dat het Russisch recht via Rome I
toepasselijk is. De inhoud en doel van dit vak bestaan uit het inzicht in al die internationale dimensies van het
Nederlandse recht en transacties bijvoorbeeld door te kijken naar een inbreuk van een Intellectueel Eigendomsrecht,
(wat een onrechtmatige daad is) en wat er in die situatie internationaal gezien moet worden beoordeeld. In dit vak komt
bijvoorbeeld (op willekeurige volgorde) aan bod de vraag of een Nederlands vonnis al dan niet wordt erkend in een
ander land (week 8), er wordt gekeken naar de vraag van de kwali catie (de vraag naar wat voor con ict zich eigenlijk
voordoet, bijvoorbeeld dus een onrechtmatige daad door een IE-inbreuk) en dan wordt er een bron gezocht om het
toepasselijk recht te bepalen op basis waarvan het vonnis kan worden gevormd (bijvoorbeeld het Weens Koopverdrag of
Rome II voor de onrechtmatige daad). Ook wordt aandacht besteed aan de vraag welke rechter überhaupt bevoegd is om
het geschil te beoordelen. Dat soort verbanden zullen besproken worden. In de vierde week wordt de kennis tot dan toe
getoetst met een essay, en het schriftelijk examen is dus in de negende week. Daar wordt helemaal geen speci ek
familierecht besproken of bijvoorbeeld notarieel recht, omdat er wel speci ek een examen voor IE-studenten wordt
gemaakt. Vooral aan de hand van het handboek van Strikwerda en de speciale bundels van Ars Aequi, moeten we ons
voorbereiden en voorzien van de stof.
Dit college
Dit college gaat het om de vraag naar wat het internationaal privaatrecht is (het IPR), de hoofdvragen van het IPR, de
bronnen en toepassing daarvan, de inleiding op deelgebieden en het IPR toepassingsproc d .
Een voorbeeld van een internationaal con ict: Google vs. Sonos
Een goed voorbeeld van een situatie waarin er sprake is van een internationaal con ict, waarbij de vragen van het IPR
terugkomen. Er was een con ict tussen Sonos en Google. Er was een verbod vanuit Google aan Sonos, aangezien
Google vond dat sprake was van een inbreuk op de buitenlandse delen van het Europese octrooi dat Google had. De
primaire vraag in deze situatie was, of de Nederlandse rechter bevoegd is om het con ict te beoordelen in deze
internationale situatie? Vaak is dat wel zo. En als die Nederlandse rechter dan bevoegd is, kan hij dan ook een verbod
uitspreken zodat bepaalde handelingen worden verricht die zich uitstrekken over meerdere landen? En als dan de
Nederlandse rechter kennisneemt van dit con ict, moet de rechter dan altijd naar het Nederlands recht kijken? Of wat
bepaalt precies het internationale recht hierover?
fi fl flfl fi fi fl fl é é fl fi fl
,Dit is dus een kwestie van IE-recht, maar er kan ook sprake zijn van bijvoorbeeld internationaal arbeidsrecht, waarbij
arbeid wordt verricht in het buitenland. Dan heerst de vraag welk recht van toepassing is op het betreffende
contractenrecht? Eerst was dat bijvoorbeeld altijd het land waar de arbeid werd verricht, maar er zijn later ook andere
regels ontstaan. Dit vak gaat dus over de vragen over welk recht van toepassing is in de praktijk.
Inleiding op het belang internationaal privaatrecht
In de bachelor kwam vooral het Nederlandse recht en hier en daar het Europees recht naar voren. Bij het Nederlandse
privaatrecht ging het dan vooral over het algemeen contractenrecht als bedoeld in boek 6 BW, of het transportrecht, uit
boek 8 BW, het IE-recht (beïnvloed door internationaal verdragenrecht) in boek 9 BW (het loonde nauwelijks meer om
in dat boek iets neer te zetten) en dan in boek 10 BW staat van alles wat: het familierecht, ondernemingsrecht, maar ook
een laag die komt kijken in geval van internationale geschillen. Er wordt in die titel veel verwezen naar Europese
verordeningen, maar ook naar de Haagse conferentie voor IPR (gevestigd in Den Haag). Laatstgenoemd heeft verdragen
gemaakt om al die internationale aspecten te regelen. Te denken valt bijvoorbeeld aan het Haags adoptieverdrag voor
gevallen van adoptiezaken over de grenszen van Europa. Over die verdragen moet natuurlijk ook overeenstemming
worden bereikt. Omdat er niet altijd overeenstemming is, is een deel van het IPR juist in verordeningen geregeld, wat
dus ook terug te vinden is in boek 10 BW. Europa mocht zich ook gaan bemoeien met het maken van regelgeving, en
dat doen zij dan dus in de vorm van verordeningen sinds zij de bevoegdheid hebben gekregen om regels te maken voor
het IPR. Hierdoor staat in het BW ook bijna niets meer inhoudelijks.
Juist omdat er wereldwijd heel weinig recht is geharmoniseerd, alleen bijvoorbeeld het Weens Koopverdrag, is het IPR
zo van belang. Als er dan wel geharmoniseerd recht is, bijvoorbeeld in de vorm van verdragen tussen Nederland en
China, dan geldt dat het IPR niet meer nodig is. Voor alle andere transacties heb je dus wel het IPR nodig. In alle
Europese landen hebben we allemaal ons eigen Burgerlijk Wetboek. Dat heeft wel invloed, maar verder is het
Nederlandse recht van eigen origine en kan het sterk afwijken van het BW van andere landen. Dat is de inhoud van het
IPR: het desondanks doen laten ontstaan van regels die bepalen welk recht dan van toepassing is, juist omdat al die
regels van elkaar kunnen verschillen en het belangrijk kan zijn met welke rechter/met welk recht van welk land je te
maken krijgt.
Het belang internationaal privaatrecht, drie punten
- Internationale mobiliteit leidt tot grensoverschrijdende relaties en geschillen:
Personen, bedrijven en voorwerpen bewegen zich over de grens. Mensen gaan in een ander land werken of wonen (of
gewoon op reis), trouwen in een ander land en zo door. Deze internationale mobiliteit kan zorgen voor
grensoverschrijdende relaties (bijvoorbeeld tussen werkgever en werknemer, of ook vrouw en man), maar dit kan ook
leiden tot internationale geschillen. Sommige geschillen zijn te voorkomen, zoals bijvoorbeeld naar de notaris kan in
eigen land en de erfrechtelijke situatie daar regelen.
, - Materieel recht, procesrecht en instituties verschillen per land:
Het materieel recht per land verschilt. Er zijn wel kleine stukjes harmonisatie, maar veel internationale afspraken zijn
gebaseerd op minimumharmonisatie en verschillen dus per land nog steeds. Niet in alle gevallen is het procesrecht
relevant, eigenlijk voornamelijk voor het IE-recht. Daar zijn veel procedures. Ook de instituties verschillen per land,
dus de rechterlijke machten. Regels over of je bijvoorbeeld wel of niet een advocaat moet hebben verschillen allemaal.
Het lukt nooit om al deze regels te harmoniseren, maar daarom hebben we het IPR, dat antwoord geeft op vragen als
naar welke institutie moet je, hoe zit het met erkenning en tenuitvoerlegging etc etc…
- Het IPR vormt een brug tussen de verschillende rechtssystemen:
Het IPR is geen materieel recht en vormt een brug tussen verschillende rechtssystemen. Dit wordt op sommige gebieden
ook geregeld vanuit de EU, bijvoorbeeld in geval van representatieve acties van consumentenzaken richtlijnen.
Voorbeelden van internationale situaties op verschillende rechtsgebieden
- Handelsovereenkomst:
In dit voorbeeld is er een handelsovereenkomst tussen China en Nederland. Als deze twee landen een overeenkomst
sluiten, da is er een advocaat bij betrokken die voor de juiste rechtskeuze zorgt. Er moet dan een clausule komen in de
overeenkomst die het toepasselijke recht vaststelt (de rechtskeuze). Het Weens Koopverdrag heeft bijvoorbeeld
uniforme materiële regels voor overeenkomsten (of consumenten). In dit soort situaties kijk je dus eerst of er
geharmoniseerd recht is (wat vaak niet zo is). En zelfs als het er wel is, zoals bijvoorbeeld het Weens Koopverdrag, dan
kan het worden uitgesloten omdat ze bijvoorbeeld liever hebben dat een bepaald nationaal recht van toepassing is.
- Consumentenovereenkomst:
Soms weet je niet eens waar de wederpartij gevestigd is en of je dus een internationale overeenkomst hebt of niet.
Amazon bijvoorbeeld, is een bedrijf met verschillende vestigingen, en kan dus ofwel in het buitenland zitten, of
misschien wel in hetzelfde land. En in geval er sprake is van een consumentenovereenkomst, nadat je iets hebt gekocht
op Amazon, dan ga je er vaak vanuit dat het Nederlandse recht van toepassing is, terwijl Amazon ook in een ander land
gevestigd kan zitten en dit dus niet zo hoeft te zijn.
- Inbreuk octrooi- en modelrecht:
Je kunt geen IE-jurist zijn zonder iets te weten van het IPR. Een groot deel van de intellectueel eigendomsrecht-zaken
gaan over Europese verordeningen of andere internationale zaken. Iedereen kent wel het con ict tussen Samsung en
Apple. Door de jaren heen zijn er altijd geschillen tussen deze twee bedrijven. Ze hebben allebei belangen om de IE-
rechten te handhaven, want ze hebben allebei vestigingen in verschillende landen over de hele wereld waar dus ook
over de hele wereld telefoons en andere producten van de merken op de markt worden gebracht. Er is dus per de nitie
fl fi
,sprake van een internationale situatie bij deze bedrijven. Je wil dus de IE-rechten handhaven om con icten te
voorkomen, aangezien deze situaties complex zijn in verband met de verschillende rechten die van toepassing kunnen
zijn. Bij die complexe situatie kan bijvoorbeeld de vraag ontstaan of, als de inbreuk is gemaakt in Frankrijk, alleen daar
sprake is van een inbreuk, of ook in andere landen waar de bedrijven zijn gevestigd?
- Echtscheiding en gevolgen:
Ook het familierecht krijgt veel te maken met internationale situaties. Als je bijvoorbeeld in het buitenland woont samen
met je partner, ook al ben je beiden Nederlands, dan kan die situatie doorwerken in het huwelijksgoederenrecht en kan
het recht van het land waar je bent gaan wonen van toepassing zijn mochten er geschillen ontstaan.
Wat is IPR wel?
Het IPR gaat in principe altijd over (een):
- Internationale rechtsverhouding (woonplaats/nationaliteit partijen, relevant rechtsfeit (bijvoorbeeld uitvoering
contract) in buitenland:
Er is in ieder geval altijd iets internationaals aan de hand wanneer het gaat om het IPR.
- Privaatrechtelijke rechtsverhouding (inclusief een privaatrechtelijke verhouding met overheid):
Echt maar heel af en toe komt er een stukje over staatssoevereiniteit om de hoek kijken bij het IPR, maar primair ziet
het IPR op privaatrechtelijke situaties.
- Recht (nationaal recht, verdragen, EU-verordeningen):
Bij het IPR gaat het natuurlijk over recht, maar we hebben een stukje nationaal recht (bijvoorbeeld artikel 10 BW), een
stukje verdragenrecht (zoals de Haagse Verdragen die veel aan bod zullen komen), alsook Europese Verordeningen
(zoals Rome I en Rome II die veel terug zullen komen).
Wat is IPR niet?
Het IPR gaat in principe niet over:
- Internationaal (publiek) recht:
In principe gaat het dus altijd om privaatrecht en niet over publiekrecht. Het publiekrecht kan het IPR wel doorkruisen.
Er valt bijvoorbeeld te denken aan immuniteit. Als er een aanrijding is met een ambassadeur en het was in Nederland,
dan kan de ambassadeur in principe vanwege de immuniteit niet in Nederland voor de rechter worden gesleept. Ook kan
het publiekrecht doorkruisen via regels over de openbare orde en voorrangsregels (bijzonder dwingend recht).
- Eenvormig privaatrecht – geen harmonisatie, maar co rdinatie:
ö fl
, Bovendien gaat het IPR voornamelijk niet over eenvormig privaatrecht met daarin geharmoniseerde regels, maar over
eenvormig recht met coördinatie. Daarmee wordt bedoeld dat bijvoorbeeld in de Haagse Verdragen geen
materieelrechtelijke regels liggen, maar alleen allerlei verwijzingsregels. En als er voor het Weens Koopverdrag kan
worden gekozen, dan gaat het eenvormige recht voor, tenzij partijen hebben het uitgesloten. In het IPR is dus wel
eenvormig recht, omdat het IPR regels harmoniseert, maar het harmoniseert niet het onderliggende materiële recht. Dus
het harmoniseert verwijzingsregels (welk recht van toepassing is), maar niet bijvoorbeeld dat de onrechtmatige daad
overal hetzelfde wordt uitgelegd. Kortom: het internationaal eenvormig privaatrecht heeft voorrang. En het IPR heeft
zélf ook deels eenvormig recht in de vorm van EU- verordeningen en verdragen.
- Overige aangrenzende rechtsgebieden/disciplines:
Eigenlijk is het IPR alleen interessant als het recht verschilt wanneer er dus een rechtsvergelijking wordt gemaakt, en is
het IPR niet relevant voor het tot stand brengen van regels. Bovendien gaat het niet over aangrenzende rechtsgebieden/
disciplines zoals het nationaliteitsrecht en het vreemdelingenrecht (het aangaan van een huwelijk of krijgen van
kinderen die krijgen een bepaalde nationaliteit behoort tot het familierecht). Het gaat ook niet over interregionaal recht
alleen, dus het behelst niet alleen het recht van alle landen die een Koninkrijk hebben en het gaat ook niet uitsluitend
over EU-recht. Het is dus echt internationaal.
Hoofdvragen van het IPR
Drie hoofdonderdelen van IPR
Er zijn drie hoofdonderdelen van het IPR, die ook per week besproken zullen worden.
Het toepasselijk recht (1)
Het eerste hoofdonderdeel ziet op het toepasselijk recht. Rechten per landen verschillen. Zo kun je in het erfrecht in
Nederland iemand uitsluiten, waar dat in Engeland bijvoorbeeld weer niet kan. En in het overeenkomstenrecht kun je
nakoming en schadevergoeding vorderen in het ene land, waar dat in het andere land op een andere manier, niet of
minder kan. Ook het recht rondom de onrechtmatige daad kan enorm per land verschillen: in sommige landen moet je
niet alleen eens schadevergoeding te betalen, maar krijg je ook een soort straf. Consumentenbescherming is in de
Verenigde Staten helemaal niet goed geregeld. Oorspronkelijk was dit wel zo, maar inmiddels is de
consumentenbescherming steeds minder en minder geworden. En bij het Intellectueel Eigendomsrecht heerst dan de
vraag welke soort remedies er zijn wanneer sprake is van een inbreuk. Op deze gebieden verschilt het toepasselijk recht
op allerlei vlakken. Ook procesrechtelijke vragen zijn daarbij van belang.
De internationale bevoegdheid (2)
Voor in zaken waarin geprocedeerd wordt is het van belang bij welke rechter je terechtkan, en welke rechter dus
internationaal bevoegd is. Het kan zo zijn dat de Nederlandse rechter bevoegd is, maar dat hij het Franse recht toepast.
Dit kan grote invloed hebben voor wat betreft het procesrecht. Het kan namelijk zo zijn dat in het ene land je te maken