Internationaal Privaatrecht 2019-2020 Hoorcollege 1 – 12 november 2019 - M.H. ten
Wolde
We gaan vandaag vooral kijken naar het Nederlandse Internationaal Privaatrecht. Maar u zult merken
dat als u in de praktijk aan de slag gaat, je er niet komt met Nederlands IPR. Maar dit vak heet
Nederlands IPR dus dat zullen we vooral gaan bekijken.
Wat hebt u nodig? De wettenbundel en het handboek waar het nodige wordt uitgelegd. Als u dat boek
uithebt dan zult u merken dat het een heel technisch vak is. Heel technisch omdat je heel nauwkeurig
moet vaststellen of een regeling wel of niet geldt, of het wel of niet binnen het toepassingsgebied valt.
Of een land wel of niet partij is bij een verdrag. Dan komt er nog bij dat heel veel regelingen elkaar zijn
opgevolgd in de tijd. Dus je moet ook telkens vaststellen wanneer de rechtshandeling is verricht en
onder welke regeling je dan valt. Dat maakt het vooral heel erg lastig. Als het goed is weet u na 14
colleges precies hoe het allemaal zit. De eerste zeven krijgt u van mij, de laatste zeven van meneer
Knot. De vrijdag voor 14 januari is het laatste college dan hebt u de dinsdag erna al tentamen. Dat
betekent dat u moet zorgen dat u het goed bijhoudt.
We gaan vandaag vooral kijken, wat is het IPR. Hoe werkt het? Is het wel echt belangrijk? En ten
slotte: is het moeilijk? Moeilijk is het wel, maar de moeilijkheid zit hem vooral in het heel systematisch
benaderen van de problematiek. Het is ook moeilijk omdat het anders is dan wat je tot nu toe hebt
gedaan. Tot nu toe pakte je het BW en daar stond dan aangegeven wat er is. Maar dat doet dit vak
helemaal niet. Dit vak bemoeit zich in principe niet met de inhoud van het recht. Dat maakt het dus
anders dan het gewone burgerlijk recht.
Wat wel zo is, voor dit vak geldt: je gaat het pas zien als je het doorhebt. Maar als je het dan doorhebt
valt het allemaal best wel mee.
Het is dus vooral een manier van denken. U moet dus een bepaalde manier van benaderen van de
problematiek u zien eigen te maken.
Voorbeeld 1 – Willem Alexander en Maxima
Koning Willem Alexander en Koningin Maxima. Hij heeft de Nederlandse nationaliteit. Zij heeft de
Argentijnse nationaliteit en zij zijn op gegeven moment met elkaar gehuwd. In Nederland. Dus dat
huwelijk zal wel geldig zijn. Maar dat is al een eerste vraag: welk recht bepaalt of er een geldig huwelijk
is gesloten tussen een Nederlander en een Argentijnse mevrouw? Dat is niet per se het Nederlandse
recht. Dat zou ook Argentijns recht kunnen zijn. Het huwelijk is in Nederland gesloten. Volgens
Nederlands IPR is in dit geval Nederlands recht van toepassing. Maar bijvoorbeeld op de vraag of
Maxima huwelijksbevoegd was is het Argentijnse recht van toepassing volgens ons IPR. Dus hier is de
vraag welk recht gaat over de geldigheid van het huwelijk. Welk recht bepaalt of iemand mag vragen.
Welk recht bepaalt het huwelijksvermogensregime? De eerste verblijfplaats. Maar stel ze gaan eerst
vier weken naar de Malediven om het te vieren. Dan is het ander recht. Nog andere suggesties? Waar
gaan ze straks samen vast wonen? Dat was volgens mij Nederland dus dat zal dan naar Nederlands
recht gaan.
Wat hebben we nog meer? Wat zou u verder nog een logische manier vinden om bij het toepasselijke
recht uit te komen? Behalve dan die woonplaats. Huwelijkssluiting? Niet echt. Waarom niet de plaats
van huwelijkssluiting? Omdat je overal in de wereld een geldig huwelijk kan aangaan. Dus als je
toevallig naar Las Vegas gaat en daar in het huwelijk treedt heb je te maken met een geldig huwelijk.
Dan zou het huwelijksvermogensrecht niet worden beheerst door Nederlands recht maar door Las
Vegas. Plaats van het huwelijk is niet logisch. Eerste gewone verblijfplaats is logischer. Wat kan nog
meer? De nationaliteit. Nationaliteit is ook een hele belangrijke factor als het gaat om familierecht.
Dan hebben we een Nederlandse man getrouwd met een Argentijnse vrouw. Dan hebben we
verschillende nationaliteiten. Maar misschien heeft Maxima wel automatisch de Nederlandse
nationaliteit gekregen door het huwelijk. Dan zou Nederlands recht dus toch weer van toepassing zijn.
Als we nou geen huwelijkse voorwaarden zouden maken. Wat zou er dan gebeuren in die tijd? Dan
zouden ze in gemeenschap van goederen trouwen. Ze hebben dus vast en zeker huwelijkse
voorwaarden gemaakt. Daarin kun je afspreken dat je houdt wat je hebt of andere afspraken maken.
Dus een klein probleem, want destijds, in Argentinië, golden andere regels. Argentinië heeft eigen
regels van IPR en volgens die regels is in dit geval waarschijnlijk NL recht van toepassing. Maar het
Argentijns recht kende een regel dat het verboden is huwelijkse voorwaarden aan te gaan. Dan kom je
1
,dus met je Nederlandse voorwaarden in Argentinië. En stel je gaat scheiden en er is vermogen in
Argentinië, dan zou de Argentijnse rechter zeggen dat de huwelijkse voorwaarden nietig zijn. Dus je
loopt ook bij dit huwelijk tegen problemen aan.
Voorbeeld 2 - Amazon
Amazon kent u allemaal. Je hoeft niet per se naar Amazon.com. Als je dat doet koop je eigenlijk vanuit
Amerika. Je kunt dan beter naar Amazon.de. Dan heb je je spullen sneller. Gister stond in de krant dat
Amazon eraan komt en dat Bol.com moet gaan oppassen. Als u als Nederlander iets koopt bij
Amazon.de, welk recht is dan van toepassing op uw koopovereenkomst? Dus we hebben iemand in
Nederland, we hebben een website. Maar we hebben een internationale situatie. U ziet daar mooie
apparatuur te koop en u bestelt dat. Wat als het niet aankomt? Wat als het ding het niet doet? Welk
recht is dan van toepassing? Dat het gaat om consumentenrecht heeft zeker invloed.
We gaan naar de algemene voorwaarden van Amazon.de kijken. Daar zien we een rechtskeuze voor het
recht van Luxemburg. Kunnen ze dat zomaar doen? Ja dat kan. Maar hier ziet u al, als u consument
bent dan geniet u bescherming. U wordt namelijk beschermt door de dwingende bepalingen van het
land waar u gewone verblijfplaats heeft, dus Nederland, dan hoef je niet naar de rechter van
Luxemburg. U kunt dan ook naar de rechter van uw eigen land, dus Nederland.
Je mag de consument niet de bescherming ontnemen die hij heeft volgens zijn eigen woonland. Dus
hier valt het mee.
Voorbeeld 3 – AliExpress
Hoe zit het dan als ik iets bij AliExpress gaat bestellen? Gister was er weer een record op Singlesday.
Binnen twee minuten was er voor meer dan een miljard aan spullen besteld. Als consument is het weer
de vraag, als ik vanuit Nederland iets bestel bij AliExpress, heb ik dan mijn consumentenbescherming
wel als ik met China zakendoe? Ik weet het niet, misschien een aardig scriptieonderwerp. Maar ik weet
wel, als u zelf spullen verkoopt via AliExpress, dan staat er in de algemene voorwaarden dat deze
algemene voorwaarden van toepassing zijn. En dat is een heel uitgebreid stuk. Daar staat dan precies
in als u vanuit dit land zakendoet met ons dan doet u zaken met deze jurisdictie etc. Het is zo dat als u
zakendoet vanuit Nederland, u verkoopt goederen via AliExpress, dan doet u zaken met Singapore E-
commerce private limited. Dan is het recht van Hongkong van toepassing. Zonder de regels van IPR
van Hongkong, daar kom ik zo op terug. En exclusief bevoegd zijn de gerechten van HongKong. Dus
hier ziet u niets van bescherming van wie dan ook. Hier heb je twee commerciële partijen die doen
zaken met elkaar. Ook hier weer de vraag naar bevoegdheid en toepasselijk recht.
Voorbeeld 4 – Golf van Mexico
Ook dit is al enige tijd in het nieuws. U kent de film wel, Deep Water Horizon. Een grote milieuramp.
Het gaat om een olieboorplatform, de Deep Water Horizon. Eigenaar van een bedrijf. Dat platform
wordt geleased door BP. BP is daar aan het boren in de Golf van Mexico. Dat gaat goed tot een explosie
en de hele boel in de brand vliegt. Elf doden, zeventien gewonden en ongeveer drie maanden lang
stroomde de olie gewoon de zee in. Een nationale ramp voor de VS. Dus we hebben een Brits bedrijf
dat olie boort in de Golf van Mexico, Amerika. De vraag is: wat betekent dat dan juridisch. Dat
betekent uiteraard dat de familieleden en slachtoffers schade kunnen claimen bij BP. De vraag is waar
ze naartoe kunnen. In ieder geval naar Londen want BP heeft hoofdkantoor in Londen. Ze zouden
misschien ook wel naar de Amerikaanse rechter kunnen, ik weet niet precies onder welke deelstaat het
valt maar waarschijnlijk de rechter van Mississippi. Het voordeel is daar de hoogte van de
schadevergoeding. Want de Amerikaanse rechter vergoedt niet alleen fysieke schade maar ook
psychische schade en je krijgt bij wijze van straf vaak nog meer. Maar dat zijn niet de enigen die schade
hadden. Er is ook nog een groepje aandeelhouders. Want de aandelen BP zijn beursgenoteerd in
Frankfurt en in Londen. En dan zijn er nog wat afgeleide aandelen in New York genoteerd. En BP heeft
in het begin van de ramp, volgens de aandeelhouders, gezegd dat het wel meevalt allemaal. Ze waren
niet volledig in hun berichtgeving: misleidend en onjuist. Dat stelt een groepje aandeelhouders. Die
aandeelhouders worden geconfronteerd met waardedaling van de aandelen. Zij zijn zeggen ze afgegaan
op de mededeling van BP dat het wel meeviel, met als gevolg dat op gegeven moment duidelijk werd
dat er wel grote schade was en dat de waarde van de aandelen afnam. Dus de aandeelhouders zijn van
mening dat ze schade hebben door het onrechtmatig handelen van het bestuur bestaande uit het
onjuist en misleidend doen van mededelingen over de ramp. Dan is de vraag: waar breng je die claim.
Die claim is ook in Nederland bij de rechter gebracht, door de VEB (vereniging van effectenbezitters).
Die heeft door een collectieve actie een schadevergoedingsactie voor de waardevermindering van de
aandelen ingesteld. De grote vraag is of de Nederlandse rechter wel bevoegd is. De VEB zegt van wel,
2
, want hoewel de aandeelhouders niet allemaal in Nederland wonen, die aandeelhouders hadden een
effectenrekening in Nederland. En dus heb ik een voldoende band met Nederland om de Nederlandse
rechter bevoegd te maken. Want de schade heeft zich direct voorgedaan op die Nederlandse
effectenrekening.
Wat vindt u daarvan? Terwijl die aandeelhouders niet eens in Nederland wonen. De Hoge Raad zegt:
dat weet ik niet hoor. Dus heeft de Hoge Raad prejudiciële vragen gesteld aan het HvJEU hoe ze
hiermee moeten omgaan. Naar mijn idee is het zo dat dit niet voldoende grond is voor rechtsmacht,
maar we zullen zien wat het HvJEU daarvan vindt.
Voorbeeld 5 – Yukos Oil - HR 18 januari 2019 – ECLI:NL:HR:2019:54
Meneer was eigenaar van een heel groot miljardenbedrijf. Hij was een Rus. Hij maakte een fout en
kreeg politieke ambities. Hij wilde het opnemen tegen Vladimir Poetin. Dat is natuurlijk niet zo
verstandig. Poetin heeft de macht van de Russische staat gebruikt om die meneer financieel kapot te
maken door middel van belastingaanslagen. Als hij niet betaalde legden ze beslag. Vervolgens gingen
ze naar de rechter in Rusland en daar moest hij zich verdedigen. Daar kreeg hij zeven dagen voor, om
zich voor te bereiden. De Belastinginspecteur leverde een heel groot dossier aan dat genummerd was,
het dossier van de man was niet genummerd en alles zat door elkaar. Dat schijnt dus niet helemaal
eerlijk te zijn gegaan. De beste man kon zich niet verweren en de Russische rechter was ook niet
onpartijdig. Hij werd dus veroordeeld en kon niet betalen. De Russische vennootschap werd failliet
verklaard. Het faillissement werd afgewikkeld en meneer X werd benoemd tot curator. Yukos Oil had
een dochtervennootschap in Nederland, Yukos Finance BV. Dat was een 100% dochter. Onder Yukos
Finance hingen alle bedrijven in de hele wereld. De curator dacht, ik moet iets met die aandelen. Dus
hij heeft die Nederlandse aandelen geveild in Rusland. En wie won de veiling? Een vennootschap die in
handen was van de Russische overheid. Die kocht dus die aandelen en verrekende de koopsom met de
belastingaanslag. Vervolgens kwam dus die nieuwe aandeelhouder in Nederland bij de Nederlandse
notaris en verzocht die aandelen in een Nederlandse BV over te dragen. Daarvoor moet een akte
worden verleden bij de Nederlandse notaris. Maar tegelijkertijd was beslag gelegd op die aandelen
door de voormalig aandeelhouders van Yukos Oil Company. Er zijn dus tientallen rechtszaken geweest.
Een van die zaken ging om de vraag moet ik in Nederland een faillissement zonder meer erkennen in
Nederland of moet ik nog toetsen of het aan bepaalde voorwaarden voldoet, zoals bijvoorbeeld of het
tot stand is gekomen in een zorgvuldig proces. Dit heeft tot januari dit jaar geduurd, meer dan tien
jaar, voordat de HR heeft kunnen beslissen dat zo’n faillissement in Nederland niet wordt erkend. Een
in het buitenland uitgesproken faillissement kan wel worden erkend maar dan moet wel aan bepaalde
voorwaarden zijn voldaan. Dus ook hier hebben we met IPR te maken.
Voorbeeld 6 – Huwelijk in Rwanda
Een bejaarde man van 88 die woont in Nederland. Krijgt een Ghanese vrouw als hulp in de
huishouding van 37. Zij krijgt hem zo ver dat hij met haar wilde trouwen. Want denkt hij, dan wordt
hij tenminste goed verzorgd. Die mevrouw neemt hem mee naar haar familie in Ghana en als we daar
gaan maken we een uitstapje naar Rwanda en dan treden we daar in het huwelijk. Dat gebeurt ook
volgens de lokale Rwandese voorschriften. Daarna keert het echtpaar weer terug naar Nederland en
gaat hier ook wonen. Geen huwelijkse voorwaarden natuurlijk, want dan heb je gemeenschap van
goederen (dat was in die tijd nog zo). En wat gebeurt er. Meneer overlijdt kort erna en dan krijgen we
een procedure tussen het enige kind van meneer en tussen mevrouw. Dan heb je weer de vraag, heb ik
te maken met een geldig huwelijk? Welk huwelijksvermogensrecht is van toepassing? Hoe zit het met
de erfopvolging? Dat huwelijk, de regel is dat het huwelijk dat geldig is gesloten volgens het recht van
huwelijkssluiting, dat dat wordt erkend door het recht in Nederland. Dus we hebben in principe te
maken met een geldig huwelijk. Het is hier de vraag, omdat Nederlands huwelijksvermogensrecht van
toepassing is, ligt het voor de hand dat de Nederlandse redelijkheid en billijkheid in stelling wordt
gebracht om te zorgen dat geen gemeenschap van goederen is. Erfopvolging, Nederlandse man
overleden in Nederland: Nederlands erfrecht. Dan gaat het dus meteen naar de vrouw. De vraag of dit
stand houdt moeten we nog beantwoordt zien.
Voorbeeld 7 – Hongaarse chauffeurs – ECLI:NL:HR:2018:2165
Het gaat om Hongaarse chauffeurs die in dienst zijn van een Hongaarse vennootschap. Die hebben
daarmee een arbeidscontract. Daartoe doen ze internationale ritten tussen met name Hongarije en
Nederland. Alle ritten beginnen en eindigen in Erp, Nederland. De Hongaarse vennootschap is een
zustervennootschap van een Nederlandse BV gevestigd in Erp. Dezelfde directie. Die Nederlandse BV
geeft ook de opdrachten voor alle ritten tussen Erp en Hongarije. De chauffeurs vinden dat raar en ze
eisen op gegeven moment betaling van loon conform de Nederlandse CAO. Want ze zeggen, de plaats
3